Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
Noten
1 Noot van de redactie: In dit hoofdstuk wordt hoofdzakelijk gesproken over
‘energiekwetsbaarheid’. Dit is een letterlijke vertaling van de term ‘précarité
énergétique’. Die term komt veel voor in de Franstalige literatuur, maar min-
der in de Angelsaksische en Nederlandse. Verder in dit hoofdstuk wordt het
onderscheid tussen ‘energiearmoede’ en ‘energiekwetsbaarheid’ toegelicht.
We kozen er voor om de term energiekwetsbaarheid te gebruiken, zoals de
auteurs van deze bijdrage, die vertaald werd uit het Frans, dat ook beoogden.
2 Dit hoofdstuk bespreekt de resultaten van een deel van het onderzoek ge-
naamd ‘2GENDERS’ (Generation and Gender ENergy DEprivation: Realities and
Social policies), gecoördineerd door de Université catholique de Louvain en
uitgevoerd in samenwerking met de universiteiten van Mons, Antwerpen en
Birmingham. Dit project wordt gefinancierd door het wetenschappelijk beleid
van de Belgische federale overheid (Belspo) voor de periode 2014-2017. Het
project heeft als doel om op basis van kwantitatieve en kwalitatieve methoden
een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van energiearmoede in België en
de kwetsbaarheden die ermee gepaard gaan en vervolgens politieke aanbe-
velingen te doen.
3 Voor goede samenvattingen van deze studies, zie Liddell & Morris (2010) en
Walker & Day (2012).
4 In dit kwantitatieve deel analyseren we de Belgische gegevens uit de ‘EU-SILC’
(‘The European Union Statistics on Income and Living Conditions’) en ‘GGP’
(‘Generations and Gender Programme’).
5 De vergelijking met de situaties in Frankrijk zoals beschreven in de literatuur
(zie bv. Zélem, 2013) gaat niet altijd op voor onze bestudeerde subregio op
het vlak van openbaar vervoer, aangezien de geografische woondichtheid erg
hoog is in België in het algemeen en in de bestudeerde subregio in het bijzon-
der. Het openbaarvervoernet, vooral het busnet, is dus erg dicht, maar de fre-
quentie van ritten kan ontoereikend zijn en de afstand tot de dichtstbijzijnde
bushalte kan ver zijn (enkele honderden meters) voor personen met beperkte
mobiliteit.
6 Deze maatregelen zijn talrijk (subsidies voor de isolatie van daken, muren,
vloeren, dubbelglas, zuinigere verwarmingssystemen, …) en zijn federale, ge-
westelijke of gemeentelijke bevoegdheden. Bovendien varieert de steun, soms
sterk, naargelang welke regering aan de macht is. Wie hierover meer wil we-
ten, vindt een bondig overzicht van deze maatregelen per 1 september 2014
in het hoofdstuk van Bartiaux e.a. (2015). Het merendeel van de maatregelen
om woningen energiezuiniger te maken, vergt een initiële investering en is
(weliswaar niet in de wetteksten, maar wel in de praktijk) gericht op huisei-
genaars, waardoor talloze gezinnen die in energiekwetsbaarheid leven uit de
boot vallen.
94