 
          Energiearmoede in cijfers
        
        
          1 1
        
        
          meer licht op het energieverbruik van 10.000 Vlaamse woningen. Bijna 70% van de
        
        
          onderzochte woningen is een eengezinswoning tegenover ongeveer 30% meerge-
        
        
          zinswoningen. 48,9% is gebouwd voor 1970. 26,2% is gebouwd
        
        
          tussen 1970 en 1990, 17,3% is gebouwd tussen 1990 en 2005
        
        
          en slechts 7,7% is gebouwd na 2005. In 1992 werd de eerste
        
        
          energiewetgeving ingevoerd in Vlaanderen en moesten nieuw-
        
        
          bouwwoningen een minimale hoeveelheid isolatie en isolerend
        
        
          glas hebben. Sinds 2006 moeten de totale energieprestatie van
        
        
          woningen en het isolatieniveau van de verschillende ‘schildelen’
        
        
          (dak, gevel, vloer, ramen) aan minimale eisen voldoen. Meer
        
        
          dan drie kwart van de woningen is dus gebouwd zonder aan
        
        
          enige energiewetgeving te moeten voldoen (Ceulemans & Ver-
        
        
          beeck, 2015).
        
        
          Wat de isolatie betreft, stellen Ceulemans en Verbeeck (2015)
        
        
          vast dat de meerderheid van de woningen (bijna) overal isolerend
        
        
          glas heeft (zie tabel 4). 11% heeft nog nergens isolerende begla-
        
        
          zing. In 70% van de Vlaamse woningen is (bijna) overal dakisolatie
        
        
          aanwezig. 60% van de woningen heeft nergens vloerisolatie en
        
        
          45% heeft geen muurisolatie. 51% van de Vlaamse woningen beschikt overal over
        
        
          leidingisolatie. Het inkomensniveau, het opleidingsniveau en de activiteitsstatus van
        
        
          gezinnen zijn bepalend voor de aanwezigheid van isolatie. Huishoudens in de so-
        
        
          cio-economisch zwakkere categorieën moeten het veel vaker stellen met een woning
        
        
          zonder isolatie (voor alle soorten isolatie).
        
        
          
            Tabel 4.
          
        
        
           Isolatie van woningen (in %), Vlaanderen, 2013
        
        
          
            Bijna overal
          
        
        
          
            Niet overal
          
        
        
          
            Bijna nergens
          
        
        
          Isolerend glas
        
        
          76,8
        
        
          12,1
        
        
          11,2
        
        
          Dakisolatie
        
        
          69,9
        
        
          8,2
        
        
          22,0
        
        
          Muurisolatie
        
        
          44,8
        
        
          11,1
        
        
          44,1
        
        
          Vloerisolatie
        
        
          31,4
        
        
          8,7
        
        
          60,0
        
        
          Leidingisolatie
        
        
          50,9
        
        
          14,0
        
        
          35,1
        
        
          
            N=10.010
          
        
        
          
            Bron: Ceulemans & Verbeeck, 2015.
          
        
        
          In 82% van 5.000 gedetailleerd gescreende woningen is centrale verwarming aan-
        
        
          wezig, maar huishoudens uit de laagste twee inkomenskwintielen, huishoudens
        
        
          met lage activiteitsstatus (werkloos of ziek), huishoudens waarvan de respondent
        
        
          maximum een diploma lager middelbaar onderwijs heeft, alleenstaanden en per-
        
        
          sonen ouder dan 65 jaar hebben minder vaak een centrale verwarming. Naar ener-
        
        
          giebron blijkt dat aardgas de belangrijkste bron voor verwarming is (67,5% van de
        
        
          Vlaamse woningen), gevolgd door stookolie (23%). 7% van de Vlaamse woningen
        
        
          maakt gebruik van elektriciteit als brandstof voor de verwarming. Steenkool, hout,
        
        
          butaan‐ of propaangas worden weinig gebruikt als hoofdbrandstof. Wat de aanwe-
        
        
          zigheid van systemen op hernieuwbare energie betreft, komen zonnepanelen (voor
        
        
          Het gemiddelde
        
        
          energieverbruik
        
        
          van een Belgische
        
        
          woning per
        
        
          vierkante meter
        
        
          per jaar ligt meer
        
        
          dan 70% boven het
        
        
          gemiddelde van de
        
        
          Europese Unie
        
        
          37