Recht op energie: verslag van een dialoog
2 7
In de volgende paragrafen hebben we het over de factuur en meer bepaald over
tarifering en sociale tarieven.
5.1 Tarifering
Bij de uitwerking van een tariefsysteem is een van de discussiepunten of de tari-
fering een progressief karakter dient te hebben, onder andere in functie van het
stimuleren van rationeel energiegebruik. Er zijn dan verschillende verbruiksschijven
waarvan de prijs oploopt. Voor elektriciteit en gas is tot nu toe vooral een degres-
sieve tarifering van toepassing, voordelig dus voor grootgebruikers. Het Vlaamse
Gewest had een soort progressieve tarifering met de schijf van 100 kWh gratis
elektriciteit per gedomicilieerde en per gezin, maar dit is sinds 2016 afgeschaft.
Het Waalse Gewest heeft een progressieve, solidaire en familiale tarifering in 2017
voorzien
In deze tarifering zal rekening gehouden worden met beschermd sta-
tuut en aantal gedomicilieerden, op basis van een momentopname per jaar. Het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet eveneens een progressieve en solidaire
tarifering, ten laatste op 1 januari 2018
De deelnemers aan de overleggroep benadrukken dat in elk geval een degressieve
tariefstructuur, met dus een dalende prijs in hogere verbruiksschijven, niet te ver-
dedigen valt.
Centraal in de discussie staat de vraag welke impact een
progressieve tarifering heeft op de facturen van mensen
in armoede en bestaansonzekerheid. Alles hangt af van
de woning waarin men woont. Zo zijn er heel wat sociale
woningen waar elektrisch wordt verwarmd. Het ontbreekt
mensen met een laag inkomen vaak aan het budget om
energie- en waterbesparende toestellen te kopen. Huur-
ders, maar ook huiseigenaars die in armoede leven, wonen
vaak in woningen met een slechte energieprestatie (weinig
isolatie, enkel glas, …). We beschikken echter over weinig
gegevens inzake het verbruik van energie van groepen in
armoede en dus ook over de impact van een progressieve
tarifering op hun factuur. Vanuit het terrein worden situaties gesignaleerd waarbij
arme huishoudens bijzonder weinig verbruiken door heel systematisch het absolu-
te minimum te verbruiken in functie van hun budget
Het is in elk geval belangrijk om na te denken over de ongelijkheden op het vlak van
woonsituatie, hier verder zicht op te krijgen en een duidelijke link te maken tussen
het energie- en het woonbeleid. De impact van een maatregel moet onderzocht
worden en met de betrokken actoren bediscussieerd worden. ‘Ex ante-evaluatie’ of
de armoedetoets kan hierbij een nuttig instrument zijn
Er worden situaties
gesignaleerd waarbij
arme huishoudens
systematisch het
absolute minimum
verbruiken in functie
van hun budget
167