MUA41

DR I EMA AND E L I J K S MAGA Z I NE D E C EMB E R 2 0 2 1 , J ANUA R I , F E BRUA R I 2 0 2 2 41 Universiteit Antwerpen D E C E M B E R 2 0 2 1 DOSSIER LEADERSHIP “Jongeren reagerenwel, maarmetminder hoop” Ludo Abichts lange leven bestaat uit discussiëren, lezen en schrijven: Ingenieurs pakken uit met beschermende fietskledij Hoe moet het verder na de klimaattop van Glasgow?

Geef vandaag om morgen Zij maken met hun steun aan Universiteitsfonds Antwerpen het verschil tussen onderzoek en doorbraak. De oplossing ligt ook in jouw handen. www.universiteitsfonds.be #geefvandaagommorgen Jo Van Moer ondernemer Paul Verlodt erflater Veerle Allaert en Martine Declerq serviceclub Zonta Antwerpen Katrijn Van Hove donateur Evelien Smits professor

IN DIALOOG MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 3 Ter legenheid vanSinterklaas schreef ikeenopen brief over hoewe vandaagomkunnenenmoeten gaanmet ‘zwartepieten’ enstudentendopen, twee traditiesdieonder drukstaan. Dergelijke rituelen kunnen verbindend werken, maar dat betekent niet dat ze niet in vraagmogen worden gesteld. Het sinterklaasfeest vierenwe al vele jaren zonder racistische intentie,maar defiguur vande ‘klassieke’ Piet zet wel degelijkde zwartemenskarikaturaal racistischneer. Onzewereld is vandaag veel diverser: voor veelmensen is een zwarte piet vandaag zoiets als een klap in het gezicht. De personeelsvereniging van UAntwerpen laat de Sint al enkele jaren bijstaan door roetpieten. Ik riep onze studentenclubs op dat voorbeeld te volgen, want somsmoet traditie wijken voor respect. Het woord ‘traditie’ valt ook heel vaak wanneer het over studentendopengaat. Er zijnveel fijnedopen,maarhelaas ligt denadrukgeregeldop vernederenenkleineren. Dat kunnenwe vandaagnietmeer respecteren: respect voor de fysiekeendepsychische integriteit vaneenieder iseen fundamenteel recht.Wehebbenook veel kennis verworven over (de vernietigende kracht van) groepsdruk. Het verheugtmedanookdat veel studentenclubssamenmet onder meer de stad Antwerpen dit academiejaar draaiboeken zullen uitwerken rond ‘goede’ studentendopen. De volledige brief vind je op www.uantwerpen.be/brief-aan-sint. Beste lezer Het is – opnieuw – een lastig jaar geweest. Dat 2022 voor iedereen meer hoop, meer vreugde, meer verlichting moge brengen. “Hoe gaat UAntwerpen ommet tradities?” Herman Van Goethem: Bjorn Borgt: Student initiations and zwar te pieten (Black Petes) are two traditions, also at our university. Such r ituals can create bonding exper iences, but that does not mean they should not be questioned. Our society is much more diverse today. Sometimes tradition has to make way for respect. The rector of UAntwerp wrote an open letter about this topic: www.uantwerpen.be/ letter-for-sinterklaas. E Bjorn Borgt. Alumnus communicatiewetenschappen 2004, eindredacteur ATV (Antwerpse Televisie). Herman Van Goethem Rector UAntwerpen

INHOUD 4 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 inhoud 41.2021 14 HET DING Alumni brengen beschermende wielerkledij op de markt.

INHOUD MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 5 COLOFON Deze gratis publicatie van de Universiteit Antwerpen verschijnt viermaal per jaar, en is bestemd voor alle medewerkers, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de Universiteit Antwerpen een netwerk onderhoudt. Hoofdredacteurs: Peter De Meyer en Sabine Mous Redactieraad: Joris Baeten, Inge Bervoets, Ellen Bogaert, Inge Caenen, Michelle Coenen, Cecilia Coppens, Viona Daelemans, Guido De Meyer, Piet De Vroede, Miep Demuynck, Stijn Derammelaere, Herman Deumens, Katrien Dickele, Patrick d’Haens, Tim Engels, Els Grieten, Celine Kuysters, Filip Lardon, Ching Lin Pang, Trudi Noordermeer, Steve Paulussen, Sigrid Pauwels, Veronique Rega, Filip Seuntjens, Karen Vandevelde, Elisabeth Vanhoutte, Raoul Van Damme, Femke Van den Audenaeren, Magali Van den Kerkhof, Sofie Van den Wouwer, Luc Van de Poele, Gert Van Hecken, Frank Van Laeken, Eline Van Meervenne, Kathleen Vercauteren, Sven Verheyen, Vicky Verlinden, Britt Weyts, Lieven Willems Eindredactie: Peter De Meyer en Sabine Mous Vertaalopdrachten: Linguapolis Concept: Lodewijk Deleu Lay-out: Typografics Oplage: 62 000 exemplaren V.U. Herman Van Goethem, rector Universiteit Antwerpen Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen Adreswijziging? Suggesties? Universiteit Antwerpen Departement Marketing en Communicatie Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen T 03 265 47 21 magazine@uantwerpen.be www.uantwerpen.be/magazine Coverbeeld: Ludo Abicht Foto: Jesse Willems COVERVERHAAL Filosoof Ludo Abicht overstijgt de polarisering. SNIPPERS Wat reilt en zeilt er aan UAntwerpen? MINDMAP Julie Neyman gelooft in de kracht van een team. GRENSVERLEGGEND UAntwerpen reikt tot ver in Cambodja. IN BEELD Fusieshow doet aula’s vollopen met scholieren. 06 12 17 18 26 SAMENWERKEN Medische innovatie: van idee tot product. DE MATCH Alumni vinden uitdaging in landbouwsector. DOSSIER Leadership is cruciaal, en niet alleen voor de grote CEO’s. BIJ ONS Bezocht jij een van onze activiteiten? SAMEN DE TOEKOMST BEPALEN Onderzoekers strijden tegen leverontstekingen. 29 30 32 46 50 25 42 20 DE UITDAGING Sara Vicca en Ann Crabbé streven naar een echte klimaatuniversiteit. HET DUO Karolien Poels en Joris Gallens praten over communitybuilding. The University of Antwerp has many contacts abroad. Our non-Dutchspeaking readers will find English abstracts alongside most of the articles. E Certificate Number 10506-2103-1003 www.climatepartner.com

COVERVERHAAL 6 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 Ludo Abicht · Geboren in Oostende op 5 juni 1936 · Vlaams filosoof, publicist, politicoloog · 1954-1961: korte passages bij de jezuïeten · 1971: doctoraat Germaanse letterkunde aan de universiteit van Cincinnati · 1972-1983: doceerde literatuur en filosofie aan de universiteiten van New Brunswick (Canada), Antioch (Ohio) en Berkeley (Californië) · 1984: hoogleraar Faculteit Sociale Wetenschappen, UAntwerpen · Doceert sinds 2001 het seminarie Midden-Oosten in de master internationale betrekkingen en diplomatie (UAntwerpen) "Een democratie heeft geestesweten- schappen nodig”

