Recht op energie: verslag van een dialoog
2 7
3.3 Facturen
Een veel voorkomend probleem betreft de verstaanbaarheid van de tussentijdse-
en eindfacturen en de betalingsmodaliteiten ervan. Enerzijds is het wettelijk ver-
plicht om bepaalde elementen (naargelang gewest) op de factuur te vermelden om
de consument voldoende te informeren. Anderzijds gaat het vaak om veel infor-
matie en wordt de factuur onleesbaar. Er moet dus een evenwicht gezocht worden
tussen voldoende informatie en de verstaanbaarheid ervan.
Met een eenvormige en leesbare factuur moeten de consumenten nog beter de
afgesproken en aangerekende prijzen, tarieven en kortingen kunnen beoordelen
en vergelijken (Ombudsdienst voor Energie, 2015). Dit geldt niet alleen voor leve-
ranciers, maar ook voor netbeheerders. In het overleg binnen het Steunpunt werd
op het belang gewezen van het betrekken van mensen in armoede en hun vereni-
gingen in het denkproces. Informatie over het sociaal tarief voor elektriciteit en gas
(als dat van toepassing is) moet duidelijk worden vermeld, dit staat bijvoorbeeld
niet altijd op de maandelijks facturen. Ook is meer duidelijkheid over de aard van
de vermelde meterstand nodig: gaat het om een reële stand of over een schatting?
Er zou een eerste pagina moeten worden voorzien met daarop een eenvormige sa-
menvatting. Ook aparte facturen voor elektriciteit en gas kunnen overwogen wor-
den. Ten slotte werd gewezen op het belang van het niet opnemen van wijzigingen
van contractuele voorwaarden. Deze zouden onderwerp moeten zijn van aparte
communicatie
3.4 Waarborgen
Leveranciers vragen soms van afnemers met (vermoedelijke) betalingsproblemen
een te hoge waarborg om klant te kunnen blijven of te worden. Het is ook vaak
onduidelijk wanneer deze teruggegeven wordt (Deekens, Lauwaert, Lenaerts, Van
der Wilt, & Vermeiren, 2011). In het bestaande consumentenakkoord is geen regle-
mentering hieromtrent opgenomen. Strikte en duidelijke regels voor waarborgen
zijn uiteraard van belang. Enkel op deze manier kan verzekerd worden dat mensen
in armoede niet verhinderd worden door grote waarborgbedragen om zich bij een
leverancier aan te sluiten. In het overleg binnen het Steunpunt werd verwezen naar
het systeem in het Brussels Gewest. Daarbij mogen leveranciers enkel een waar-
borg vragen als de klant bij hem schulden heeft. Vergelijkbaar met de huurwaar-
borg wordt daarbij het bedrag op een geblokkeerde rekening geplaatst. Hoewel
dit een interessante regeling lijkt, werd wel gesignaleerd dat deze regeling tot nu
toe nooit zou zijn toegepast en dat leveranciers in de praktijk klanten met schul-
den zouden weigeren. In Wallonië werd ondertussen de waarborg beperkt tot drie
maanden en leveranciers moeten er aan klanten een aanbod doen op een niet-dis-
criminerende manier.
In elk geval verdient het meer onderzoek om de verschillende praktijken na te gaan
en te zoeken naar geschikte oplossingen. Striktere regels kunnen ingeschreven wor-
den in het consumentenakkoord (voor heel België) of in de gewestelijke regelge-
vingen.
163