Les in lezen 02a Onderzoekslijn 2 Rapport

Les in Lezen: Onderzoekslijn 2 – Verticale en horizontale analyse Lezen op School-projecten 38 In het tweede projectjaar werd het project opgeschaald naar ruim 60 scholen, waarbij de scholen uit het pilootjaar de keuze kregen om ook in het tweede jaar aan boord te blijven. Voor dit tweede jaar zijn geen cijfers over het aantal bereikte klassen of leerkrachten bekend bij de onderzoekers. hebben, we hebben het streefgetal meer dan verdubbeld. Zowel in het bao als in het so werkten we met kernteams die dan op hun beurt op school de collega’s meegenomen hebben en zo kregen we al een ruime verspreiding van de visie, de aanpak en werden materialen heel breed uitgeprobeerd, besproken, aangepast en ontwikkeld. G. Ervaren effecten De projectmedewerkers rapporteren zelf een grote tevredenheid over de acties naar en in de betrokken scholen (en hun leerlingen) en over de samenwerking tussen scholen en bibliotheken. Het bereiken en activeren van ouders beschouwen ze als minder geslaagd, niet in het minst omwille van de impact van covid-19 en de bijbehorende maatregelen. Daarbij zien ze wel bescheiden succes voor de arrangementen die ouders thuis met hun kind mochten uitvoeren, maar een lage opkomst voor de digitale oudersessies. Er is geen systematisch zicht op de eventuele effecten van het project op leerlingenuitkomsten, in de eerste plaats de leesmotivatie. Gegevens die hier zicht op zouden kunnen geven zijn eerder anekdotisch maar wel positief, bijvoorbeeld een getuigenis over leerlingen die andere leerlingen aansporen om een bepaald boek te lezen of een leerling die meldt dat het gebruik van graphic novels er voor gezorgd had dat hij voor het eerst sinds lang een boek helemaal had uitgelezen. Ook rapporteerden sommige ouders dat ze dankzij het project de stap naar de bibliotheek hebben gezet. De projectmedewerkers zien een toegenomen vaardigheid van leraren in het kiezen van boeken om in de kijker te zetten en in het voeren van gesprekken met leerlingen rond boeken. Ook lijken scholen en leraren dankzij het project meer en intensiever samen te werken met de bibliotheek in hun gemeente of buurt (bv. bibliotheek die ruimte openzet om met klassen in te komen werken). De bevraagde directeur geeft aan dat in haar school het leesbeleid positief geëvolueerd is dankzij deelname aan “Lezen in actie!”, bij uitstek door de vormingssessies die de leraren gevolgd hebben. Ze vermeldt veel concrete en praktische ideeën voor leesbevordering uit het project gehaald te hebben. Tot een uitgeschreven leesbeleidsplan is de school evenwel nog niet gekomen. Ook de samenwerking met de plaatselijke bibliotheek is versterkt, wat ook bevestigd wordt door de bevraagde leerkrachten (o.m. één contactpersoon). Tot slot geeft de directeur aan dat het project de school wat meer aandacht heeft doen krijgen voor het in de kijker zetten van en communiceren (bv. naar ouders) over leesinitiatieven op school. De bevraagde leerkrachten bevestigen dat ook voor hun school inspanningen (naar aanleiding van het project) om ouders meer te betrekken bij leesbevordering weinig zichtbaar resultaat hebben opgeleverd. In projectjaar 2 zien we een toename van de participatie door de ouders: zowel wat het oudercafé (met medewerking van VCOV) betreft als wat de scholen doorgeven over wat er thuis met de boekenarrangementen gebeurt. Er waren wel degelijk ouders van hun school aanwezig op het oudercafé! H. Aandachtspunten en randvoorwaarden - Vorming van leraren rond/ focus op interactie/gesprekken rond boeken én juiste keuze van boeken voor de boekenarrangementen werden door de betrokken projectmedewerkers geïdentificeerd als cruciaal ifv motivatie, vergroten achtergrondkennis, enz.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=