Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 106 onderwijs en het eerste t.e.m. derde secundair, bij een gemengde populatie van doorsnee- en risicolezers. We focussen hier op de effecten op leesmotivatie. De interventies hanteerden verschillende aanpakken om aan leesmotivatie te werken: • instructie in zelfregulerend leren (training in het gebruik van (meta)cognitieve strategieën om leren en lezen te plannen, monitoren en evalueren); • versterken van de interesse en betrokkenheid van de leerling (bv. door voorkennis te activeren, door te werken met authentieke teksten of door lezen te koppelen aan hands-on activiteiten als wetenschappelijke experimenten of readers’ theater); • attributietraining waarbij leerlingen leren inzien dat succes en falen gekoppeld zijn aan factoren die ze zelf kunnen beïnvloeden (bv. positieve vs. negatieve self talk leren herkennen, positieve self talk gebruiken, leerlingen voorzien van procesgerichte feedback), of • combinatie van aanpakken (bv. concept-oriented reading instruction (CORI) of een combinatie van bovengenoemde aanpakken, al dan niet met aandacht voor autonomie-ondersteunende praktijken waarbij leerlingen o.a. kunnen kiezen welke teksten ze lezen). Bijna alle interventies zetten niet alleen in op leesmotivatie maar combineerden dit met andere componenten zoals leesinstructie (bv. technisch lezen, strategieën voor leesbegrip) of aan het versterken van de relatie met leeftijdsgenoten. Het ging dus telkens om een motivationele component, geen leesmotivatie an sich. De motivationele component werd in kaart gebracht op basis van intrinsieke motivatie (combinatie van leesefficiëntie, uitdaging, nieuwsgierigheid, betrokkenheid en belang), self efficacy of het geloof in eigen kunnen (bv. leerlingen duiden op een Likert-schaal aan hoe bekwaam ze zich voelen bij het uitvoeren van een bepaalde leestaak), waarde (op basis van maten die interesse in en/of attitudes tegenover lezen nagaan) en algemene motivatie (combinatie van intrinsieke en extrinsieke motivatie, self efficacy en sociale motivatie). De onderzoekers tonen aan dat leesinterventies met een motivationele component een matig effect hebben op de leesmotivatie van leerlingen vergeleken bij een controlegroep die geen motivationele interventie kreeg. Dit effect geldt voor de deeluitkomsten self efficacy en algemene motivatie maar niet voor intrinsieke motivatie. De auteurs stippen aan dat het opvallend is dat geen effect gevonden werd voor intrinsieke motivatie, aangezien net dit type motivatie een sleutelrol speelt in leesmotivatie en verband houdt met leesgedrag en leesvaardigheid. Als mogelijke verklaring stellen ze dat het moeilijk kan zijn om aan intrinsieke motivatie te werken in een schoolcontext. Interventies met een component attributietraining blijken een sterker effect te hebben op leesmotivatie dan de andere componenten in de leesinterventies (c.q. interventies die focussen op zelfregulering, op interesse of een gecombineerde aanpak). De moderatorenanalyse toont aan dat de kwaliteit van de studies een impact heeft op de resultaten. Ze keken ook nog na of het effect afhankelijk was van andere factoren (theoretisch kader, groepsgrootte, intensiviteit training, onderwijsniveau, type toets, doelgroep), maar dat was niet het geval. Dit suggereert bijvoorbeeld dat leesinterventies met een motivationele component zowel in kleine groep maar ook in klassetting zouden kunnen werken over verschillende leeftijdsgroepen heen. Daarnaast onderzochten ze het verband tussen de lees- en motivatie-uitkomsten nog meer in detail aan de hand van een regressieanalyse. Zo wilden ze nagaan of er een relatie bestaat tussen de motivatie-uitkomsten en de leesvaardigheidsuitkomsten. Deze analyse kon geen verband aantonen tussen de effecten op leesmotivatie en de effecten op leesbegrip. Het lijkt er dus op dat leesinterventies met een motivationele component een effect hebben op leesvaardigheid zonder dat dit effect gemedieerd wordt door het effect op motivatie. De winst op het vlak van leesvaardigheid

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=