Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 69 interventietype: aanbieden van instructie ter bevordering van begrijpend lezen, aanleren van leesstrategieën ter bevordering van begrijpend lezen en organiseren van flankerende schrijfactiviteiten ter bevordering van begrijpend lezen. Omdat het bij deze laatste wel degelijk om schrijfopdrachten bij een gelezen tekst gaat, werden de respectieve studies hier opgenomen. 3.4.4.1 Leesinstructie Rigney et al. (2020) onderzochten de impact van het computergestuurde programma Headsprout. Dit programma is ontworpen als aanvullend geletterdheidsprogramma voor leerlingen in het basisonderwijs en bestaat uit twee onderdelen: Headsprout Early Reading en Headsprout Reading Comprehension. In dit hoofdstuk bespreken we enkel de analyse met betrekking tot Headsprout Reading Comprehension. Headstart Reading Comprehension is bedoeld voor leerlingen van het derde tot en met vijfde leerjaar en focust specifiek op het versterken van leesbegrip, door leerlingen te trainen in het beantwoorden van vier soorten begripsvragen: letterlijke, inferentiële, samenvattende en woordenschatvragen. Op basis van één kwaliteitsvolle studie met een zeer kleine populatie (N=6) besluiten de auteurs dat Headsprout Reading Comprehension een beloftevol programma is om het leesbegrip van leerlingen van het derde tot en met het vijfde leerjaar te versterken. Deze conclusie is gebaseerd op twee uitkomstmaten: één maat die zuiver leesbegrip meet en één maat die leesbegrip met leesvloeiendheid combineert, waarbij het gevonden effect voor de zuivere leesmaat groter is dan het effect voor de gecombineerde leesmaat. Meer onderzoek met grotere populaties is nodig om deze positieve resultaten voor leesbegrip te bevestigen. Swanson et al. (2017) onderzochten de impact van instructie in leesbegrip op begrijpend lezen. Hun studie omvat een waaier aan interventies waarbij instructie in leesbegrip, met of zonder expliciete aandacht voor woordenschat, aan de volledige klasgroep van het vierde leerjaar tot het tweede secundair gegeven wordt. De auteurs geven echter geen verdere informatie over de precieze inhoud of aanpak met betrekking tot de verschillende interventies. Hun studie toont aan dat dergelijke interventies een effect hebben op het leesbegrip van leerlingen, maar dit effect blijkt, wanneer gemeten met behulp van gestandaardiseerde instrumenten, beduidend kleiner dan wanneer het effect van de interventies wordt gemeten met behulp van (niet-gestandaardiseerde) toetsen die sterker aansluiten bij de interventie. Bovendien blijkt er sprake van publicatiebias voor de studies met gestandaardiseerde meetinstrumenten. Wanneer dit mee in acht wordt genomen, daalt de effectgrootte bij het gebruik van gestandaardiseerde instrumenten, tot een niet-significant effect. Specifiek voor leerlingen met leesmoeilijkheden varieert het effect van instructie in leesbegrip op begrijpend lezen van klein (op basis van gestandaardiseerde meetinstrumenten) tot groot (via nietgestandaardiseerde meetinstrumenten). De onderzoekers keken eveneens na of de gevonden effecten gemodereerd werden door andere variabelen (bv. type en duurtijd van de interventie), maar dit bleek niet het geval. Elleman (2017) onderzocht de mate waarin de expliciete instructie op het vlak van ‘inferenties maken’ het leesbegrip van leerlingen uit het tweede leerjaar tot en met het derde secundair versterkt. ‘Inferenties maken’ verwijst naar de vaardigheid om informatie af te leiden uit een tekst die relevant is om de tekst te begrijpen, maar niet expliciet beschreven is. Zo leren leerlingen bijvoorbeeld om eerst de relevante informatie in de tekst te lokaliseren, om verschillende stukken informatie uit de tekst met elkaar te combineren, of bewijsmateriaal te zoeken in de tekst. In de praktijk combineren de interventies vaak meerdere (van deze) elementen. Elleman ging het effect na op zowel algemeen begrip, letterlijk begrip (test met letterlijke vragen) als inferentieel begrip (test met inferentiële vragen). Inferentiële vragen kunnen dus enkel

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=