Les In Lezen

29 FICHE 8 • Wijs op signaalwoorden (maar, want) en denkrelaties (oorzaak-gevolg, doel-middel) tussen alinea’s, paragrafen en de volledige tekst. • Leg verbanden uit tussen teksten, hoofdstukken en het ruimere verhaal (verhaalanalyse, personages …). buiten een tekst • Interpreteer hardop wat niet expliciet gezegd wordt in de tekst. • Benoem de relatie met je kennis over de wereld of de relatie tussen de wereld en de tekst. • Gebruik je het modelleren als instructiemethode voor een nieuwe strategie? Zorg dan dat jij tijdens jouw ‘luidop denken’ aan zet bent. Jij als leraar demonstreert en de leerlingen kijken en luisteren. » Spreek in de ik-vorm: “Ik vraag me af of …”, “Misschien moet ik …”, “Dit doet me denken dat …”, “Ik zie … en ik denk …”, “Dus ik ga … doen”, “Wat als ik …”. » Stel tijdens je demonstratie geen vragen aan de leerlingen. ‘Luidop denken’ als instructiemethode is iets anders dan een interactief taaldenkgesprek. • Draag de verantwoordelijk voor het leesproces geleidelijk over aan je leerlingen. Het GRRIM-model (Gradually Release of Responsibility Instruction Model), ook wel bekend als het ‘ik-wij-julliejij-model’ geeft die overdracht visueel mooi weer. Behoed je voor een snelle overgang naar de jij-fase, waarin de leerling het alleen moet kunnen. Durf lang genoeg samen te wroeten en diep te lezen. Welke praktijkvoorbeelden horen bij dit antwoord? In de klas van Joke gaan ze aan de slag met een informatieve tekst over dromen en slaap. Volgens de handleiding werken de leerlingen onmiddellijk zelfstandig in duo’s: ze lezen de teksten, zoeken sleutelwoorden, bedenken tussentitels en zoeken het antwoord op inhoudelijke vragen in de tekst. Joke volgt echter het GRRIM-model bij deze les: • Tekst 1: modelleren (IK): Ik lees de tekst luidop voor en stop geregeld om mezelf luidop vragen te stellen over de tekst. Ik voer de bijhorende opdrachten uit en vertel hoe ik dat aanpak en waar ik de antwoorden ga zoeken. • Tekst 2: klassikaal (WIJ): Aan alle leerlingen wordt gevraagd om mee te lezen. Ze worden uitgedaagd om de antwoorden te zoeken. Ik stuur bij waar nodig. • Tekst 3: in duo’s (JULLIE): De leerlingen gaan per 2 aan de slag in heterogene groepjes. Ze volgen de werkwijze van de leerkracht. Ik loop rond en begeleid indien nodig. • Tekst 4: individueel (JIJ): De tekst wordt door alle leerlingen gelezen, ook al suggereerde de handleiding deze tekst enkel als uitbreiding voor de snelle lezers. Wil je meer weten over het onderliggende onderzoek, kijk dan zeker naar deze studies: • Flynn, L. J., Zheng, X., & Swanson, H. L. (2012). Instructing struggling older readers: A selective meta-analysis of intervention research. Learning Disabilities Research & Practice, 27(1), 21-32. • Kong, N. Y., & Hurless, N. (2021). Vocabulary Interventions for Young Emergent Bilingual Children: A Systematic Review of Experimental and Quasi-Experimental Studies. Topics in Early Childhood Special Education, 02711214211027625. • Sanders, S., Losinski, M., Parks Ennis, R., White, W., Teagarden, J., & Lane, J. (2019). A meta-analysis of self-regulated strategy development reading interventions to improve the reading comprehension of students with disabilities. Reading & Writing Quarterly, 35(4), 339-353. Samen toepassen Zelfstandig toepassen Modelleren “ik doe het” “Wij doen het samen” “Jullie doen het samen” “Je doet het zelf” Begeleide inoefening Expliciete instructie en het stap voor stap doorgeven van verantwoordelijkheid (gebaseerd op Fisher & Frey, 2008) (uit: Geudens et al., 2021) verantwoordelijkheid leerkracht verantwoordelijkheid leerling

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=