COVERVERHAAL MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 7 Ludo Abicht schrijft een boek en weet hoe dat moet. Hij schreef er immers al 35. Anarchisme, van Bakoenin tot de commons schetst een rijk beeld van het anarchisme en onderzoekt wat dat vandaag kan betekenen. Een anarchist was Abicht, oud-prof politieke wetenschappen enMidden-Oosten-kenner, eigenlijk altijd al. En ook een afvallige jezuïet – net zoals vriend en studiegenoot Etienne Vermeersch. Een dissidente communist. Een linkse flamingant. Maar eveneens: iemand die de polarisering in de samenleving overstijgt, die zowel bijdrages levert voor het linkse tijdschrift Meervoud als het rechtse opinieblad Doorbraak. Zelfs in het Joods-Palestijnse conflict laat Abicht beide stemmen aan het woord en krijg hij respect van beide kanten. 85 jaar is hij ondertussen, en nog steeds doceert hij aan onze universiteit het seminarie MiddenOosten. “Mijn grootste – en enige – talent is lesgeven.” Een te bescheiden verzoener, dat is hij ook... TEKST KATRIEN VERREYKEN FOTO’S JESSE WILLEMS

COVERVERHAAL 8 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 Al twintig jaar lang krijg ik elk jaar een mooie brief waarin de rector ermee instemt dat ik blijf lesgeven”, aldus Ludo Abicht (85). “Onbezoldigd weliswaar: ik neem geen jobs van jonge mensen in. Discussiëren, lezen en schrijven is mijn lang leven.” En zo is Abicht officieel de oudste professor aan onze universiteit. Nog altijd doceert hij het seminarie Midden-Oosten over het PalestijnsIsraëlische conflict, en neemt hij zijn – veelal islamitische – studenten mee uit eten naar het joodse restaurant Hoffy’s in de Antwerpse stationsbuurt. Niet alleen om hen te laten kennismaken met de joodse keuken, maar vooral ook met de orthodoxe joden. “Dat vind ik erg belangrijk. Ik zeg hen dan dat ze hun bommengordels moeten thuislaten en het P-woord niet mogen uitspreken”, knipoogt Abicht. “Het zijn altijd bijzondere ontmoetingen, met veel verbinding.” Inspirerende leraars “Ik geef doodgraag les”, bekent Abicht. “Ik heb in mijn leven een stuk of vier erg inspirerende lesgevers gehad. Een daarvan was de Gentse germanist en Kafka-kenner Herman Uyttersprot, later mijn promotor. Die luisterde echt naar zijn studenten, ging in op hun vragen en nam hen au sérieux. Nog zo’n prof was de Duitse filosoof Ernst Bloch. Voor hem trok ik naar Tübingen. Hij was al 90 jaar toen ik les van hem kreeg, en hij enthousiasmeerde me met zijn combinatie van waarden uit de joodse en christelijke traditie en zijn radicaal-linkse, sociale engagement. Hun manier van lesgeven is echt een verrijking voor me geweest. Zo wilde ik zelf ook zijn. Ze waren op hun manier anarchisten.” “Echte anarchisten geloven niet in geweld of dwang om de waarheid op te leggen. Ze zijn ervan overtuigd dat de enige manier om iets te bereiken en te veranderen, door opvoeding is. Ik heb me voor mijn recentste boek verdiept in een aantal anarchistische pedagogen, onder wie Ivan Illich en Paulo Freire. Die laatste ging naar de dorpen in Brazilië en vroeg de mensen daar wat ze wilden leren. Hij stelde dan een curriculum op in functie van de gemeenschappen daar. Uiteraard moest dat later wat bijgestuurd worden, maar belangrijk was de bottom-upbenadering, de aandacht voor de studenten zelf, de pedagogiek van het luisteren.” Radicaal links Zijn radicaal-linkse engagement brak Abicht doorheen zijn carrière soms zuur op. “Zo had ik in de jaren zestig een betoging in Brussel georganiseerd met de antiatoombeweging en dat kostte me mijn job in het middelbaar onderwijs. Ik belandde dan in Duitsland, waar ik lid werd van de Sozialistischer Deutscher Studentenbund (SDS). Een paar mensen uit onze groep waren zelfs lid van de Rote Armee Fraktion, maar dat ging me toch te ver. Mijn ervaring is wel dat het vooral mensen van marxistische signatuur waren die het verschil maakten. In onze vrije tijd bestudeerden we vrijwillig de werken van Karl Marx. We lazen ook Simone de Beauvoir, en de Oostakkerse gedichten van Hugo Claus...” “Ik denk dat we toen als studenten activistischer en meer geëngageerd waren dan de studenten nu, al kan dat ook aan de tijdsgeest gelegen hebben. Er bewoog toen heel wat. Heel wat bevrijdingsbewegingen en derdewereldbewegingen zagen het levenslicht: je had Cuba en Leuven Vlaams; we zagen een nieuw regime opstaan in China, enzovoort. We moesten ons geen zorgen maken over onze toekomst – er was immers werk genoeg – en we hadden het gevoel dat we veel ten goede in beweging konden zetten. Ik denk dat de studenten van nu dat veel minder hebben. Het gaat niet goed met het milieu en het klimaat, en er is weinig bereidheid tot verandering. Dat fnuikt activisme. Jongeren reageren wel, maar met minder hoop.” Ik ben al 45 jaar zeer woke als dat betekent ‘je bewust zijn van onrecht en daar concreet iets tegen willen doen’.

COVERVERHAAL MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 9 Martin Luther King Na zijn passage in Tübingen belandde Abicht in Praag waar hij zijn doctoraat schreef over Paul Adler, een socialistische expressionistische joodse dichter die bijna zijn hele oeuvre op de Kabbala – de mystieke joodse leer – baseerde. “Maar na mijn doctoraat wilde ik niet in de Praags-Duitse literatuur blijven hangen en belandde ik uiteindelijk in het kleine Amerikaanse Antioch College nabij New York, opgericht door Arthur Morgan. Morgan was bevriend met onder anderen Bertrand Russell en A.S. Neill, de Schotse onderwijspedagoog die zijn onderwijs baseerde op de eigen inbreng van het kind.” “Ook het Antioch College hanteerde een onconventionele aanpak: de helft van de semesters studeerde je en de andere helft moest je werken om je studiegeld te betalen. Een jaar studie in het buitenland was verplichte kost. Daardoor werd de studietijd verlengd, maar het leverde erg goede studenten op, met beide voeten in de realiteit. Enkele van de bekendste oud-studenten waren Stephen Jay Gould, die baanbrekend onderzoek deed naar de evolutieleer, en Coretta Scott King, de vrouw van Martin Luther King. Onder mijn eigen studenten tel ik Alan Gaynor, coördinator van de American Anarchists, en John Bachtell, VERANDEREN "Echte anarchisten geloven niet in geweld of dwang om de waarheid op te leggen", meent Abicht. Woodstockgemist “Ik heb door mijn eigen schuld een momentum in de geschiedenis gemist, waar ik nog altijd gefrustreerd over ben”, vertelt Abicht. “In augustus 1969 vroegen mijn Amerikaanse studenten en collega’s of ik niet meeging naar dat folkfestival Woodstock. Mijn antwoord: ‘Nee, ik moet nog colleges voorbereiden’… Dat achtervolgt me nu al een leven lang.” (lacht)

