Inleiding. Energiearmoede structureel bestrijden
Ook het energiebedrijf Electrabel (nu Engie) droeg bij aan de constructie van ener-
giearmoede als maatschappelijk probleem
Als historische monopolist werden ze
in de geliberaliseerde markt meer dan andere energieleveranciers geconfronteerd
met kwetsbare gezinnen die hun energiefactuur niet konden betalen. Om inzicht
te krijgen in het probleem en mogelijke oplossing te verkennen voor het niet be-
talen van de energiefactuur door kansarme klanten financierde Electrabel enkele
jaren wetenschappelijk onderzoek voor het opstellen van een energiearmoedeba-
rometer en het maken van suggesties voor de aanpak van energiearmoede. Dat
onderzoek werd uitgevoerd door OASeS en CEESE (Université Libre de Bruxelles)
(Huybrechs Meyer, & Vranken, 2011). Hieruit vloeide de oprichting van een Bel-
gisch Platform Energiearmoede, beheerd door de Koning Boudewijnstichting. Het
platform verenigt spelers die actief zijn op de energiemarkten (producenten, le-
veranciers en netbeheerders) van de verschillende energievormen (elektriciteit,
olie- en gasproducten, steenkool), belangenorganisaties en verenigingen uit het
middenveld (vakbonden, organisaties voor armoedebestrijding, sociale huisves-
tingsmaatschappijen, milieuverenigingen), OCMW’s en de verenigingen voor ste-
den en gemeenten, vertegenwoordigers van de verbruikers, eigenaars en huurders
en experts uit de academische wereld. Het Platform voert onderzoek naar de om-
vang, oorzaken en impact van energiearmoede en stimuleert de dialoog tussen de
actoren. Het zoekt naar goede praktijken in binnen- en buitenland. Jaarlijks wil het
minstens één gecoördineerde actie realiseren die concrete en zichtbare resultaten
moet opleveren. Ook wil het toekomstgericht nadenken over nieuwe ontwikkelin-
gen en aanbevelingen formuleren voor overheden en andere actoren
4. Energiearmoede uitgeklaard
In deze paragraaf bespreken we de definities, oorzaken en gevolgen van energiear-
moede zoals die worden beschreven in internationaal wetenschappelijk onderzoek.
De eerste vraag die we ons moeten stellen als het over energiearmoede gaat, is
uiteraard of dit concept wel relevant is. Is het niet gewoon één aspect van armoede
en wat is de meerwaarde om dit apart te gaan benoemen, meten en analyseren?
Is het gebrek aan inkomen niet de primaire oorzaak en is het dus niet gewoon een
vorm van inkomensarmoede? Energiearmoede hangt immers direct samen met de
positie op de woningmarkt en het budget voor de energiefactuur. Algemener kan
men zich afvragen of het apart benoemen van deelproblemen soms geen manier
is om nieuw draagvlak te zoeken voor oude problemen. Deze kritische vragen zijn
relevant voor iedereen die in dit veld werkt. De Sociaal-Economische Raad van
Vlaanderen (SERV, 2016, p.5) zegt hierover: “een enge focus op energiearmoede
[…] maakt de aanpak van energiearmoede minder effectief en minder efficiënt. […]
Wie energiearmoede aan de bron wil aanpakken, moet […] ook de generieke ar-
moede- en de woonproblemen wegnemen.” Bovendien, zo stelt de SERV (2016,
p. 17), leidt “een afzonderlijke aanpak van diverse vormen van armoede tot een
versnipperd en complex geheel van maatregelen en initiatieven, hetgeen de toe-
gang ertoe voor de betrokken doelgroepen juist beperkt.” Ook volgens de Vlaamse
Woonraad (2016, p.4) mag energiearmoede…
17