OASeS-Jaarboek2016-05 - page 108

Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
een hogere temperatuur te houden, waardoor de gebouwgemiddelde tempera-
tuur stijgt. We veronderstellen hierbij dat twee kinderen een slaapkamer delen,
uitgezonderd wanneer zij ouder zijn dan twaalf jaar en van verschillend geslacht
(Boeckx, 2009).
Voor bepaling van de zonnewinsten wordt de formule gebruikt die ook in de
EPB-software wordt gebruikt. Hierbij is verondersteld dat het glasoppervlak 16%
van de nuttige vloeroppervlakte bedraagt en gelijkmatig is verdeeld over de ver-
schillende oriëntaties noord, oost, zuid en west. Voor bepaling van de interne
warmtewinsten wordt rekening gehouden met volgende twee factoren: 1) in de
periode dat er een warmtevraag is, wordt de elektriciteitsproductie beschouwd als
nuttige interne warmteproductie, 2) de warmteafgifte van personen is enkel nuttig
op momenten dat er een warmtevraag is, én wanneer deze personen thuis zijn.
De warmteproductie van volwassenen bedraagt gemiddeld 90W, van kinderen be-
draagt dit gemiddeld 70W.
3.2.2 Warm water
Ook het verwarmen van water is essentieel, voornamelijk vanuit het perspectief
van persoonlijk comfort (Chittleborough, Nicholson, Basker, Bell, & Campbell, 2012;
Laestadius & Dimberg, 2005), maar ook omwille van hygiënische redenen, zoals
voor het doen van de vaat (Lee, Cartwright, Grueser, & Pascall, 2007; Mattick e.a.,
2003). In tegenstelling tot ruimteverwarming is het energieverbruik voor sanitair
warm water van een gezin nauwelijks afhankelijk van de kwaliteit van de woning.
Factoren die het energieverbruik voor opwekking van sanitair warm water bepalen,
zijn de volgende:
• De frequentie, het waterdebiet en de duurtijd van de verschillende aftappingen.
• Hiervoor wordt vertrokken van de veronderstellingen die gemaakt zijn voor het
opmaken van het waterbudget.
• De gewenste temperatuur van het water van de verschillende tappunten. We
veronderstellen een gemiddelde temperatuur van 37°C voor een douche, 50°C
voor het afwassen en 40°C voor het poetsen.
• Het rendement van de installatie. Dit wordt gelijkgesteld aan 100% voor een con-
denserende gasketel.
• Stilstandsverliezen (in het voorraadvat en in de leidingen ten gevolge van afkoe-
ling) en stromingsverliezen (in de leidingen ten gevolge van afkoeling), maar deze
laatste zijn verwaarloosbaar indien de leidingen niet zijn geïsoleerd
.
9
3.2.3 De noodzakelijke hoeveelheid energie verbonden aan ruimteverwarming
en het gebruik van warm water
Volgens bovenstaande berekeningen varieert de totale hoeveelheid aardgas, die
minimaal noodzakelijk is voor ruimteverwarming en het gebruik van warm water,
van 6.379 kWh/jaar (waarvan 79% voor ruimteverwarming en 21% voor warm wa-
106
1...,98,99,100,101,102,103,104,105,106,107 109,110,111,112,113,114,115,116,117,118,...222
Powered by FlippingBook