COVERVERHAAL 10 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 die evolutie teruggeschroefd met de opkomst van nieuw rechts onder Ronald Reagan en Margaret Thatcher. Studenten zagen het nut niet meer in om op straat te komen en te betogen. Toen ik in 1981 terug in de VS kwam, waren heel wat van mijn vrienden hun job kwijtgeraakt; het bruisende stadsleven was stevig ingeperkt door die onzichtbare vijand die aids heette. Mensen werden opnieuw erg voorzichtig. Ze vreesden voor hun job, hun carrière, hun gezondheid.” Witte cisgendermannen Hoe ziet Ludo Abicht anno 2021 het bredere samenlevingsplaatje? “Ik denk dat we absoluut niet verdraagzaam met elkaar DISCUSSIE "Luisteren naar andere meningen lijkt mij een essentieel element in de opvoeding." omgaan. Die voortdurende polarisering in onze maatschappij is écht een stap achteruit. Als ik Anuna De Wever laatdunkend over ‘al die witte cisgendermannen’ hoor praten, denk ik: ‘dat is óók racisme!’. Zo kan je toch onmogelijk nog met elkaar in discussie gaan? Ik ben al 45 jaar zeer woke als dat betekent ‘je bewust zijn van onrecht en daar concreet iets tegen willen doen’. Als niemand je nog tegenspreekt en iedereen je naar de mond praat, daar word je alleen maar dommer van. Luisteren naar andere meningen lijkt mij een essentieel element in de opvoeding.” Israël-Palestina Een conflict waar de meningen onmogelijk méér verdeeld kunnen zijn, is dat in Israël en Palestina, en ook daar slaagt Abicht erin het debat open te houden en krijgt hij respect van beide kanten. “Ik sprak onlangs voor het Davidsfonds over het MiddenOosten en achteraf kwam een vrouw naar me toe die me vroeg: ‘Maar bent u nu voor de Joden of voor de Palestijnen?’ En ik zei: ‘Ja.’ Ik kan begrip opbrengen voor beide kampen. Al lijkt het nu dat we verder dan ooit verwijderd zijn van een oplossing.” “Ik heb joodse aangetrouwde familie in Tel Aviv en daar zie ik dat er door de bouw van de Israëlische Muur veel minder contact is tussen Joden en Palestijnen. Het is absoluut niet bevorderlijk voor de vrede als beide partijen elkaar niet meer kennen. Vroeger identificeerde 75 procent van de Amerikaanse Joden zich met Israël en dat zie ik wel duidelijk veranderen. Door de ruk naar uiterst rechts, het illegale nederzettingenbeleid en de militaire overmacht op de Palestijnen hebben onder anderen jonge Amerikaanse activisten de Palestijnse strijd herontdekt.” Abicht denkt evenwel niet dat een verschuiving in de Amerikaanse publieke opinie ook zal leiden tot een ander beleid. “Het blijft een marginaal gegeven. De progressieve flank van de democraten is minder invloedrijk dan luid, en Biden durft niet op te roepen tot een staakt-het-vuren, al spant secretaris-generaal van de Communistische Partij van Amerika. Dat was een erg boeiende tijd met veel diepgaande discussies. Zo zijn we geregeld met de Kings mee gaan betogen voor de mensenrechten en tegen racisme in Mississippi en Alabama.” Ruk naar rechts Maar die hoerastemming van de late jaren zestig en jaren zeventig keerde in de eighties. “Als je de Franse econoom Thomas Piketty leest, zie je dat de kloof tussen arm en rijk tussen pakweg 1880 en 1980 verdichtte door onder meer een betere sociale zekerheid en een aantal bewegingen die opkwamen voor de minderbedeelden. Maar rond 1980 werd

COVERVERHAAL MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 11 Democracy needs humanities Philosopher, publicist and expert on the Middle East Ludo Abicht wrote his 35th book at the age of 85. Anarchisme, van Bakoenin tot de commons (Anarchism, from Bakunin to the Commons) paints a rich picture of anarchism and explores what it can mean today. In fact, Abicht was always an anarchist, and also a renegade Jesuit. A dissident communist. A left-wing flamingant. But also: someone who transcends the polarisation in society, who contributes to both the left-wing journal Meervoud (Plural) and the right-wing opinion magazine Doorbraak (Breakthrough). Even in the Jewish-Palestinian conflict, Abicht has allowed room for both voices to be heard and has gained respect from both sides. He is now 85 years old, and he still teaches the seminar on the Middle East at our university. Abicht studied in Germany, did a PhD on Paul Adler in Prague and taught in America for 20 years at Antioch College, where, among others, Coretta Scott King, Martin Luther’s wife, took classes. He regularly joined the Kings to demonstrate for human rights and against racism in Mississippi and Alabama. Abicht feels very woke, if that means: ‘being aware of injustice and wanting to do something about it’. Listening to different opinions is an essential element in upbringing and education for him. Abicht is hopeful for the future. He believes that self-preservation will eventually solve our threats, even those to the climate. But he is more concerned about increasing digitalisation that can erode our intellectual diversity by creating a lack of knowledge and a break with the past. He fears that we will lose ‘free thinking’. Along with American philosopher Martha Nussbaum, he advocates caring for languages, paying attention to different opinions and being able to sincerely listen to others. E Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van meningsuiting is voor Abicht vrij absoluut. “De grens ligt bij het oproepen tot geweld. Als je het niet louter doet om te provoceren, mag je wat mij betreft álles zeggen. Maar: ik heb dan wél het recht om je over je uitspraken te ondervragen en je uit te nodigen die met bewijsmateriaal te staven. Ik doe hard mijn best om niemand bewust te kwetsen, maar ik maak me wellicht onbewust ook wel eens schuldig aan microagressie. Ik zei onlangs al grappend tijdens een lezing in Brussel: ‘Zonder mijn vrouw zou ik mijn boek al veel langer geschreven hebben. Gelukkig ben ik geen moslim met vier vrouwen.’ Dat viel bij een aantal moslims niet in goede aarde. En toch wil ik niet het zwijgen opgelegd worden. In Die verlorene Ehre der Katharina Blum schrijft Heinrich Böll: ‘Stuur één iemand weg die niet past in het kader, en alle anderen zwijgen.’ Dat mogen we niet laten gebeuren. Als ik iets schrijf in Doorbraak, dan weet ik dat 98 procent van de lezers mij waarschijnlijk rauw lust, maar toch mag ik blijven schrijven. Dat is goed. Andere meningen houden het debat fris en zetten ons aan tot nadenken.” ondemocratische grootmacht, zich eindelijk achter de klimaatdoelstellingen schaart, dat we het dan wel halen. Uit zelfbehoud zullen we uiteindelijk onze bedreigingen oplossen. Maar aan de andere kant vrees ik dat we almaar meer gerobotiseerd zullen worden, en dat dat onze intellectuele diversiteit zal aantasten door onder meer een gebrek aan kennis en een breuk met het verleden.” “Ik ben bang dat we binnenkort opnieuw zullen moeten leren wat ‘vrij denken’ is, namelijk denken buiten de lijntjes. Ik hoop niet dat het onderwijs zó vermarkt zal worden dat er alleen nog ruimte is voor studies die opbrengen of een link met de industrie hebben. De Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum schreef het heerlijke pamflet Not for Profit. Why democracy needs the humanities. Daarin breekt ze onder meer een lans voor kritisch denken en zorg voor taal. Dat lijkt me zó belangrijk: zorg voor taal, aandacht voor andere meningen en oprecht kunnen luisteren naar anderen.” hij zich daar achter de schermen wel voor in. Onlangs ondertekende ik de Jerusalem Declaration on Antisemitism. Kort gezegd vindt het document dat we én het bestaan van Israël mogen verdedigen én dat we de herinnering aan de Holocaust levendig moeten houden, maar die twee hoeven niet noodzakelijk aan elkaar gekoppeld te worden. Daar ligt wellicht een deel van de oplossing. Maar het is moeilijk, heel moeilijk.” Need for humanities Als hij op zijn 85 de balans opmaakt, kijkt Abicht dan tevreden terug? “Ik heb een beetje het gevoel dat Goethe ook had: hij wilde absoluut nog graag het Suezkanaal zien, maar hij is helaas gestorven voor het af was. Ik ben razend nieuwsgierig hoe de wereld de komende decennia zal evolueren, maar ik zal het helaas niet meer meemaken. Ik heb wel een irrationeel vertrouwen in de mensheid dat het goed komt. Ik ben ervan overtuigd dat als China, een totaal

