Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 117 Het zijn ook dergelijke voorbereidende vaardigheden zoals letterkennis en fonemisch bewustzijn die in zogenaamde phonics-programma’s geïntegreerd worden met directe instructie en expliciete inoefening op het vlak van decodeervaardigheid en woordherkenning. Algemeen blijkt in interventies die focussen op één aanpak met name deze phonics-aanpak succesvol. Aangezien er in een dergelijke aanpak deelvaardigheden voor vlot lezen gecombineerd zijn, is het effect ervan op vlot technisch lezen misschien niet zo verrassend. Wel belangrijk om aan te stippen – zeker gezien de impact voor leerlingen met leesmoeilijkheden – is dat ze zowel effectief blijken voor risicolezers in de vroege leesontwikkeling als voor oudere lezers met moeilijkheden op het vlak van technisch lezen (waaronder ook leerlingen met dyslexie) en/of begrijpend lezen. Preventief inzetten op deze aanpak, maar ook extra interventie bieden met deze aanpak loont met andere woorden. Ook voor andere doelgroepen zoals leerlingen met een verstandelijke beperking blijken phonics-interventies werkzaam om vlot lezen te verbeteren. Interventies met een phonics-aanpak kunnen zelfs effect opleveren voor leesbegrip bij leerlingen met leesmoeilijkheden, op voorwaarde dat ze ook effectieve didactische componenten integreren zoals expliciete inoefening en modelleren van vaardigheden in kleine groep. Combineren van leescomponenten in interventies is werkzaam Doorgaans blijken interventies vooral effectief en des te effectiever van zodra ze verschillende componenten combineren, zowel voor de algemene leerlingenpopulatie tot in het secundair onderwijs als specifiek voor leerlingen met leesmoeilijkheden, leerlingen met een andere thuistaal en leerlingen met neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. Dergelijke enerzijds preventieve interventies voor beginnende lezers, anderzijds remediërende interventies voor bijvoorbeeld leerlingen met ernstige leesproblemen, blijken werkzaam om de leesvaardigheid te versterken. Een component van voorbereidende leesvaardigheden die hierbij in de kijker dient gezet te worden, is morfologische kennis. Deze vaardigheid krijgt doorgaans weinig aandacht in instructie of interventies in de Vlaamse onderwijspraktijk. Hoewel de ingesloten studies met een focus op morfologische instructie (al dan niet als onderdeel van een bredere instructie op het vlak van geletterdheid, lezen, woordenschat en spelling) niet voor alle deelvaardigheden tot eenduidige conclusies komen, zijn er toch enkele relevante aanbevelingen. Zo kunnen morfologische interventies een bijdrage leveren aan voorbereidende leesvaardigheden (fonologisch en morfologisch bewustzijn, woordenschat) alsook algemene leesvaardigheid bij leerlingen tot en met het derde secundair, waaronder ook leerlingen met leesmoeilijkheden als moeilijkheden op het vlak van taal. Nog een component die doorgaans weinig aandacht krijgt in de literatuur is leesprosodie. Deze vaardigheid speelt niet alleen een rol bij het vloeiend lezen maar is ook een goede voorspeller van begrijpend lezen. Kijken we specifiek naar de component begrijpend lezen, dan nemen we uit onze umbrella review onder meer volgende aspecten mee. Leerlingen bewust maken van leesstrategieën heeft een effect op hun begrijpend lezen. Maar met name interventies die focussen op het voorspellend lezen, het stellen van een leesdoel voorafgaand aan een tekst, het leren maken van inferenties bij het lezen en/of het samenvatten zijn werkzaam. Daarnaast blijkt met name bij informatieve teksten dat instructie over tekststructuren effectief is voor leerlingen met en zonder leesmoeilijkheden, althans op korte termijn. Ook instructie geven in zelfmonitoring heeft een aangetoond groot effect op begrijpend lezen, en dit bij leerlingen van verschillende leeftijden. Relevant om mee te geven is dat instructie in zelfmonitoring niet alleen effect heeft op leesbegrip, maar zelfs een positieve impact laat zien op leestempo bij het lezen van teksten. Tot slot zien we dat schrijfopdrachten bij een gelezen tekst het leesbegrip kunnen versterken en het raadzaam is om af te wisselen in het type schrijfactiviteit.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=