2 7
Het recht op energie: lessen uit
een dialoog
Henk Van Hootegem
1. Het recht op energie
Ooit zei een politicus dat het thema energie het hart van onze samenleving
vormt. Een hart laat je niet zomaar in de steek. Een hart dat goed pompt,
zorgt voor bloedcirculatie in je hersenen waardoor we zuurstof krijgen in al
onze belangrijke organen in ons lichaam. Het is dus levensnoodzakelijk. Net
zoals energie (Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid
en sociale uitsluiting, 2015, p.151).
In het Algemeen Verslag over de Armoede (ATD Vierde Wereld, Vereniging van Bel-
gische Steden en Gemeenten (afdeling Maatschappelijk Welzijn), & Koning Boude-
wijnstichting, 1994) en in het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de
Gewesten en de Gemeenschappen inzake de bestendiging van het armoedebelei
staat armoede omschreven in termen van schending van mensenrechten. Het is de
wettelijke opdracht van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonze-
kerheid en sociale uitsluiting (verder: Steunpunt) om de effectiviteit van de uitoefe-
ning van rechten in situaties van armoede te evalueren. Vooraleer we verslag doen
van een dialoog die het Steunpunt organiseerde rond het recht op energie, begin-
nen we dit artikel door het energiethema te plaatsen binnen deze rechtenaanpak.
Het recht op energie wordt niet uitdrukkelijk vermeld in onze Grondwet, maar er
kan juridisch geargumenteerd worden dat dit vervat zit in artikel 23 van de Grond-
wet. Dat bepaalt dat iedereen het recht heeft om een menswaardig leven te lei-
den. Zo kan het verbonden worden met het recht op een behoorlijke huisvesting,
maar ook met het recht op bescherming van de gezondheid, beide gewaarborgd
onder artikel 23 van onze Grondwet. In eerdere tweejaarlijkse Verslagen van het
Steunpunt meldden verenigingen waar armen het woord nemen dat veel van hun
gezondheidsproblemen toe te schrijven zijn aan de slechte omstandigheden waarin
ze leven, zoals het gebrek aan warm water of onvoldoende verwarming (Steunpunt
tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, 2003). Het
recht op energie wordt ook impliciet via andere regelgeving erkend, waarbij een
gegarandeerde minimumverlening kan gezien worden als een onderdeel van een
effectief recht op energie. Ook in de gewestelijke Wooncodes vinden we woonkwa-
liteitsvereisten met betrekking tot energie. Zo heeft artikel 5, §1 van de Vlaamse
Wooncode het onder andere over verwarmingsmogelijkheden (aanwezigheid van
voldoende veilige verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woon-
functie tot een normale temperatuur te kunnen verwarmen), verlichtingsmogelijk-
heden en minimale energetische prestaties.
157