Het recht op water onder druk?
1 5
sonen oververtegenwoordigd zijn. Ook kenden de afgesloten gezinnen een groter
verbruik dan andere gezinnen. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit te wijten is
aan kwistig gedrag, gebrekkig sanitair of een gebrek aan waterbesparende maat-
regelen of omdat de bewoners meer thuis zijn omwille van werkloosheid of ziekte.
Hoewel de SERV (2012) een gebrekkig inkomen en overmatige schuldenlast aan-
wijst als hoofdoorzaak, is slechts een minderheid van de afgesloten klanten gekend
bij het OCMW.
5. Conclusie en aanbevelingen
In tegenstelling tot energiearmoede krijgt ‘waterarmoede’ veel minder aandacht.
Het speelt zich nochtans af in een vergelijkbare context: een te laag inkomen, een
gebrekkige huisvestingssituatie en stijgende facturen brengen heel wat gezinnen in
de problemen. Het aandeel van de waterfactuur ten opzichte van het inkomen is
beperkt, maar de waterfactuur nam de voorbije jaren sterk toe. Heel wat gezinnen
kampen dan ook met betalingsmoeilijkheden. In Vlaanderen tracht een procedure
de effectieve afsluiting van drinkwater te voorkomen. Toch werden in 2015 bijna
vierduizend Vlaamse gezinnen afgesloten. De gevolgen daarvan zijn niet te onder-
schatten. Zonder drinkwatervoorziening kan men niet voorzien in elementaire be-
hoeften, zoals persoonlijke hygiëne, of is men genoodzaakt zijn toevlucht te nemen
tot alternatieven, zoals duur flessenwater. De bestrijding van waterarmoede vergt,
net als de bestrijding van energiearmoede, een integrale aanpak waarbij de armoe-
deproblematiek als geheel wordt beschouwd.
In het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2015-2019 worden alvast enkele
maatregelen geformuleerd. “We werken aan een betaalbare waterfactuur ook voor
mensen in armoede. We passen sociale openbare dienstverplichtingen aan, aan
wijzigingen tariefstructuur/tariefregulering integrale waterfactuur met aandacht
voor mensen in armoede en de betaalbaarheid van de waterfactuur in het alge-
meen. We evalueren het Algemeen Waterverkoopreglement met aandacht voor
mensen in armoede. […]” (Vlaamse Regering, 2015, p.82). Begin 2016 ging de nieu-
we integrale waterfactuur van start, waarbij werd voorzien in een uniform sociaal
tarief voor bepaalde doelgroepen (zie paragraaf 2). De Vlaamse Regering liet een
armoedetoets uitvoeren op haar oorspronkelijke voorstel (zie Vlaams Parlement,
2015). Het sociaal tarief werd als gevolg daarvan uitgebreid van 75% naar 80%
korting op de waterfactuur. Het Netwerk tegen Armoede, Samenlevingsopbouw
Antwerpen Provincie en het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonze-
kerheid en sociale uitsluiting pleiten in die armoedetoets wel voor een uitbreiding
van de rechthebbenden op het sociaal tarief. In het kader van het Vlaams Actieplan
Armoedebestrijding wordt gewerkt aan een inventaris van de voorwaarden en cri-
teria om als begunstigde van sociale correcties in aanmerking te komen. De Vlaam-
se Regering zegt bij de evaluatie daarvan rekening te zullen houden met deze vraag
(Vlaams Parlement, 2015). Het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (Vlaamse Re-
gering, 2015b) stelt voorop dat het aandeel van de kosten van de integrale water-
factuur (rekening houdend met sociale correcties) ten opzichte van het beschikbaar
inkomen tegen 2019 niet meer mag bedragen dan 5% voor kwetsbare groepen.
135