SNIPPERS 12 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 Wetenschappers vallen in de (communicatie)prijzen De Jaarprijzen Wetenschapscommunicatie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België en de Jonge Academie zetten twaalf concrete projecten in de kijker. Liefst zes projecten hebben een link met UAntwerpen. Bio-ingenieurs Eline Oerlemans, Sarah Ahannach en Sarah Lebeer worden bekroond voor hun burgerwetenschapsproject ‘Isala: citizen science vrouwelijk microbioom’; biostatisticus Niel Hens voor zijn wetenschapscommunicatie tijdens de coronapandemie; en sociaal wetenschapper Jelle De Schrijver voor zijn workshops ‘Filosofische dialogen over wetenschap’. Sofie Moors (Departement Letterkunde) krijgt de prijs voor haar project ‘Sofie heeft een droom. Theater in de schaduw van de metropool. Rederijkerscultuur in Groot-Sint-Niklaas’; filosofe Leni Van Goidsenhoven voor haar project ‘OnGehoord’ rond haar onderzoek naar niet-talig communiceren; en neuroloog Sebastiaan Engelborghs, tot slot, voor zijn communicatie rond neurodegeneratieve ziekten. 3 In oktober lanceerde Stad Antwerpen een nieuwe Klimaatraad. Die moet de klimaatambities van de stad vormgeven en helpen realiseren. Zeventien mensen uit het bedrijfsleven, de kennis- en innovatiewereld, het middenveld en burgerverenigingen zetelen in de raad. Ook UAntwerpen is met drie mensen vertegenwoordigd: met vicerector Silvia Lenaerts en bioloog FilipMeysman levert de Faculteit Wetenschappen twee wetenschappers af. Ook Evy Puelinckx, circulariteitsexperte in de Faculteit Ontwerpwetenschappen, tekent present. GyroCatcher geeft e-waste een nieuw leven Onderzoekers van IDLab, een imec-onderzoeksgroep aan UAntwerpen, willen het bewustzijn rond elektronisch afval (e-waste) aanscherpen. Daarom ontwikkelden ze de GyroCatcher. Dat innovatieve apparaat scant voorwerpen en zegt meteen tot welke nieuwe producten ze verwerkt kunnen worden. De onderzoekers vestigen zo de aandacht op de kostbare grondstoffen in elektronische apparaten. Over de visibiliteit van het apparaat hoor je de onderzoekers alvast niet klagen: de GyroCatcher staat nog tot maart 2022 op het dak van het Belgische paviljoen op de World Expo 2020 in Dubai. Nieuws Het cijfer Campus Drie Eiken wint Biodiversiteitsaward UAntwerpen zet heel erg in op biodiversiteit. Pronkstuk van die aanpak is Campus Drie Eiken in Wilrijk, waar al vele jaren op heel wat fronten wordt gewerkt aan het biodiverse karakter van de campus. Dat is ook de Vlaamse overheid niet ontgaan: onze universiteit kreeg de award voor meest biodiverse bedrijventerrein in de context van de Vlaamse Green Deal Biodiversiteit en Bedrijven. De award – een Carpinus betulus of haagbeuk – kreeg meteen een plaatsje aan de nieuwe ‘samentuin’ op de campus.

SNIPPERS MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 13 “Begin december presenteerden we de dertigste editie van het Jaarboek Armoede. We analyseren de impact van corona op armoede en ongelijkheid, en blikken terug op dertig jaar onderzoek. Er ligt nog altijd enorm veel werk op de plank: het armoederisico in België is teleurstellend stabiel. De analyse leert ons dat de cijfers weinig veranderen, niet positief in tijden van economische groei, niet negatief tijdens een minder gunstige conjunctuur. Vandaag leeft nog steeds een op de zeven Belgen in een gezin met een inkomen onder de armoederisicogrens.” “Structurele oorzaken vragen om structurele oplossingen. In de strijd tegen armoede dienen allereerst de mensenrechten centraal te staan. Moet er niet worden nagedacht over ‘een grondrecht op bescherming tegen armoede’? Voorbeelden van structurele oplossingen zijn er voldoende: de laagste inkomens optrekken, duurzame en kwaliteitsvolle jobs creëren, investeren in de sociale economie, in de sociale woningbouw en renovatie… Van groot belang: het uittekenen van een efficiënt beleid tegen armoede moet gebeuren in dialoog en met permanente betrokkenheid van mensen in armoede.” De auteurs van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2021 www.uantwerpen.be/jaarboek-armoede Op 31 maart 2022 reikt UAntwerpen haar eredoctoraten uit. De schijnwerpers worden gericht op vijf topwetenschappers en twee kunstenaars. De Faculteit Sociale Wetenschappen betuigt eer aan prof. dr. Michèle Lamont voor haar expertise op het vlak van sociologische vraagstukken rond cultuur en sociale ongelijkheid. De collega’s van de Faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen bedenken prof. dr. Helmut Rechbergen met een eredoctoraat, voor zijn werk op het vlak van informatietheorie en klassieke thermodynamica. Prof. dr. Uğur Şahin en prof. dr. Özlem Tureci krijgen een eredoctoraat van de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Het DuitsTurkse koppel ligt aan de basis van het COVID-19-vaccin van Pfizer/BioNTech. De Faculteit Rechten kiest op haar beurt voor prof. dr. Patricia Williams, internationaal experte op het vlak van critical race theory en law & literature. De beeldende kunstenaars Anne-Mie Van Kerckhoven en Paul Van Hoeydonck, ten slotte, krijgen een eredoctoraat voor algemene verdiensten. www.uantwerpen.be/eredoctoraten BioNTech-koppel krijgt eredoctoraat Opinie “Armoedecijfers verbeteren niet" Antwerp Winter University ziet levenslicht De summer university is al heel wat jaren een begrip op de Universiteit Antwerpen. Wat in 2010 begon met 70 studenten en 3 studieprogramma’s, groeide uit tot de Antwerp Summer University, die jaarlijks honderden enthousiastelingen uit alle hoeken van de wereld aantrekt. Die boeiende korte studieprogramma’s krijgen er nu een winters broertje bij. In het kader van de allereerste Antwerp Winter University staan er in februari twee studieprogramma’s op de agenda binnen de faculteiten Toegepaste Ingenieurswetenschappen en Ontwerpwetenschappen. www.uantwerpen.be/aswu In 60 seconden

