Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
gers op een menswaardig bestaan. Voorbeelden van structureel kostenverlagende
ingrepen op dit vlak zijn het toekennen van steun die voldoende hoog is voor de
aankoop van energiezuinige toestellen of het inrichten van cursussen die mensen
aanleren om energiezuinig te leven. Andere mogelijke maatregelen zijn het in aan-
merking nemen van de reële energiekosten ingeval gezinnen noodgedwongen zijn
aangewezen op minder kwaliteitsvolle woningen.
Daarnaast kan dit normatief energiebudget als benchmark fungeren voor de inko-
mensdrempels die worden gebruikt in het onderzoek naar energiearmoede, gede-
finieerd als ‘de onmogelijkheid van gezinnen om het verbruik van energie te bekos-
tigen dat noodzakelijk is met het oog op adequate maatschappelijke participatie’.
Hier gaat men immers op zoek naar de huishoudens die een problematisc
groot
deel van hun inkomen aan energie moeten besteden of naar huishoudens die in re-
aliteit een te klein gedeelte (ondergebruik) van hun inkomen besteden aan energie-
kosten (Huybrechs, Meyer, & Vranken, 2011, zie ook hoofdstuk 1 in dit Jaarboek).
In deze studies wordt relatief zelden vertrokken van wat een minimaal, noodzake-
lijk energieverbruik concreet inhoudt. De hierin gebruikte grenswaarden zijn vaak
eerder arbitrair gekozen of hebben in de loop der jaren hun realiteitswaarde ver-
loren. Zo vertegenwoordigde de 10% risicodrempel in het Verenigd Koninkrijk in
oorsprong (2001) twee keer de gemiddelde nood aan energie. Vijf jaar later verte-
genwoordigt dezelfde drempel drie keer de gemiddelde nood aan energie (Liddell,
Morris, McKenzie, & Rae, 2012). Indien men de betaalbaarheid van energie op een
geschikte manier wil meten, is het van belang om in eerste instantie een duidelijk
idee te hebben van wat een noodzakelijk energieverbruik inhoudt voor gezinnen in
een bepaalde populatie (regio of land) op een bepaald tijdstip en dit op regelmatige
basis (bijvoorbeeld iedere vijf jaar) te updaten.
5. Conclusies
De levering van betaalbare energie, in het bijzonder voor kwetsbare gezinnen, is
een belangrijk internationaal erkend principe dat wordt onderschreven door zowel
internationale organisaties als de verschillende overheden in dit land. Een eerlijke,
rechtvaardige, toegankelijke, aanvaardbare en betaalbare prijs van energie blijft
een belangrijk aandachtspunt.
De betaalbaarheid van energie wordt in dit hoofdstuk gedefinieerd als ‘de moge-
lijkheid van gezinnen om de noodzakelijke energieconsumptie te bekostigen’. Deze
definitie van betaalbaarheid draagt zowel een absolute als een relatieve compo-
nent in zich. Het gaat om de relatieve mogelijkheid van gezinnen om een absolute,
universele basisbehoefte te vervullen, waarvan de concrete invulling afhankelijk is
van de specifieke gezinskenmerken en maatschappelijke context. Het is hierbij be-
langrijk om op te merken dat de betaalbaarheid van energie niet enkel afhangt van
de kostprijs van energie, maar ook van het inkomen waarover men beschikt en de
kostprijs van andere essentiële goederen en diensten. Aangezien de energiefactuur
gewoonlijk een beperkt aandeel betreft van de uitgaven door huishoudens, wordt
116