Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
garantie’. Er is geen begininvestering door bewoners nodig. De gezinnen betalen de
investering terug met effectief gerealiseerde energiewinsten. Na vijf jaar is de le-
ning terugbetaald en kunnen de bewoners zelf over de winst op de energiefactuur
beschikken. In 2015 startte een driejarig project om het concept te optimaliseren
en toe te passen in vijftig West-Vlaamse woningen.
Een mogelijke goede praktijk betreft een voorstel van de SERV (2016), die een ‘rond-
gang’ bij kwetsbare gezinnen voorstelt, naar analogie van de energiescans. Lokale
actoren kunnen via een ‘energieloket
(een netwerk van bestaande instanties die
actief zijn rond energiearmoede en/of wonen) kwetsbare gezinnen bezoeken. Het
doel is om hen 250 euro per jaar besparing aan te bieden door de (energie)kosten
te verminderen. Na een plaatsbezoek moeten de gezinnen worden begeleid om de
besparing effectief te realiseren. Na een jaar is opvolging van de interventie vereist.
Om alle gezinnen in energiearmoede op vijf jaar te bereiken, zijn ongeveer 50.000
bezoeken per jaar nodig, een verdubbeling van het huidige aantal energiescans.
Deze aanpak zou volgens de SERV (2016) vooral de opname van bestaande maat-
regelen en premies door kwetsbare groepen verhogen. Komosie (2016) ziet in deze
‘rondgang’ heel wat mogelijkheden voor de Energiesnoeiers (zie bijlage achteraan
het Jaarboek). Ook zij leggen in het kader van ‘energiescans’ huisbezoeken af om
gezinnen te adviseren en energiebesparende ingrepen door te voeren. Momenteel
bestaan al opvolgscans om gezinnen na een basisscan op maat te begeleiden
Ko-
mosie meent dat het versterkt inzetten op deze opvolgscans aansluit bij het voor-
stel van de SERV en heeft alvast een aantal aanbevelingen geformuleerd om deze
scans efficiënter en effectiever te maken (Komosie, 2016).
Diverse organisaties zetten projecten op en trachten kwetsbare doelgroepen te
bereiken. Zo ontwikkelde Samenlevingsopbouw twee pilootprojecten rond ener-
giezuinige huishoudtoestellen voor mensen in armoede, in het kader van het im-
pactprogramma ‘Energie voor allen’ van Ashoka en de Koning Boudewijnstichting
(zie Cools & Oosterlynck, 2015). Het doel was om het energieverbruik van gezinnen
te verlagen door oude energieverslindende huishoudtoestellen te vervangen door
energiezuinige toestellen, waarvoor mensen in armoede vaak niet de middelen
hebben. Er zou worden geëxperimenteerd met twee financieringsmodellen. In Po-
peringe zou een duurzaam leasesysteem worden opgezet waarbij een commerciële
partner energiezuinige huishoudtoestellen ter beschikking zou stellen die mensen
in armoede aan een voordelig tarief zouden kunnen huren. In Beerse zou samen
met lokale besturen en commerciële partners een rollend fonds worden opgezet
om de aankoop van energiezuinige toestellen mogelijk te maken. De pilootprojec-
ten zouden starten in 2015, maar in juli 2015 besliste de Vlaamse Regering om de
Vlaamse Energielening (zie bijlage achteraan dit boek) uit te breiden. Daardoor zou-
den kwetsbare doelgroepen ook een renteloze lening kunnen afsluiten voor ener-
giezuinige huishoudtoestellen (mits een energiescan aantoont dat hun toestellen
aan vervanging toe zijn).
Ook energiesnoeiers voeren lokaal verschillende experimenterende praktijken uit.
Zo loopt er via een samenwerking tussen de energiesnoeiers van vzw Werkspoor
72