Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

85 Schenk voldoende aandacht aan de methodologische aanpak van het onderzoek In Deel 2 van dit rapport werd de methode van systematische reviews en meta-analyses geanalyseerd en in Deel 3 gebeurde dit voor recente buitenlandse taaltrajecten. Deze critical appraisals toonden aan dat er nog wel wat ruimte voor verbetering is. Er mag bijvoorbeeld meer aandacht gaan naar de baseline equivalentie in de primaire studies, d.w.z. de vergelijkbaarheid van de groepen, of de meta-analyses kunnen een onderscheid maken tussen gestandaardiseerde toetsen en zelfontwikkelde toetsen. We waarderen de systematische reviews en meta-analyses waarin de primaire studies vrij gedetailleerd beschreven zijn. Ontwikkel gestandaardiseerde toetsen die gevoelig zijn voor kleine ontwikkelingen Essentieel voor effectonderzoek zijn de instrumenten waarmee de effecten in kaart gebracht worden. Vaak moeten taalonderzoekers gebruik maken van gestandaardiseerde toetsen die ontworpen zijn in functie van de diagnose van taalontwikkelingsstoornissen, -achterstanden of leesmoeilijkheden , en niet bedoeld zijn om in de context van een interventie kleine of grotere leerwinsten te vatten. Daarnaast zetten zij dan zelfontwikkelde toetsen in die op de concrete doelen en de aanpak in de interventie zelf afgestemd zijn. Wat ontbreekt, zijn gevoelige en betrouwbare gestandaardiseerde toetsen die niet op specifieke interventies afgestemd zijn, maar wel de doelen van dergelijke interventies goed in kaart brengen. Een interessante tool is alvast de CALS-I - Core Academic Language Skills-Instrument (CALS-I), een Engelstalig meetinstrument om alle facetten van schooltaalvaardigheid in kaart te brengen, met inbegrip van schooltaalwoorden, sleutelwoorden en complexe zins- en tekststructuren (Uccelli et al., 2015). Dit instrument was gevoelig genoeg om in twee interventies leerwinst te kunnen vatten (Jones et al., 2019; Kim et al., 2017). Besteed meer aandacht aan mondelinge vaardigheden, oudere leerlingen en (beginnende) Nederlandsetaalleerders De meeste effectstudies focussen op leesvaardigheid. Er mag meer aandacht aan mondelinge vaardigheden besteed worden, maar ook aan schrijven. Daarnaast blijken oudere leerlingen vanaf de tweede graad van het secundair onderwijs slechts zelden de doelgroep van effectonderzoek. Ten slotte is er nog meer nood aan kwaliteitsvol onderzoek naar werkzame interventies bij Nederlandsetaalleerders. Deze zijn vaak de doelgroep in recente buitenlandse studies, maar we merken op dat beginnende Nederlandsetaalleerders daarbij vaak in de kou blijven staan. Zeker wanneer het gaat om beginnende Nederlandsetaalleerders in de categorie van het lager en secundair onderwijs is er nood aan effectonderzoek om meer inzicht te krijgen in wat werkt, precies omdat de kloof met hun leeftijdsgenoten dan zeer groot is. Daarnaast mag er ook meer aandacht gaan naar de mogelijke (meer)waarde van voltijdse taalbadklassen en de beïnvloedende factoren. Tot dusver is deze onderzoeksvraag moeilijk los te maken van het debat rond de keuze van de instructietaal (het spectrum met aan de ene kant tweetalige programma’s en aan het andere uiteinde de ‘English-only’ programma’s met alle varianten daartussen, zie Appendix F).

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=