OASeS-Jaarboek2016-05 - page 128

Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
Er bestaat geen algemeen aanvaardde indicator om waterarmoede te meten. Een
aantal cijfers duiden wel op de omvang van de problematiek, zoals het aandeel van
de waterfactuur tegenover het inkomen, zelfrapportage van huishoudens over de
betaalbaarheid van de factuur, schulden en het aantal afsluitingen van drinkwater.
In dit hoofdstuk bekijken we de belangrijkste cijfers. Eerst schetsen we beknopt de
context van drinkwaterlevering in Vlaanderen. Vervolgens gaan we dieper in op de
betaalbaarheid van de waterfactuur. Daarna focussen we op de procedure bij wan-
betaling in Vlaanderen. We ronden af met enkele beleidsaanbevelingen.
2. Drinkwater in Vlaanderen: de context
Het waterbeleid is een regionale bevoegdheid. Het Vlaams gewest is dus bevoegd
voor de productie en distributie van drinkwater, de zuivering van afvalwater en rio-
lering. Met de zesde staatshervorming kwam daar het prijsbeleid voor drinkwater
bij. In tegenstelling tot de energiemarkt is de drinkwatersector niet geliberaliseerd.
Drinkwater is een publieke voorziening, geleverd via watermaatschappijen (in
Vlaanderen zijn dat er negen). Deze zijn voornamelijk georganiseerd in intercom-
munales of regionale maatschappijen. Het Vlaamse Drinkwaterdecreet uit 200
2
2
voorziet onder andere in impulsen voor een duurzaam gebruik van water en een
duidelijke band tussen het verbruik van water en de afvalwaterheffing. De Vlaamse
Milieumaatschappij (VMM) is de regulator, deze is onder meer bevoegd voor het
controleren van de kwantiteit en kwaliteit van water en het innen van heffingen.
In Vlaanderen bestaat de waterfactuur uit drie componenten: de drinkwatercom-
ponent (de vergoeding voor de productie en levering van leidingwater), de ge-
meentelijke saneringsbijdrage (voor het afvoeren en inzamelen van gebruikt water)
en de bovengemeentelijke bijdrage (voor het zuiveren van afvalwater). De prijs
van drinkwater is verschillend naargelang de regio: in de goedkoopste gemeente
betaalt een gezin met twee personen en een verbruik van 75 m³ per jaar bijvoor-
beeld € 2,2418 per m³, in de duurste gemeente loopt dat op tot € 4,0692 per m³
(VMM, 2016a). Die prijsverschillen ontstaan deels door het verschil in kosten die
watermaatschappijen hebben om drinkwater te produceren en leveren. Daarnaast
variëren de kosten voor het gemeentelijk transport van afvalwater en regenwater
naargelang kosten voor het onderhoud en de verdere uitbouw van het riolerings-
stelsel (de gemeentelijke bijdrage). De goedkoopste gemeenten rekenen hiervoor
niets aan. De bovengemeentelijke bijdrage is overal in Vlaanderen hetzelfde (VMM,
2016a). De WaterRegulator binnen de Vlaamse Milieumaatschappij is belast met
toezicht en regulering van de waterfactuur.
Het verbruik van drinkwater neemt af, onder meer door rationeler gebruik. Zo daal-
de op tien jaar tijd (2003-2013) het gefactureerd leidingwaterverbruik in Vlaande-
ren met 6% (VMM, 2015). Een gemiddeld gezin in Vlaanderen, dat bestaat uit 2,33
personen, had in 2013 een leidingwaterverbruik van 84m³ per jaar of 99 liter per
persoon per dag (VMM, 2015). Een analyse op basis van cijfers uit 2009 (Vanhil-
le, 2012) toont dat vooral de gezinsgrootte doorslaggevend is. Ook huishoudens
126
1...,118,119,120,121,122,123,124,125,126,127 129,130,131,132,133,134,135,136,137,138,...222
Powered by FlippingBook