OASeS-Jaarboek2016-05 - page 92

Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
Hij [haar man], met zijn toestand, hij was erkend door […] het Fonds voor
gehandicapten, en ik ben alle uitkeringen verloren [na zijn dood]. Alles, alles
[…] Ik had geen recht meer op sociaal tarief voor gas, voor elektriciteit …
(mevrouw E., zestiger, huurt een huis in een sociale woonwijk waar zij woont
met haar tienerdochter).
Andere mensen voelen zich uitgesloten door maatregelen uit het klimaat- en ener-
giebeleid die bedoeld zijn om de toegang tot energie te bevorderen of om het ener-
gieverbruik en dus de energiefactuur te verlagen
.
6
Maar waar ik dus niet mee akkoord ga, dat is euh… die dingen [zonnepa-
nelen], dat heeft toch nogal een prijskaartje … En dat blijft dus altijd voor-
behouden voor de elite, feitelijk (mevrouw H., dertiger, huurt een apparte-
ment in de privésector, woont alleen).
Bijvoorbeeld voor die zonnepanelen daar, daar rekenen ze ons zomaar 90
euro voor aan op onze factuur (dochter van mevrouw O.).
Dat vind ik niet kunnen. Wij hebben daar geen geld voor. Wij hebben niet
de middelen. Wij zouden er wel willen, maar wij hebben er geen geld voor
om er te plaatsen, maar we moeten wel meebetalen voor de meeste die in
Vlaanderen op de daken liggen, bij de rijke mensen (mevrouw O., zestiger,
bezit een huis samen met haar dochter en woont er met haar dochter en
haar zoon, beiden twintigers).
De overheidssubsidies voor fotovoltaïsche zonnepanelen zijn voorbehouden aan
een zekere “elite” zoals mevrouw H. hierboven zegt, en dat wordt ook bevestigd
door onderzoek (Maréchal, 2009; Bartiaux, Schmidt, Horta, & Correia, 2016): deze
“elite” kan zich de nodige investeringen veroorloven om de woning energiezuini-
ger te maken, maar bovendien worden de bijdragen betaald door alle belasting-
betalers, ook door mensen die in energiekwetsbaarheid leven. Men voelt zich dus
dubbel gestraft, wat gevoelens van onrechtvaardigheid en uitsluiting alleen maar
in de hand werkt.
Tot slot is de ervaring van kwetsbaarheid gekleurd door de voorstellingen die maat-
schappelijk werkers, maar ook de steuntrekkenden zelf, zich maken. De interactie
tussen de steunaanvrager enerzijds en diegene die de steun toekent anderzijds,
is impliciet onderhevig aan een moreel contract tussen de ontvanger en de toe-
kenner (Franssen, Van Dooren, Kuppens, Druetz, & Struyven, 2013). Als ze zich in
een positie geduwd voelen waar ze iets verschuldigd zijn, voelen mensen die in
energiekwetsbaarheid leven zich gestigmatiseerd en beschaamd. Zij gaan gebukt
onder dit zelfbeeld:
Ik ben beschaamd om daar naartoe te gaan [het OCMW]. Ik ben beschaamd
om hulp te vragen
(mevrouw H., dertiger, huurt een appartement in de pri-
vésector, woont alleen).
90
1...,82,83,84,85,86,87,88,89,90,91 93,94,95,96,97,98,99,100,101,102,...222
Powered by FlippingBook