OASeS-Jaarboek2016-05 - page 152

Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
vloeden van het gedrag bij de eindconsument (via informatiecampagnes of ener-
giesnoeiers) en deels naar energie-efficiënte aanpassingen aan de woning (via le-
ningen of subsidies).
Het potentieel van gedragseffecten wordt echter snel overschat. Onze ervaringen
tonen dat mensen in armoede al erg bewust met energie omgaan omdat net zij
maar al te goed weten dat de rekening aantikt (zie hoofdstuk 4). Bovendien zijn er
soms goede redenen waarom iemand meer verbruikt dan de gemiddelde Vlaming.
Zo zullen mensen wiens leven zich vooral binnenshuis afspeelt inderdaad meer
verbruiken dan mensen die voortdurend voor werk of ontspanning onderweg zijn.
4.3 Investeer in woonkwaliteit
Maatregelen gericht op het verbeteren van de woonkwaliteit richten zich nog te
vaak op eigenaars. Mensen in armoede zijn vaker huurders en zij die wel een eigen
woning bezitten, kunnen die ook met overheidssteun niet renoveren. Voor huur-
ders voorzagen verschillende bevoegde ministers enkele kleinere maatregelen,
maar helaas merken we dat ook deze effecten minimaal blijven. We denken hierbij
bijvoorbeeld aan energieleningen voor verhuurders of premies voor dakisolatie.
De verhuurder moet hierbij aan erg veel regels voldoen voor hij hier gebruik van
kan maken, gaande van verhuren via sociale verhuurkantoren aan een bepaalde
doelgroep tot verhuren aan huurprijzen die lager liggen dan de marktprijs. Boven-
dien hinkt de sociale huurmarkt duidelijk achterop, waardoor ook die huurders een
kwetsbare groep vormen en in sociale woningen verblijven die niet voldoen aan
de minimale kwaliteitsvereisten. De woonkwaliteit en energie-efficiëntie van de
Vlaamse woningen verhogen, zal niet van vandaag op morgen kunnen, maar kan
zeker worden versneld.
Binnen de sociale huur moeten dringend voldoende middelen worden voorzien
voor degelijke renovaties, zodat energiefacturen ook daar kunnen dalen. We mo-
gen niet blijven aanvaarden dat mensen in sociale huurwoningen leven waar koude
via ramen en kieren naar binnen komt en warmte via de muren naar buiten gaat.
Op de private huurmarkt speelt een belangenconflict. De eigenaar is verantwoor-
delijk voor de woning en de kwaliteit ervan, terwijl de huurder de energierekening
betaalt. Voor de eigenaar levert een investering in woonkwaliteit dus niet onmid-
dellijk op, terwijl ze voor de huurder een groot verschil maakt. Via gericht beleid
kan een overheid hier verandering in brengen. We zien dat dit bij bijvoorbeeld de
premies voor dakisolatie wel gebeurt: de overheid subsidieert verhuurders wan-
neer ze werk maken van betere isolatie van de verhuurde woning. Restrictieve re-
gels zorgen er echter voor dat nog te weinig verhuurders toehappen.
De energieleningen van de Vlaamse overheid blijven zich vooral richten op eige-
naars of de beperkte groep van eigenaars die verhuren via sociale verhuurkan-
toren. Als een overheid het echt meent met het aanpakken van de oorzaken van
energiearmoede voor kwetsbare gezinnen, moet dringend overlegd worden met
150
1...,142,143,144,145,146,147,148,149,150,151 153,154,155,156,157,158,159,160,161,162,...222
Powered by FlippingBook