HET DING 14 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 ONDERNEMING “De patch is geëvolueerd naar een innovatieve wielerbroek die nu stilaan de markt verovert”, aldus Jarrid.

HET DING MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 15 Kledij beschermt renners tegen schaafwonden Fietsbescherming ontwikkelen tegen schaafwonden, dat is waar de jonge start-up Velusta van masterstudent Luka Šeparovic en alumnus Jarrid Janssens op focust. Ze starttenhun zoektocht enkele jaren geleden aan onze universiteit, vandaag liggen hun eerste producten in dewinkel. TEKST SASKIA CASTELYNS FOTO’S JESSE WILLEMS Niets zo pijnlijk dan als wielrenner met een stevige snelheid tegen de grond te gaan. Jarrid Janssens (24) weet dat als competitief racefietser als geen ander. Hij zocht naar een oplossing om wielrenners te behoeden voor diepe schaafwonden bij valpartijen, vooral op de heupen. Tijdens zijn opleiding toegepaste ingenieurswetenschappen: bouwkunde aan onze universiteit bedacht hij samen met goede vriend Luka Šeparović (24) de Velusta Protection Patch. De studenten sleepten met hun minionderneming en patch meerdere prijzen in de wacht, waaronder de Vlajo-award ‘Small Business Project van het Jaar’ in 2018. Van patch naar broek “Toen was het nog maar een opkleefbare patch”, steekt Jarrid van wal. “Dat was om het te kunnen visualiseren. Het was een tussenoplossing omdat we niet van dag één een broek konden maken.” Maar intussen is de patch wel geëvolueerd naar een innovatieve wielerbroek die nu stilaan de markt verovert. “Ik heb altijd gevoetbald en was geen fervent fietser”, vertelt Luka. “Maar het kriebelde om zelf een bedrijf op te starten. Daarom stapte ik mee in dit verhaal. Mijn rol toen op de universiteit – en nu nog altijd – focust op het leiden van de onderneming.” Onderzoek nodig De patch kwam tot stand in verschillende fases. Het duo had namelijk totaal geen kennis van textiel. “We zochten zelf stoffen en sneden die uit in een vorm waarvan we dachten: ‘dit kan werken’. Zo konden we mensen ook laten zien wat we écht bedoelden. Want er is niets zo moeilijk dan een idee in je hoofd overbrengen naar anderen. Omdat we zelf beperkte kennis hadden, omringden we ons met mensen met expertise. Zoals bijvoorbeeld HoGent en de textielafdeling daar. En ook Centexbel, een onderzoeksgroep, gevestigd in Gent.” Jarrid Janssens (24) • Alumnus toegepaste ingenieurswetenschappen: bouwkunde (2020) • Woonplaats: Beveren Luka Šeparovic (24) • Masterstudent toegepaste ingenieurswetenschappen: bouwkunde • Woonplaats: Antwerpen www.velusta.com ´ ´

HET DING 16 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 ·Broek: 180 euro, shirt: 160 euro. ·Broek bestaat uit drie lagen: een comfortlaag, een tweede laag met speciale vezels die de impact bij een val reduceren, en een derde, wrijvingsrestistente laag. ·De broek is beschikbaar van maat XS tot viermaal XL, het shirt gaat tot driemaal XL. ·Beide zijn voorlopig effen zwart. · Tot nog toe werden er 350 broeken en 250 shirts verkocht. “We legden onze noden op tafel: een ademende patch die ook flexibel en wrijvingsresistent zou zijn. Daarbij was ook een extra laag nodig om de grootste impact bij een valpartij op te vangen. Als een fietser uit de bocht gaat of onderuit in een peloton zijn de wonden op de heupen meestal het ernstigst omdat daar het zwaartepunt van het lichaam ligt.” Alles integreren in één stuk textiel was niet realistisch: dat was ook de feedback die ze kregen. “We moesten dus gaan werken met drie lagen: de eerste laag zit het dichtst bij de huid en voelt heel comfortabel aan; de tweede laag bestaat uit speciale vezels die zo verweven zijn dat ze de impact bij een val reduceren; en de derde laag is puur wrijvingsresistent. Moesten we die laatste laag niet hebben, dan zou je impactlaag gewoon meteen wegschuren.” Die lagen moesten uiteraard alle drie even flexibel zijn en één geheel vormen. “Na veel testen kwamen we tot het product van vandaag, met zelfs ook een shirt met frictieresistente mouwen.” Italiaanse makelij De broeken en shirts worden nu gemaakt door een contractorfirma in Italië. “De regio staat bekend voor echt maatwerk. We hadden het bijvoorbeeld ook in China kunnen laten doen, zoals in de testfase, maar de kwaliteit liet er te wensen over. Daarom was de keuze voor Italië snel gemaakt.” Stilaan verovert Velusta nu de Belgische markt, met een eigen webshop, maar de kledij is ook online te koop bij Decathlon en BikeExchange. “En we liggen ook al in enkele fietsspeciaalzaken.” Naamsbekendheid creëren Nu de producten klaar zijn, is het kwestie van naamsbekendheid te creëren. “De naam Velusta bestaat uit verschillende lettergrepen van onze namen naast mekaar. Zo komt de ‘lu’ van Luka en de ‘a’ van Jarrid. De ‘ja’ kon er niet bij omdat het dan ‘Velustja’ zou worden, en dat bekt niet goed. Toevallig kan je er ook velo in herkennen”, lacht Luka. “We verkopen nog niet als zoete broodjes. Het is ook een vrij duur product. Mensen moeten overtuigd geraken. Bovendien hebben we deze zomer Als het aanslaat bij het grote publiek, creëert dit zonder twijfel een revolutie in de wielerwereld. Developing bicycle protection against abrasions: that is what the young start-up Velusta by student Luka Šeparović and alumnus Jarrid Janssens is focusing on. They started their research a few years ago at our university, and their first products are now available for purchase: a protective pair of trousers made of three layers and a shirt with friction-resistant sleeves. ‘If it catches on with the general public, it will undoubtedly create a revolution in the world of cycling.’ onze start compleet gemist door een zeer late levering wegens de coronapandemie. Voorlopig konden we dus nog geen winst maken, maar dat komt ook door de grote investeringen. Daarom richten we ons nu op retailers en projecten. Dat brengt meer op en werkt ook efficiënter dan B2C. Elke klant online overtuigen, vergt namelijk heel veel inspanningen.” Toekomst Luka en Jarrid hebben nog veel plannen, maar het duo wil eerst bekijken of en hoe de huidige producten aanslaan. “We moeten ons nu toespitsen op de verkoop voordat we kunnen focussen op uitbreiding en optimalisatie van de collectie. Zowel het shirt als de broek zijn voorlopig effen zwart.“ “Maar de allereerste fietshelmen waren ook maar een paar rubberen bandjes over het hoofd”, lacht Jarrid. “En dat was destijds ook een revolutionair product. Dus zodra we meer cashflow generen, kan het rap gaan. We hebben tijdens ons onderzoek ontdekt dat er echt vraag is naar iets dergelijks op de markt, dus beseften we des te meer dat we er verder mee moesten gaan. Als het aanslaat bij het grote publiek, creëert dit zonder twijfel een revolutie in de wielerwereld. Helaas zijn er nog geen banden met grote wielerploegen omdat we alleen nog maar een broek en shirt hebben, maar uiteraard hopen we in de toekomst een ploeg te kunnen strikken.” E

