Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
SERV te overwegen. Dit laatste punt hangt samen met het probleem van prefinan-
ciering: investeringen moeten eerst gefinancierd worden, vooraleer men voordeel
kan doen met premies, belastingaftrek en lagere energiefacturen. De SERV (2016)
pleit er daarom voor om een prefinancieringsinstrument uit te bouwen en sommige
premies te verhogen. Samenlevingsopbouw (2016) vindt alvast dat er meer ambitie
moet worden getoond door voldoende budget vrij te maken om een ruimer aantal
projecten dakisolatie, spouwmuurisolatie en hoogrendementsglas te kunnen uit-
voeren. Bovendien zouden middelen voor energiebesparende maatregelen priori-
tair moeten worden ingezet op het bestrijden van energiearmoede met duidelijke
inkomensgrenzen voor premies (waarbij best wordt ingezet op basisinvesteringen
in dakisolatie, isolerende beglazing en een energiezuinige verwarmingsketel) (Sa-
menlevingsopbouw, 2014a).
Ook de Vlaamse Woonraad (2016) wil de REG-subsidies voorbehouden voor wie
ze echt nodig heeft. Toch vraagt de organisatie zich af hoe de vooropgestelde ac-
ties structureel zullen bijdragen aan energierenovatie van de 300.000 woningen
van zwakke huishoudens (Vlaamse Woonraad, 2016). Er moet een debat worden
gevoerd over het recht op wonen en de toegang tot energie. Wonen zonder toe-
gang tot voldoende energie kan volgens de Woonraad worden beschouwd als een
schending van het basisrecht op wonen. Minimumgaranties verzekeren dat ieder
huishouden tegen een betaalbare prijs over een redelijke basishoeveelheid water
en energie kan beschikken om menswaardig te kunnen wonen en leven.
Er rees een storm van protest over de impact van de verhoogde energieprijzen voor
lage inkomens door de hierboven beschreven recente beleidswijzigingen. Volgens
de Vlaamse Woonraad (2016, p.8):
[zijn] de toenemende energieprijzen […] in het bijzonder voelbaar en belas-
tend voor zwakke inkomensgroepen. [...] [Ze] kunnen dan een neerwaart-
se spiraal in gang zetten en de bestaande problemen versterken. De Raad
vraagt hiervoor extra aandacht en meent dat het beleid specifiek kan inzet-
ten op selectieve maatregelen die effectief ingrijpen op de energieprijzen.
Het Netwerk tegen Armoede betreurt dat de bijdrage van 25 euro voor lage inko-
mens in het kader van het energiefonds nog steeds een aanzienlijk bedrag is bo-
venop de andere prijsstijgingen
Samenlevingsopbouw (2016) hoopt dat er nog
een armoedetoets zal plaatsvinden op het effect de prijsstijgingen, zoals was aan-
gekondigd.
De SERV (2016) betreurt dat de nota vooral oog heeft voor de vermindering van de
energiekost door de verbetering van de energieprestaties van woningen, terwijl an-
dere oorzaken van energiearmoede buiten beeld blijven. Meer aandacht is volgens
de SERV nodig voor andere belangrijke en stijgende gezinsuitgaven (zoals de kosten
voor wonen), de energieprijzen, de gepastheid van de woning, het energiegedrag
van de bewoners, de gebruikte energiebron en –drager en de energiezuinigheid van
de apparaten en toestellen. Ook Komosie, de koepel van milieuondernemers in de
sociale economie, stelt dat het belangrijk is om niet enkel oog te hebben voor grote
68