Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
bewoners, kent de leeftijdsklasse tussen 45 en 64 jaar het laagste aandeel wonin-
gen van ontoereikende kwaliteit (34%) en de jongste leeftijdsklasse (18-34 jaar) het
hoogste aandeel (42%). Alleenstaanden (47%) en eenoudergezinnen (41%) wonen
vaker in een woning van ontoereikende kwaliteit dan koppels met (32%) en zonder
kinderen (31%). De woningkwaliteit neemt toe met het inkomen: de twee laag-
ste inkomenskwintielen hebben het hoogste aandeel woningen van ontoereiken-
de kwaliteit (43 en 44%), het hoogste inkomenskwintiel heeft het laagste aandeel
(29%). In de centrumsteden zijn meer woningen van ontoereikende kwaliteit (42%)
dan in de overige gebieden (35%).
Tabel 3.
Woningkwaliteit in Vlaanderen, 2013
% in
steekproef
GWO
Extrapolatie
(geschat aantal
woningen
in Vlaanderen)
Gebreken
Ernstige bouwtechnische structurele gebreken
5,1
136.000
Andere bouwtechnische gebreken
58,7
1.577.800
Gebrek aan elektrische installatie
21,2
571.300
Gebrek aan verwarmingsinstallatie
5,0
134.000
Gebrek aan binnenklimaat en/of basiscomfort
45,2
1.200.000
Ontoereikende kwaliteit (score > 15)
waarvan redelijk eenvoudig aanpasbaar
waarvan structureel ontoereikend
37,2
65,0
35,0
999.400
650.000
350.000
N= 4.724
Bron: Vanderstraeten & Ryckewaert (2015).
Volgens Vanderstraeten en Ryckewaert (2015) zou door een combinatie van aange-
past gebruik, het opvolgen van de wettelijke voorschriften voor het nazicht, onder-
houd en de plaatsing van technische installaties en beperkte herstellingswerken,
65% van de woningen (± 650.000 woningen) uit de categorie van ‘ontoereikende
kwaliteit’ kunnen gehaald worden. Ongeveer 350.000 woningen blijven ondanks
deze aanpassingen ontoereikend (dit is 13% van het totale Vlaamse woningbe-
stand). Hier zijn structurele ingrepen nodig om de woning in orde te brengen,
maar deze brengen ook aanzienlijke kosten mee. Het gaat immers hoofdzakelijk om
bouwtechnische problemen (bijvoorbeeld stabiliteitsproblemen, vochtproblemen
of gebreken aan ramen en deuren) en problemen die voortvloeien uit de structuur,
indeling en uitrusting van de woning (bijvoorbeeld een te steile trap, het ontbreken
van sanitaire voorzieningen, gebrekkige lichtinval of het niet halen van de minimale
woonoppervlakte vereiste).
3.2 Een sterk verouderd en energieverslindend patrimonium
Het Belgische woningenpark is sterk verouderd. Zo is 77% van de Belgische gebou-
wen twintig jaar of ouder en ligt het gemiddelde energieverbruik van een Belgische
woning per vierkante meter per jaar meer dan 70% boven het gemiddelde van de
Europese Unie (Bonnard e.a., 2015). Het Grote Woononderzoek 2013 werpt ook
36