OASeS-Jaarboek2016-05 - page 18

Armoede en Sociale Uitsluiting Jaarboek 2016 - Blik op energiearmoede
nieuws vernamen over de nakende liberalisering van de energiemarkt. Het kabinet
was bereid om Samenlevingsopbouw op de hoogte te houden van de hervormin-
gen. Het betekende de start van het project ‘energie en armoede’ in 1999
.
4
Er werd beslist om dit project op te tillen naar Vlaams niveau, waar het meer struc-
turele en politieke relevantie zou hebben. In 1999-2000 werd een ‘toer door Vlaan-
deren’ georganiseerd om de problemen van mensen met energie op te sporen. De
Verenigingen waar armen het woord nemen – gegroepeerd onder het toenmalig
Vlaams netwerk tegen Armoede – vormden de uitvalsbasis om in de verschillende
Vlaamse regio’s intensief te werken rond dit thema. Jaarlijks werd een bundel uit-
gebracht met de problemen op het terrein en Samenlevingsopbouw trok regelma-
tig bij parlementsleden aan de alarmbel. In 2003 werd de energiemarkt gelibera-
liseerd. Samenlevingsopbouw informeerde de bevolking en maakte hulpverleners
wegwijs in de nieuwe materie. Vanaf 2004 was Kris Peeters minister van Energie
en tijdens zijn legislatuur werd een ad hoc commissie over energiearmoede in het
Vlaams parlement opgericht (actief van oktober 2005 tot april 2008). Deze wees op
de knelpunten en deed beleidsaanbevelingen in de ‘maatschappelijke beleidsnota
energiearmoede’ (Vlaams Parlement, 2006). Ondertussen pleitte Samenlevingsop-
bouw voor ‘het grondrecht op energie’, daarin gesteund door professor Bernard
Hubeau van Universiteit Antwerpen (zie bijvoorbeeld Hubeau & Jadoul, 2005). Ook
in het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting kwam deze eis aan bod (Vandenho-
le, 2009).
In 2011 vroeg de minister voor Energie (toen Freya Van den Bossche) een evaluatie
van de sociale openbare dienstverplichtingen. Deze werd gecoördineerd door de
Vlaamse regulator van de energiemarkt (VREG) en het Vlaams Energieagentschap
(VEA) (VEA & VREG, 2011), maar ook Samenlevingsopbouw droeg hieraan bij (zie
ook Clymans, Dries, Meurkens, & Van der Wilt, 2011). In 2006 verleende de Vlaam-
se minister van Energie subsidie aan Samenlevingsopbouw voor twee energiecon-
sulenten energie en armoede. Later kwam de richtlijn dat energieconsulenten en-
kel konden ingezet worden om REG-maatregelen (voor rationeel energiegebruik)
te promoten en energiezuinige investeringen bij kwetsbare groepen te begeleiden.
Samenlevingsopbouw besliste om met eigen middelen het project ‘energie en ar-
moede’ verder te zetten, want niemand op het terrein deed vergelijkbaar werk. De
bedoeling was steeds om na te gaan of het beleid efficiënt, effectief en voldoende
is voor mensen in armoede en om de effecten van (voorgestelde) maatregelen in
kaart te brengen
.
5
Vandaag loopt het project nog steeds. Maandelijks vergadert
het project bijvoorbeeld in Brussel, opdat iedere vrijwillige medewerker (waar ook
actief in Vlaanderen) de kans zou hebben om de thematiek zo goed mogelijk op
te volgen. Binnen het project wordt bijzondere aandacht besteed aan participatie
van mensen in (energie)armoede. In 2008 startte Samenlevingsopbouw Antwerpen
provincie ook met het project ‘energie en woonkwaliteit’
.
6
In 2014 volgde het pro-
ject ‘water en armoede’, omdat er zich rond water een gelijkaardige armoedepro-
blematiek ontwikkeld heeft
.
7
16
1...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20,21,22,23,24,25,26,27,28,...222
Powered by FlippingBook