Les in Lezen Onderzoekslijn 1 Rapport

Les in Lezen: Onderzoeksluik 1 – Umbrella review van effectief leesonderwijs 120 Op basis van deze umbrella review blijven zeker nog enkele vragen onbeantwoord, o.a. over de precieze relatie tussen leesmotivatie en leesvaardigheid. Hiervoor is dus meer onderzoek nodig. Tegelijk kunnen we op basis van deze review met overtuiging besluiten dat het tijd maken voor ondersteuning van leesvaardigheden in en buiten de klas, tijdens of na schooltijd, waarbij er aandacht is voor de combinatie van deelvaardigheden, loont om de leesvaardigheid van leerlingen in het basis- en secundair onderwijs te versterken. De resultaten van onze umbrella review hebben consequenties voor professionals in de praktijk, voor beleidsmakers en voor onderzoekers. In onderzoekslijn 3 [OL3] van dit project vertalen we daarom onze bevindingen in praktijkgerichte aanbevelingen. Lezers van deze umbrella review die op zoek zijn naar achtergrond en concrete handvatten om werkzame interventies op te zetten voor leerlingen met nood aan taalondersteuning verwijzen we naar het wetenschappelijk rapport en praktijkgids op taaltrajecten.be. 4.2 Aanvullingen bij de bevindingen De conclusies uit deze review moeten we steeds vergelijken met het theoretisch kader dat in de Inleiding beschreven wordt. Bepaalde belangrijke processen worden namelijk wel vermeld in die inleiding, maar worden slechts even aangeraakt in de umbrella review. We halen hier twee specifieke voorbeelden aan, namelijk de plaats van kennis in het leesproces en de rol van externe partners zoals bibliotheken. Een eerste opvallend verschil tussen de inleiding en de conclusies uit de umbrella review gaat over de plaats van kennis in het leesproces. De inleiding verwijst naar de drie belangrijke factoren die begrijpend lezen beïnvloeden, namelijk kennis, processen en algemene cognitieve bronnen. De eerste factor, kennis, verwijst niet alleen naar kennis over hoe de woorden geschreven zijn, maar ook naar kennis over de taal om bijvoorbeeld inhoudswoorden en functiewoorden in een tekst te begrijpen. Algemene kennis is dan weer nodig om te interpreteren wat je als lezer hebt gelezen. Toch verwerkt bijna geen enkele conclusie van de umbrella review een expliciete verwijzing naar de noodzaak van die algemene kennis. Men zou hier, ten onterechte, de conclusie uit kunnen trekken dat de verschillende meta-analyses en systematic reviews de noodzaak aan dit type van kennis niet bewijzen. Dit is niet enkel een bevinding in dit rapport, maar men vindt dit ook in andere gelijkaardige samenvattingen, terug. Het is daarom dat befaamde Amerikaanse leesonderzoekers een campagne helpen ondersteunen om de lestijd in geschiedenis, wetenschap, aardrijkskunde, kunst, muziek en literatuur, met name in het lager onderwijs te vergroten (Knowledge Matters Campaign, 2022). Zij ijveren ervoor om kennisopbouwende curricula vol rijke inhouden te ontwerpen, want het is net deze kennis die zo’n cruciale rol speelt bij het leren lezen en schrijven. Kortom, om effectief leesonderwijs te organiseren moet men niet enkel de conclusies uit dit rapport in de praktijk brengen, maar men moet deze ook koppelen aan de inzichten uit de Inleiding. Een tweede opvallend verschil gaat over de rol van externe partners zoals bibliotheken. De conclusies uit deze umbrella review verwijzen bijna nooit direct naar de impact die deze partners op het proces van leren lezen hebben. Men zou hier, opnieuw ten onrechte, uit kunnen besluiten dat zij niet essentieel zijn voor het leesonderwijs. Nochtans kunnen zij een belangrijke rol vervullen. Niet enkel kunnen ze voor het broodnodige boekenaanbod zorgen, zij kunnen ook de geschikte plaats vormen om bepaalde interventies te laten plaatsvinden. Bijvoorbeeld, voorlezen is een interventie met een bewezen effect, en bibliotheken kunnen net die plekken zijn waar zulke praktijken gefaciliteerd worden. Met andere woorden, zelfs al worden zulke externe partners niet uitdrukkelijk in deze

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=