Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

87 Ten slotte focussen we op schriftelijke taalvaardigheid. De reviews noemen strategieën voor begrijpend lezen, aandacht voor tekststructuur, de combinatie van lezen en schrijven, motivatie. Daarnaast wordt er verwezen naar systematische phonics, expliciete instructie in spelling, fonemisch bewustzijn en kennis van letter-klankkoppelingen om technische deelvaardigheden te versterken. Voor de mondelinge taalvaardigheid wordt er verwezen naar voorlezen met interactie en het plannen van doelgerichte activiteiten. Ook het doelbewust werken aan woordenschat wordt genoemd als onderdeel van een bredere aanpak. Deel 3. De schijnwerper op inspirerende voorbeelden Om inspiratie te bieden voor de praktijk analyseerden we voorbeelden van effectieve interventies met voldoende onderzoeksevidentie. De voorbeelden werden opnieuw op basis van een systematische zoektocht en een kwaliteitsscreening geselecteerd. Dit resulteerde in tien buitenlandse, recente, effectieve interventies die als voorbeelden van taaltrajecten kunnen dienen. Een analyse van deze uitgewerkte trajecten levert verschillende nieuwe inzichten op in de wijze waarop de verschillende bouwstenen van een taaltraject gerealiseerd kunnen worden. Deze trajecten blijken bijvoorbeeld erg zorgvuldig en doordacht opgebouwd en kiezen daarbij voor relevante thema’s met verschillende invalshoeken. Daarnaast zetten ze niet alleen in op het incidenteel leren van woordenschat, maar ook op expliciete instructie van school- en vaktaalwoorden. Door middel van professionalisering timmeren ze vaak aan een gedeelde en gedragen missie van het schoolteam. Verder geven de voorbeelden handvaten om de aanbevelingen uit Deel 2 in de praktijk uit te werken. Daarnaast gingen we op zoek naar Vlaamse praktijkvoorbeelden via een online bevraging die ruim verspreid werd in het Vlaamse onderwijsveld. De 58 inzendingen bleken echter op basis van de schriftelijke neerslag onvoldoende aan alle aanbevelingen uit Deel 2 te beantwoorden. Uit een analyse van de vormelijke kenmerken van deze Vlaamse inzendingen blijkt een grote verscheidenheid, met een voorkeur om het taaltraject aan te sluiten op of te verweven met de klasaanpak. Deze keuzes hangen vermoedelijk samen met de beginsituatie van de ingezonden taaltrajecten: vaak gaat het om scholen met veel leerlingen met een SES- indicator, waardoor de nood aan extra taalondersteuning vermoedelijk hoog is. In de praktijkaanbevelingen rond taaltrajecten houden we best rekening met dergelijke beginsituaties en geven we ook aan hoe de klasaanpak in functie van de noden van de doelgroepen aangepast kan worden zonder de voordelen van het werken in kleine groep of één-op- één uit het oog te verliezen. Deel 4. De schijnwerper op een succesvolle implementatie Om de implementatievoorwaarden in kaart te brengen voor de Vlaamse context werden expertgroepen ingeschakeld bestaande uit leerkrachten kleuter, lager en secundair onderwijs en OKAN, pedagogisch begeleiders en leden van de onderwijsinspectie. Deze expertgroepen werden door middel van een delphi-studie bevraagd. Alle expertgroepen blijken professionalisering op lange termijn als cruciaal te beschouwen. Verder verwijzen ze naar de gedragenheid en motivatie van het team en het belang van een duidelijke visie. Ook blijkt concreet materiaal een belangrijke houvast te zijn voor leerkrachten, en zijn er extra middelen nodig om dit alles waar te maken. Hierbij wordt wel benadrukt dat middelen alleen zonder meer geen garantie op succes betekenen. Het is dus een en-en-verhaal. Deel 5. De schijnwerper op aanbevelingen De voorgaande stappen voeden praktijkgerichte, beleidsrelevante en wetenschappelijke aanbevelingen die in Deel 5 beschreven en verantwoord worden. De praktijkgerichte aanbevelingen zijn verwerkt in een helder referentiekader met zes bouwstenen die bij de realisatie van een taaltraject samen gerealiseerd moeten worden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=