MINDMAP MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 17 Samen sterker Een goed team is sterker en slimmer dan de som van de individuen – zelfs in een salesomgeving. Het is een cliché, maar ook mijn rotsvaste overtuiging. Tijdens de eerste lockdown hebben we de individuele targets vervangen door één groepstarget, omdat het onduidelijk was hoe de advertentiemarkt zou evolueren. Het was geweldig om te zien hoe accountmanagers, wiens klanten door COVID-19 non-actief waren, een nieuwe rol in de organisatie opnamen om zo hun collega’s te helpen. Samen uit, samen thuis. Behaalde aan de Universiteit Antwerpen een masterdiploma in de toegepaste economische wetenschappen (2005). Is director advertising sales bij DPG Media Advertising België. julie.neyman@dpgmedia.be Boeiendewereld Sinds vier jaar werk ik op de B2B-afdeling van DPG Media, het bedrijf achter HLN, Qmusic, VTM, etc. Ik ben verantwoordelijk voor het commercialiseren van al onze merken, en kom met veel verschillende bedrijven in contact. De digitale disruptie is groot binnen deze sector waardoor er continu veranderingen zijn: overnames, nieuw aanbod, nieuwe spelers… De mogelijkheid om merken te bouwen, de constante evolutie en de diversiteit aan klanten zorgen voor een enorm boeiende en unieke jobinvulling. Work-lifebalance Voldoende tijd maken voor mezelf, gezin en vrienden, af en toe sporten om mijn hoofd leeg te maken… het is voor mij best een uitdaging. Ik geniet er nu eenmaal van te werken en vind mijn job uitermate boeiend. Dit neemt niet weg dat ik merk dat een goede work-lifebalance zorgt voor betere beslissingen, meer rust en meer plezier. De ambitie neerschrijven om dit structureel te verbeteren op korte termijn, daar durf ik mij echter niet aan te wagen. Julie Neyman Carrièrepad Elke dag opnieuw kom ik tot de vaststelling dat best veel vrouwen terughoudend zijn in het aangaan van een carrière. Zelfs alvorens een nieuwe stap te proberen, haken ze af omwille van een resempraktische factoren: afstand tot het werk, sluitingstijd van de school, carrière van de partner... Ik besef dus maar al te goed dat de combinatie werk en gezin niet vanzelfsprekend is. Bij nieuwe kansen of uitdagingen bespreken we binnen ons gezin of iets haalbaar is of niet, en wie welke gezinstaken op zich kan nemen. Zo bouwen we samen aan onze individuele carrièrepaden. Fantastische tijd Mijn studententijd aan de Universiteit Antwerpen was een geweldige periode. Ik ontdekte het verenigingsleven, was actief in twee studentenclubs, heb er fijne mensen leren kennen en vrienden voor het leven gemaakt. Dankzij de vele uitwisselingsmogelijkheden bracht ik tweemaal een semester in het buitenland door: ervaringen die mijn blik op de wereld verruimden. Ik was toen voor het eerst echt aangewezen op mezelf, en vond dat best spannend. Foto DPG Media

GRENSVERLEGGEND 18 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 Grenzend aan Laos, Thailand en Vietnam ligt het Koninkrijk Cambodja, met haar meer dan 16 miljoen inwoners. Een arm land, met landbouw als belangrijkste bron van inkomsten, en toerisme fors in opmars. UAntwerpenaren vinden er hun gading, Cambodjanen op hun beurt zijn onder de indruk van onze stad en unief. Reth Soeng Ik ben geboren in een arm, rijstboerend gezin en verbleef in een boeddhistisch klooster tijdens mijnwiskundeopleiding aan de universiteit van Phnom Penh. Na een doctoraatsopleiding en postdoc aan de Universiteit Antwerpen ben ik nog steeds actief binnen het Antwerpse Centre for ASEAN Studies, en tevens adviseur van de premier van het Koninkrijk Cambodja. reth.soeng17@gmail.com Savina Chham Ik doctoreer binnen de sociale wetenschappen op diabetes type 2 en hypertensie. Het grootste deel van de tijd besteed ik aan veldwerk in mijn thuisland Cambodja, eenmaal per jaar bezoek ik Antwerpen. Ik werd verliefd op de levendigheid van de stad, de vriendelijkheid van demensen en natuurlijk de typische Belgische chocolade en wafel. savina.chham@student.uantwerpen.be Cambodja

GRENSVERLEGGEND MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 19 Lisothiny Chin Vorig jaar behaalde ik een manama in Maritime and Air Transport Management aan UAntwerpen, de beste universiteit die ik ooit bezocht. Ik was bovendien aangenaamverrast door de vriendelijke en behulpzame mensen, alsook de schoonheid van de stad. Ik keer zeker en vast ooit terug, omer opnieuw te studeren, op vakantie te gaan of misschien zelfs te werken. lisothiny@gmail.com Piet DeMey Na mijn medische opleiding aan UAntwerpen (1982) belandde ik uiteindelijk in Cambodja. Mijn levensmissie is de integratie vanmensen met een functionele beperking. Die overlijden helaas vaak aan doorligwonden. Elektrische rolstoelen bieden verlichting, maar zijn hier schaars. Ik geef oude, versleten exemplaren graag een nieuw leven. meysamith@ppcil.org Josefien van Olmen Om de toegang tot en kwaliteit van zorg voor mensenmet chronische aandoeningen te verbeteren, werkenwe ondermeer samenmet het Cambodjaanse National Institute voor Public Health. Hoewel de context anders is, ervaren we in België soortgelijke problemen. Ik trek af en toe naar daar, wat bevorderlijk is voor het opbouwen van een bestendig partnership. josefien.vanolmen@uantwerpen.be

