Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
Tabel 1.
Relatief armoederisico (in %) naar geslacht, leeftijd, huishoudtype,
activiteits-status, opleidingsniveau en woningbezit, Vlaanderen (2014) en België
(2015).
Vlaanderen
2014
België
2015
Totaal
11,1
14,9
Geslacht
Man
10
14,1
Vrouw
12
15,6
Leeftijd
0-17 jaar
14
18,0
18-24 jaar
10
18,5
25-49 jaar
9
13,5
50-64 jaar
9
12,1
65 jaar en ouder
15
15,2
Huishoudtype
Alleenstaande
18
21,2
Twee volwassenen (minstens 1 >65 jaar)
14
12,5
Twee volwassenen (beide <65 jaar)
4
8,6
Eenoudergezin
33
35,7
Twee volwassenen en één afhankelijk kind
8
9,5
Twee volwassenen, twee afhankelijke kinderen
6
9,3
Twee volwassenen, drie of meer afhankelijke kinderen
14
21,1
Activiteitsstatus (16 +’ers)
Werkenden
4
4,6
Werklozen
33
40,5
Gepensioneerden
12
12,4
Andere inactieven
22
30,3
Opleidingsniveau
(18 +’ers)
Lage opleiding
20
24,5
Gemiddelde opleiding
9
13,8
Hoge opleiding
5
6,7
Woningbezit
Eigenaar
8
8,1
Huurder
25
32,8
Geboorteland (18 +’ers)
Geboren in EU *
8
19,9
Geboren buiten EU
41
41,5
Bron: Vlaanderen: EU-SILC 2014 op basis van Belgische armoederisicodrempel (cijfers werden
afgerond omwille van een grotere foutenmarge); België: EU-SILC 2015.
NB. Armoederisico o.b.v. 60% armoederisicodrempel voor België (€ 1.085 voor een alleen-
staande in 2014, € 1.083 in 2015).
* geboorteland: Vlaanderen: geboren in EU, inclusief België; België: geboren in EU, uitgezonderd België.
Met een laag inkomen zijn vooral de kosten voor wonen en energie zwaar om dra-
gen. Zo gaven de 25% laagste inkomensgezinnen in Vlaanderen in 2014 39% van hun
consumptie-uitgaven uit aan wonen en energie (zie paragraaf 4). Eerst onderzoe-
32