Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
7. Conclusie
In dit hoofdstuk boden we een kwantitatief overzicht van energiearmoede. Bijna
15% van de Belgen geeft teveel uit aan energie in verhouding tot het inkomen na
aftrek van de woonkosten. 4% geeft potentieel te weinig uit in vergelijking met wat
een standaardgezin uitgeeft en leeft dus in verborgen energiearmoede.
De belangrijkste oorzaken van energiearmoede zijn een ontoereikend inkomen,
hoge energiefacturen en gebrekkige woonomstandigheden. In België leeft meer
dan een op de zeven personen in een gezin met een inkomen onder de armoede-
grens. Vooral huurders houden na aftrek van de uitgaven voor wonen nog weinig
over voor andere uitgaven, zoals energie. Mensen in armoede wonen bovendien
vaker in een woning van slechte kwaliteit. Ons woningpatrimonium is sterk verou-
derd en een aanzienlijk aantal woningen is onvoldoende geïsoleerd. 37% van de
Vlaamse woningen is van ontoereikende kwaliteit en meer dan een derde daarvan
vergt structurele aanpassingswerken, waarvan de kosten hoog oplopen. Mensen in
armoede missen veelal de financiële capaciteit om dergelijke werken uit te voeren
(of kunnen, als huurder, geen aanpassingen doen). Het energieverbruik loopt dan
al snel op.
De kostprijs van elektriciteit en aardgas nam in België op negen jaar tijd toe met
respectievelijk 44% en 13% en zal wellicht in de toekomst nog verder stijgen. Bijna
19% van de mensen in armoede rapporteerde dat ze wegens financiële problemen
minstens een keer de rekeningen van de nutsvoorzieningen niet konden betalen. In
de dossiers van budget- en schuldhulpverlening komen schulden voor nutsvoorzie-
ningen dan ook het vaakst voor.
In Vlaanderen moeten de energieleveranciers bij wanbetaling door de klant een
specifieke procedure volgen, die een aantal drempels tot afsluiting inbouwt, bij-
voorbeeld afbetaalplannen, budgetmeters, bemiddeling via de lokale adviescom-
missie, … Het aantal afbetalingsplannen bij de leveranciers daalde, net als het aan-
tal klanten dat na wanbetaling bij de netbeheerder terecht kwam. Ook het aantal
budgetmeters voor elektriciteit en aardgas daalde. Hoewel de meeste indicatoren
dus de goede richting uit gaan, vonden toch 1.115 afsluitingen van elektriciteit en
1.668 afsluitingen van aardgas plaats. Hoewel het om een daling gaat tegenover
2014, blijven deze cijfers de voorbije jaren relatief stabiel. Opvallend is dat een
groot aantal afgesloten punten heraangesloten wordt door een nieuwe bewoner.
Dat betekent wellicht dat gezinnen die afgesloten worden van energie verhuizen.
Helaas is er weinig zicht op deze problematiek. We verwijzen de lezer, die geïnte-
resseerd is in een kwantitatieve schets van het gelijkaardige probleem van ‘water-
armoede’, naar hoofdstuk 5.
54