HET DUO 20 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 Die ochtend op Hoplr : twee verluchtingsroosters, een bureaustoel en spaarzegeltjes voor bestek van Albert Heijn zijn maar een greep uit het aanbod van spullen die mensen willen weggeven. Een buurtbewoonster zoekt een oude fiets om op te knappen, en vindt een vintage exemplaar van een oude dame die niet meer durft fietsen. En Raf vraagt hulp met het ophangen van een rolgordijn, haar boormachine blijkt niet sterk genoeg. Marc komt er al aan. Plaats van gebeuren van dit alles is OudBerchem, de Antwerpse wijk waar de auteur van dit stuk woont. En daarmee ook de enige wijk die zichtbaar is op Hoplr: lidmaatschap van dit sociaal netwerk voor buurten in België en Nederland is strikt gebaseerd op je woonplaats. Geen idee welke weggevers, hulpvragen of weggelopen katten er te vinden zijn in Borgerhout, laat staan in Gent of Bilzen. Buurten versterken “En zo hoort het ook”, knikt Joris Gallens, customer succes manager bij het in 2014 opgerichte Lokerse bedrijf. “Hoplr is opgeKunnen sociale media verbinden?” Onze ooit hechte gemeenschappen zijn gepolariseerd uit elkaar aan het vallen, én dat ligt voor een groot deel aan sociale media. Ziedaar het donkere wereldbeeld van de doemdenker vandaag. Maar volgens professor Karolien Poels en Joris Gallens van sociaal netwerk Hoplr zou het evengoed andersom kunnen zijn. Al mag Mark Zuckerberg dan wel eens wat plaats maken. TEKST JELLE HENNEMAN FOTO’S HUNG TRAN “

HET DUO MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 21 FACE TO FACE “Fysieke ontmoeting is bij Hoplr altijd het doel”, zegt Joris Gallens (r.)). Can social media still connect us? Social media play a major role in the increasing polarisation of societies. But could it also bring us closer together? Can social media be used for community building in these busy times? Professor Karolien Poels, professor of Strategic Communication, and alumnus Joris Gallens, of the Flemish social network Hoplr, certainly think so. Hoplr is a social network where membership is limited to the neighbourhood you live in. So it cannot go viral and commercial messages are not allowed: the messages come from neighbours who are asking for help with a runaway cat or a difficult job, or who have something to give away. Governments and businesses become customers of Hoplr in order to communicate very locally. ‘We want to strengthen neighbourhoods, and that does not go against our business model’, says Gallens. ‘Social media are proving to be effective means for physically bringing digital users together’, Poels chimes in. ‘I think that’s where the most potential for innovation in networks lies, in bringing users together in real life.’ Both argue that networks are primarily a reflection of reality, including the polarising power of social media. Online trolls are given a platform on social media, but in real life they are, of course, just polarising figures. And a neighbourhood with many Hoplr members is often a close-knit one. The acceleration that social media offer to community building can bring people together as well as drive them apart. It is up to the principles of the social networks themselves, and in this case the ubiquity of Meta/Facebook is an obstacle. E

HET DUO 22 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 tunnels van gelijkgezinden manoeuvreerden, en extreme boodschappen beloonden tegenover nuance? “Die kritiek is uiteraard terecht”, antwoordt professor Karolien Poels, hoogleraar Strategische communicatie en Persuasieve technologie aan de Faculteit Sociale Wetenschappen. “Maar het is tegelijk een te negatieve kijk op wat sociale netwerken kunnen. Hun kracht om te polariseren is intussen duidelijk, maar volgens dezelfde principes kunnen ze ook zeker mensen samenbrengen. En dat bedoel ik ook fysiek. Het was bij de opkomst van sociale media niet zo duidelijk, maar ze blijken erg sterk in het fysiek samenbrengen van digitale gebruikers.” “De coronabetoging in Brussel einde november is daar een duidelijk voorbeeld zet als een sociaal medium dat het sociaal kapitaal in een buurt activeert, doordat buren elkaar leren kennen, op de hoogte houden en kunnen aanspreken. Het is dus niet de bedoeling dat je buiten je buurt gaat lezen of posten. Meer nog, het mag volgens onze gebruikersovereenkomst ook niet. Dat wil meteen ook zeggen dat ‘viraal gaan’, wat voor vele socialemediagebruikers toch het ultieme doel is, bij ons gewoon niet kan. Wij willen buurten versterken.” Fysiek online Kunnen sociale media vandaag dan nog aanspraak maken op zulke verbindende ambities? Werden ze de afgelopen jaren niet eerder ontmaskerd als bedrijven die gebruikers in almaar smallere ideeënvan, maar het gebeurt de hele tijd. Denk maar aan de op Facebook geposte evenementen, waarvoor je kan aangeven dat je ‘geïnteresseerd bent’ of ‘gaat’, en zo online vrienden triggert om hetzelfde te doen. Ik denk dat er op dat vlak – het in het echte leven samenbrengen van gebruikers – nog het meeste innovatiepotentieel ligt voor de netwerken. Dus ja, ik ben ervan overtuigd dat online nog steeds de sociale cohesie kan verbeteren.” Burenhulp “Fysieke ontmoeting is bij Hoplr altijd het doel”, pikt Gallens, een alumnus sociale wetenschappen, in. “Mensen die iets weg te geven hebben, doen dat uiteraard face to face, elkaar helpen net zo goed. Maar ook lokale activiteiten zetten we prominent NETWERKEN “Ik ben ervan overtuigd dat online nog steeds de sociale cohesie kan verbeteren”, meent Karolien Poels (r.).

