Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
In functie van een tarifering die aan sociale, solidaire en ecologische criteria be-
antwoordt, schuift de overleggroep een combinatie van volgende elementen naar
voren :
• een abonnement of vaste vergoeding die zo laag mogelijk gehouden wordt, met
vrijstelling voor bepaalde groepen, in functie van de toegang tot energie en van
rationeel energiegebruik;
• een basishoeveelheid energie en water aan een lage prijs;
• een hogere prijs voor de volgende verbruiksschijf of –schijven;
• de gezinsgrootte moet in rekening worden genomen;
• sociale tarieven voor groepen in armoede en bestaansonzekerheid;
• een fonds dat kan tegemoet komen in het kader van specifieke ondersteunings-
maatregelen, zowel op financieel als technisch vlak (cfr. het energiefonds en het
sociaal waterfonds in het Waalse en Brusselse Gewest);
• een solidariteitsbijdrage in het kader van de Noord-Zuidproblematiek (cfr. Brus-
sels Gewest, wat water betreft);
• een sterke link met een woonbeleid dat focust op maatregelen ter verbetering
van de energie- en waterprestatie van de woninggelegenheden voor huishou-
dens met een laag inkomen.
De overleggroep benadrukt het belang van betaalbare energie voor mensen die
geen recht op sociale tarieven hebben. Hier is ook de kwestie van de btw-heffing
belangrijk: tussen 1 april 2014 en 31 augustus 2015 was er een verlaging van de btw
op elektriciteit van 21% naar 6%. Sinds 1 september 2015 geldt echter opnieuw het
21%-tarief voor elektriciteit. Nochtans kan men elektriciteit, net zoals water, als een
levensbelangrijk goed beschouwen. Een aantal actoren wijzen op de interessante
piste om de prijzen te plafonneren (zoals tijdens een bepaalde periode in de vorige
legislatuur ook het geval was). De netbeheerders signaleren echter de moeilijkheid
dat de overheid vaak nieuwe maatregelen aanneemt die de netbeheerders geld
kosten, wat moeilijk te combineren is met een prijzenplafonnering. Ze benadrukken
dat in Vlaanderen bijvoorbeeld, ongeveer de helft van de distributienettarieven in-
zake elektriciteit naar financiering gaat van de openbaredienstverplichtingen.
Ook de overleggroep wijst op het vraagstuk van de financiering van de openba-
redienstverplichtingen. Deze zou eigenlijk via de algemene middelen moeten ge-
beuren. Door het belastingsysteem draagt iedereen dan progressief bij, volgens
inkomen. De openbaredienstverplichtingen inzake rationeel energiegebruik in
Vlaanderen bijvoorbeeld, werden vroeger ook met algemene middelen gefinan-
cierd. Een ander voorstel betreft het voorzien van een heffing die moet dienen voor
de financiering van de openbaredienstverplichtingen en waarvan bepaalde groe-
pen worden vrijgesteld. Ook de SERV en Minaraad stellen zich, naar aanleiding van
de nieuwe watertarifering, de vraag of sociale correcties en openbaredienstver-
plichtingen niet op een andere manier moeten worden gefinancierd. Ze suggereren
om andere mogelijkheden, zoals heffingen, taksen, toeslagen, een aparte bijdrage,
… te onderzoeken (SERV & Minaraad, 2016).
168