OASeS-Jaarboek2016-05 - page 13

Inleiding. Energiearmoede structureel bestrijden
Inleiding. Energiearmoede
structureel bestrijden
Jill Coene, Tuur Ghys, Stijn Oosterlynck & Peter Raeymaeckers
1. Inleiding
Ondanks het feit dat er voortdurend mensen in en uit de armoede stromen, blijft
het aandeel van de groep mensen dat in onze samenleving in armoede leeft merk-
waardig stabiel. Dit geeft aan hoe structureel de armoedeproblematiek is die in de
Jaarboeken Armoede en Sociale Uitsluiting al vijfentwintig jaar in al haar facetten
belicht wordt. Volgens de EU-SILC-enquête 2015 leeft 14,9% van de Belgen in een
gezin met een inkomen onder de armoedegrens (60% van het mediaan equivalent
beschikbaar gezinsinkomen)
.
1
In vergelijking met vorige jaren blijft dit stabiel. Het
armoederisico bleef ook de laatste decennia min of meer constant, maar er is wel
een constante in en- uitstroom van mensen die in armoede geraken of eraan ont-
snappen (Van Haarlem, Coene, & Thévenot, 2013; Cantillon, Collado, & Van Meche-
len, 2015). Dit jaar ligt de focus van het Jaarboek op energiearmoede, een actuele
thematiek waar we ook vanuit onderzoek steeds meer zicht op krijgen. Dit inleiden-
de hoofdstuk wil vooral verkennen wat energiearmoede nu precies is.
We zoomen eerst in op het bredere armoedeprobleem en stellen een conceptueel
kader voor structurele armoedebestrijding voor. Daarna verschuiven we de aan-
dacht naar het thema energiearmoede. Eerst schetsen we de context waarbinnen
dit thema op de maatschappelijke agenda kwam. Vervolgens trachten we het con-
cept energiearmoede te definiëren. Ter afsluiting schetsen we de grote lijnen van
de overige hoofdstukken die in dit boek aan bod zullen komen.
2. Armoede en structurele armoedebestrijding
Armoede is de situatie waarin iemand een zodanig tekort heeft aan economische
middelen in verhouding tot de algemene levensstandaard dat hij/zij sociaal uitge-
sloten raakt op meerdere levensdomeinen. De kloof met de algemeen aanvaarde
leefpatronen van de samenleving die daaruit volgt, kan hij/zij niet louter op eigen
kracht overbruggen (Dierckx & Ghys, 2013). Deze eenvoudige definitie plaatst de
ongelijke toegang tot economische middelen explicieter centraal dan de vroeger
gehanteerde definitie van Vranken (Vranken & Geldof, 1992), maar verbindt dit met
een realiteit van sociale uitsluiting die het relationele en multidimensionele karak-
ter van armoede verder benadrukt. Deze formulering staat toe om twee belangrijke
punten aan te halen die altijd centraal stonden in onze benadering van armoede.
Ten eerste is armoede een vraagstuk dat enkel goed begrepen kan worden in relatie
tot de ongelijke verdeling van middelen in de samenleving. Dit impliceert - in de
11
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16,17,18,19,20,21,22,23,...222
Powered by FlippingBook