1 1
Energiearmoede in cijfers
Jill Coene & Bart Delbeke
1. Inleiding
Zoals duidelijk werd in de inleiding van dit Jaarboek, is energiearmoede een com-
plex concept dat verschillende invullingen kent naargelang de context. In dit hoofd-
stuk presenteren we een kwantitatieve schets van energiearmoede in België en/of
Vlaanderen op basis van het beschikbare cijfermateriaal. We stelden in eerder on-
derzoek (Huybrechs, Meyer, & Vranken, 2011; Hills, 2011) vast dat energiearmoede
drie belangrijke oorzaken kent: een gebrekkig inkomen, een ontoereikende wo-
ningkwaliteit en stijgende energieprijzen. We bekijken eerst welke rol deze factoren
spelen. Daarna presenteren we cijfers inzake energiearmoede vanuit verschillende
perspectieven. Op basis van de ‘energiearmoedebarometer’ becijferen we de om-
vang van ‘gemeten energiearmoede’, ‘verborgen energiearmoede’ en ‘subjectieve
energiearmoede’. Ten slotte beschouwen we energiearmoede vanuit de optiek van
betalingsmoeilijkheden, waarbij een cascade in werking kan treden van afbetalings-
plannen naar budgetmeters/stroombegrenzers tot afsluitingen.
2. Het inkomen van gezinnen
In eerder onderzoek naar energiearmoede kwam het inkomen van gezinnen naar
voor als belangrijke factor die het risico van gezinnen om in energiearmoede terecht
te komen sterk bepaalt. Daarom beginnen we dit hoofdstuk met een bespreking
van de inkomens van gezinnen. We baseren ons daarvoor op de ’European Union
Statistics on Income and Living Conditions’ (EU-SILC) enquête. Die wordt jaarlijks af-
genomen bij ongeveer 6.000 Belgische huishoudens en peilt naar
de inkomens- en leefomstandigheden van gezinnen
De recentste
inkomensdata hebben betrekking op inkomstenjaar 2014 (EU-SILC
2015). Volgens deze gegevens bedroeg het mediaan equivalen
beschikbaar inkomen in België € 21.654. Dat wil zeggen dat 50%
van de Belgische bevolking een inkomen had dat lager lag. Wie
een inkomen had dat lager lag dan 60% van dit mediaan inkomen
(de relatieve armoederisicogrens), wordt beschouwd als arm.
Concreet betekent dit dat iemand als arm wordt beschouwd wan-
neer zijn/haar maandelijks beschikbaar inkomen lager lag dan €
1.083 (voor een alleenstaande). Voor een koppel met twee kin-
deren bedraagt deze armoederisicogrens omgerekend € 2.27
.
In België leefde in 2015 14,9% van de bevolking met een verhoogd armoederisico.
Vooral alleenstaande ouders, koppels met drie of meer afhankelijke kinderen, al-
leenstaanden, werklozen, andere niet-actieven, laaggeschoolden, huurders en per-
sonen geboren buiten de Europese Unie hebben een hoger relatief armoederisico
(zie tabel 1).
In België
leefde in 2015
14,9% van de
bevolking met
een verhoogd
armoederisico
31