Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 48 Abrami et al. (2019) onderzochten het effect van het computerprogramma ABRACADABRA op de leesuitkomsten van lagere schoolleerlingen. ABRACADABRA (A Balanced Reading Approach for Children Designed to Achieve the Best Results for All) is een computerprogramma dat een variëteit aan componenten van lezen bevat, waaronder alfabetische kennis, vlot lezen en leesbegrip. Deze activiteiten worden aangeboden vanuit een context van interactieve verhalen van verschillende genres. Een spelelement houdt de leerlingen gemotiveerd om de taken te voltooien. Het effect van het programma wordt onderzocht op een waaier van (voorbereidende) leesvaardigheden waaronder een maat voor phonics die letterkennis en accuraat en op tempo lezen van woorden en pseudowoorden combineert. De onderzoekers rapporteren kleine effecten op deze phonics-uitkomstmaat net als op de maten van voorbereidende leesvaardigheden en heel kleine effecten ook op leesbegrip (zie de andere delen). Het programma heeft overigens geen significant effect op een maat die vlot lezen van woorden en vloeiend lezen van teksten combineert. Mol en Bus (2011) onderzochten de relatie tussen lezen in de vrije tijd en vlot technisch lezen. Lezen in de vrije tijd werd daarbij geoperationaliseerd als ‘print exposure’, blootstelling aan teksten, gemeten aan de hand van checklists waarin de bekendheid van boeken, auteurs of magazines bevraagd werd (al dan niet met hulp van de ouders). Het onderzoek vond plaats bij drie doelgroepen: (1) kleuters, (2) leerlingen in de lagere of middelbare school en (3) hogeschool- en universiteitsstudenten. De resultaten tonen aan dat lezen in de vrije tijd een matige correlatie laat zien met woordherkenning, gemeten als het identificeren van losse woorden en het hardop lezen van pseudowoorden en leenwoorden. Deze (matige) samenhang is niet alleen vastgesteld bij leerlingen uit het lager en secundair onderwijs, maar opvallend genoeg ook bij hogeschool- en universiteitsstudenten. Dat er nog steeds een correlatie is met vlot lezen bij de hogeschool- en universiteitsstudenten is enigszins verrassend. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat de meeste studies in het Engels plaatsvonden, wat een taal is met een ondoorzichtige orthografie. Hierdoor valt er ook nog op latere leeftijd heel wat leerwinst te halen bij veel blootstelling aan print. Een andere verklaring die de onderzoekers aangeven heeft te maken met de precieze focus van de toetsen en wijze van meten, die wordt aangepast naarmate de deelnemers ouder worden, om plafondeffecten te vermijden. Tussentijdse conclusie Op het vlak van algemene leesvaardigheden nemen we mee dat de inzet van multimedia en technologie een meerwaarde kunnen bieden, zo blijkt uit de studie van Abrami en collega’s (2019). Wanneer basiscomponenten van lezen geïntegreerd en gebalanceerd worden aangeboden in een computerprogramma blijkt dit een klein effect te hebben op vlot lezen. Gaat het om een maat die vlot en vloeiend lezen combineert dan valt het effect weg. Ook ‘lezen in de vrije tijd’ laat een relatie zien met vlot lezen, zelfs als het gaat om een oudere populatie van hogeschool- en universiteitsstudenten (Mol & Bus, 2011). 3.2.5 Andere schriftelijke vaardigheden (OV) -> Vlot lezen (AV) Onze review leverde drie studies op die het effect nagingen van interventies met een focus op andere schriftelijke vaardigheden dan alleen voorbereidende leesvaardigheden en componenten van lezen. Een studie bekeek de impact van geletterdheidsprogramma’s waaronder een specifiek

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=