Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 111 leesversnellingsprogramma's die geen expliciete fonologische training inhouden, maar wel het lezen van woorden en zinnen (soms met feedback); (3) actie videogames gebaseerd op 'Raymans Raving Rabbids' (Ubisoft, 2006). Het effect werd zowel nagegaan op maten voor vlot lezen, leesbegrip en algemene leesvaardigheid. Op basis van een beperkt aantal studies concluderen de auteurs dat visuele aandachtstraining werkzaam is voor het verbeteren van het leestempo en het leesbegrip bij leerlingen met dyslexie. Visueel-gebaseerde leesversnellingsinterventies (RAP) blijken op hun beurt effectief in het verhogen van het leestempo en –accuratesse bij dezelfde doelgroep. Actievideogames verbeteren tenslotte zowel het leestempo als de algemene leesvaardigheid. Deze resultaten moeten echter met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden vanwege de beperkte methodologische kwaliteit van het beperkte aantal primaire studies. 3.7.7 Executieve functies (OV) Ober et al. (2020) onderzochten in hoeverre executieve functies voorspellend zijn voor de decodeervaardigheden van kinderen en adolescenten van lagere- en middelbareschoolleeftijd. Voor drie executieve functies (werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit, en inhibitie (gedrag uitstellen, afremmen of stoppen)) werd de samenhang onderzocht met vlot lezen (meer bepaald het decoderen van woorden en pseudowoorden). De auteurs stellen kleine tot matige correlaties vast tussen de executieve functies en decodeervaardigheden bij kinderen en adolescenten. De samenhang is van vergelijkbare grootte voor zowel het lezen van woorden als het lezen van pseudowoorden en is relatief consistent, zelfs wanneer rekening gehouden wordt met steekproef en taak. Het onderzoeksopzet blijkt deze correlatie te beïnvloeden: correlationele studies tonen een sterkere samenhang in vergelijking met andere studies. Andere factoren (steekproef, taak) blijken de relatie tussen executieve functies en vlot lezen niet te beïnvloeden. Peng et al. (2017) onderzochten de samenhang tussen de executieve functie werkgeheugen en verschillende componenten van het leesproces: fonologisch bewustzijn, decodeervaardigheid, woordenschat, begrijpend luisteren en begrijpend lezen. Werkgeheugen werd gemeten aan de hand van zogenaamde ‘dubbeltaaktaken’, die gelijktijdig inspelen op verwerking én opslag. We bespreken achtereenvolgens de resultaten voor de verschillende componenten van lezen. De auteurs stellen vast dat er een kleine correlatie is tussen werkgeheugen en woordenschat (zowel productief als receptief). Met andere woorden: een sterker werkgeheugen bij leerlingen voorspelt dat ze sterkere vaardigheden hebben met betrekking tot woordenschat. Daarnaast rapporteren ze een kleine correlatie tussen werkgeheugen en fonologische vaardigheden (zowel fonologisch bewustzijn zoals deletie, substitutie, segmentatie, rijm als snel benoemen van letters/afbeeldingen/voorwerpen/cijfers). Ze stellen ook een kleine correlatie vast tussen werkgeheugen en decodeervaardigheid (zowel gemeten via accuratesse als tempo van het lezen van woorden, pseudowoorden, zinnen als passages). De auteurs vonden een matige correlatie tussen werkgeheugen en begrijpend luisteren/lezen, gemeten via een cloze-test over een passage resp. zin of via het beantwoorden van vragen over de gelezen passage of zin. Echter, na controle voor zowel decoderen als woordenschat, blijkt werkgeheugen niet langer gerelateerd aan begrijpend lezen. Dit heeft volgens de onderzoekers (aansluitend bij voorgaand onderzoek) belangrijke gevolgen voor de praktijk. De resultaten

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=