HET DUO MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 23 zijn mensen die gaan werken in de stad en zich om die reden hebben gevestigd in de rand, waar ze geen netwerk hebben. In een randgemeente als Edegem halen wij een zogenaamde conversie, op basis van huishoudens, van 36 procent van de inwoners. Dat is veel, ons gemiddelde zit op 20 procent. In een Antwerpse wijk als Zurenborg, rond de Dageraadplaats, is dat zelfs bijna de helft – maar ook dat is een buurt met een al unieke bestaande samenhang. Nu, niemand doet beter dan de Bornemse deelgemeente Weert: daar halen we zelfs meer dan 100 procent, wat wil zeggen dat sommige huishoudens meer dan één lid tellen.” Witte middenklasse Ook een andere realiteit wordt weerspiegeld: heel divers is het ledenkorps van Hoplr niet, en ook mensen met een lagere sociaaleconomische status participeren minder. “Het zijn jonge gezinnen, nieuwkomers in een wijk en jonge senioren”, stelt Gallens. “Maar inderdaad met een overrepresentatie uit de witte middenklasse, en dat is voor ons een belangrijk strijdpunt. Niet dat we geen anderstaligen of mensen met migratiewortels aantrekken, maar niet genoeg – net als in de rest van de samenleving.” Zijn sociale netwerken dan beter in het bouwen van gemeenschappen wanneer het over ideeën gaat – de zogenaamde issue communities waar gelijkgezinden elkaar tegenkomen – dan wanneer het over fysieke buurten gaat, waar het de bestaande verschillen moeilijker overstijgt? “Dat zou ik niet zeggen”, vindt Poels. “Sociale media zijn zeker versnellers van een bepaalde boodschap, maar in het voetlicht. Verder aanvaarden we geen commerciële advertenties, en zijn we geen forum voor de grote debatten – net omdat je iets niet in andere buurten kan door-posten en viraal laten gaan. Als er al eens iemand oproept tot een debat, bijvoorbeeld met een antivaxbericht, dan zien we ook dat dat meestal in die groepen zelf wordt geneutraliseerd. Het is er de plek niet voor.” “Ten slotte kunnen gebruikers zich ook opgeven als burenhulp, als een aanspreekpunt voor bewoners die een hulpvraag hebben. En veel leden geven zich ook op, wat erop wijst hoe belangrijk mensen goed nabuurschap vinden. We geloven oprecht dat Hoplr de sociale cohesie van buurten beter kan maken, en dat ons leven voor een nood aan een andere vorm van gemeenschapsvorming heeft gezorgd. Vroeger gebeurde alles in de buurt, maar dat is lang geleden. Sinds de specialisering van de samenleving wonen we vaak niet meer waar we vandaan komen, en hebben we het te druk om de mensen in onze nieuwe buurten te leren kennen. Dat zien we ook in de buurten waar Hoplr het het moeilijkst heeft: dat zijn de echt landelijke gemeenten waar iedereen iedereen kent, en al hun hele leven lang.” Lokaal inpluggen Daar zit natuurlijk ook een verdienmodel achter. Hoplr biedt besturen en bedrijven de kans om in te pluggen in de verschillende buurten. Gallens: “Zo is het District Berchem, het uwe dus, heel recent klant bij ons geworden. Dat stelt het in staat om via een servicedashboard te volgen wat er speelt in de verschillende Hoplr-buurten op haar grondgebied. Uiteraard niet wat er precies gezegd wordt in al die posts, of door wie. Privacy is bij ons gegarandeerd. Maar wel qua thema’s. Gaat het bijvoorbeeld vaak over veiligheid, dan kunnen ze dat zo opmerken. En ze kunnen op een gerichte manier communiceren met de buurten, of participatieprojecten opzetten, zoals een peiling of een enquête. Die gerichte communicatie is de voornaamste beweegreden bij klanten als de Gentse afvalophaaldienst Ivago, het Agentschap Wegen en Verkeer of projectontwikkelaars die een grote werf hebben in een bepaalde buurt. Lokale boodschappen zouden anders verdrinken in hun algemene communicatie.” Spiegel Poels: “Hoplr heeft uiteraard geen patent op lokale gemeenschapsvorming op sociale media. Ook op Facebook zijn de laatste jaren veel lokale groepen opgericht, al was die mogelijkheid om groepen te vormen daar niet specifiek voor ontworpen.” “Helemaal waar”, knikt Gallens. “Tegen de populariteit van een Facebookgroep als BOHO! in Borgerhout kunnen wij niet op, en net zo goed heeft elke straat tegenwoordig een Whatsapp-groep.” Bestaat een gemeenschap vandaag niet als ze niet online bestaat? “Nee, zo ver gaat het niet”, denkt Poels. “Het is geen voorwaarde. Maar iedereen is gewoon wel online, het hoort erbij.” Gallens: “Wij willen niets vervangen, enkel versterken. Dat merken we ook aan ons succes: het sterkst staan we in gemeenten die al buurtgericht zijn. We weerspiegelen de realiteit. In de randgemeenten van Antwerpen en Gent doen we het erg goed. Wat logisch is: het Het was bij de opkomst van sociale media niet zo duidelijk, maar ze blijken erg sterk in het fysiek samenbrengen van digitale gebruikers. Karolien Poels

24 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 41.2021 HET DUO studies wijzen er wel op dat zij die boodschap niet zelf creëren. Het is evident dat een medium als Facebook uitdagende internettrollen en polariserende figuren faciliteert door hen een platform te geven, maar dat zijn doorgaans figuren die in het echte leven ook zulk gedrag vertonen. In die zin zijn ook de issue communities maar een weerspiegeling van de realiteit. Alleen blijft de mogelijkheid om buiten je fysieke grenzen te breken met die boodschap een versneller, en dat speelt natuurlijk minder bij een netwerk dat zich lokaal beperkt.” Meta Heet het probleem niet gewoon Facebook, of beter: Meta, de nieuwe naam van het bedrijf boven Facebook, Instagram en Whatsapp? Poels: “Er is nog veel mogelijk in de interactie tussen mens en technologie, maar wat er werkt, is niet meteen duidelijk. En dan is de alomtegenwoordigheid van Facebook niet goed voor de potentiële innovaties rond online communitybuilding. Die krijgen of geen ruimte, of ze worden opgekocht. Onlangs was Clubhouse even een ding, met zogenaamde audio-rooms waar je naar anderen kon luisteren en verdergaan, volgens andere principes en vooral volgens een ander gebruik van data.” Een knikkende Poels: “Voor kmo’s lijkt het op het eerste zicht interessant om via Facebook en Instagram te communiceren, maar de data over hun eigen klanten zijn niet van hen. Door daar op in te spelen, krijgen kleinere, meer ethische platformen in de toekomst wellicht nog een kans.” VERSTERKING “Het meeste succes hebben we in gemeenten die al buurtgericht zijn”, aldus Gallens (l.). praten. Maar zowel Facebook als Twitter hebben vandaag ook audio-rooms.” “Ik geloof vast dat Facebook zijn eigen grootste vijand is”, gaat Gallens verder. “Privacy-inbreuk na privacy-inbreuk doen ze zichzelf pijn. Besturen waar wij mee werken, kunnen het zich vandaag almaar minder permitteren om op Facebook te steunen voor hun communicat ie. Alternatieve platformen moeten blijven Hooked! Hoe boren die sociale media zich toch in onze dagelijkse routine, vraagt iedereen zich wel eens scrollend af. Eén verklaring is beschreven door de Amerikaan Nir Eyal, met het HOOK-model. Het is een patroon van gewoontevorming, dat – als het goed gaat – een perpetuum mobile in ons gedrag wordt. De trigger start alles: een link naar een applicatie, een app-icoon op onze telefoon – iets alomtegenwoordig in elk geval. Eens op de website wordt er een actie gevraagd, zoals een account aanmaken. Deze stap wordt zo eenvoudig mogelijk gemaakt, nog het liefst door in te loggen met je al bestaande Facebook- of Google-account. Na deze actie volgt de beloning, in de vorm van een oneindige stroom aan beelden of berichten, die bovendien elke keer dat je de HOOK passeert anders is. De laatste fase is de investeringsfase, waar telkens iets kleins van je gevraagd wordt. Stuur enkele vrienden eens een trigger, werk dat prof iel af met enkele persoonlijke details, of – idealiter – post zelf een beeld of bericht. In dat laatste geval heb je zelf gezorgd voor je eigen trigger voor een nieuw rondje, want je wil natuurlijk weten of er iemand jouw post leuk vond. Post je niks, dan vraag je je vast af wat het almaar veranderende aanbod nu weer in petto heef t – en wordt je trigger intern. You’re hooked!

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=