Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

79 schrijfvaardigheden fonemisch bewustzijn en letterkennis. De overview specificeert dat het effect hiervan al zichtbaar is voor jongere kleuters in de tweede kleuterklas. In het bijzonder jonge kinderen met een risico op leesmoeilijkheden hebben baat bij vroege en langdurige begeleiding die over meerdere schooljaren loopt. Letterkennis en fonemisch bewustzijn gaan het best hand in hand. Sommige taken, zoals auditieve analyse en deletie, blijken effectiever dan andere, zoals auditieve synthese, en een programma heeft meer effect indien er niet te veel verschillende taken tegelijk in voorkomen. In de effectieve taaltrajecten wordt dan ook, op één uitzondering na, gewerkt aan het trainen van fonemisch bewustzijn, aan letterkennis, en tegelijk ook aan inzicht in de kenmerken van geschreven taal. Dit gebeurt ook in de context van schrijven. Zet in op een effectieve leesstart In functie van het technisch leren lezen wordt de inzet van systematische phonics beklemtoond in de overview. Dit is een systematische manier om te leren lezen waarbij alfabetische kennis centraal staat (essentiële vaardigheden zijn letterkennis, fonemisch bewustzijn, decodeervaardigheid). Slechts één buitenlands taaltraject werkt met jonge kinderen uit het eerste en het tweede leerjaar: hier wordt phonics ingezet om het technisch lezen te bevorderen. Ook in Vlaamse taaltrajecten moet dit voldoende uitgewerkt worden. Ga voor goede, strategische en gemotiveerde lezers Goede lezers. Het is volgens de overview zeker de moeite waard om bij oudere leerlingen, tot in de eerste jaren van het secundair onderwijs, aandacht te blijven besteden aan technisch lezen en spelling als men hiermee problemen ondervindt. Bij oudere leerlingen met leesmoeilijkheden besteden enkele effectieve taaltrajecten dan ook intensief aandacht aan technische vaardigheden. Dit vindt plaats tijdens korte activiteiten die in lessen ingebed zijn, waarbij de inhoud van de leesteksten centraal staat. Strategische lezers. Voor leesbegrip blijkt het volgens de overview aangewezen om in te zetten op strategieën, zoals samenvatten of vooraf een duidelijk leesdoel stellen. Om informatieve teksten beter te begrijpen, is het daarnaast nuttig om instructie over tekststructuur te voorzien. Daarbij moeten de verschillende types van tekststructuur in informatieve teksten (vb. probleem-oplossing) elk apart aandacht krijgen. In effectieve taaltrajecten leren leerlingen dan ook om vanuit een leesdoel leesstrategieën toe te passen en hun begrip te monitoren. Daarbij gaat het om leesstrategieën voor het lezen (bijvoorbeeld voorkennis activeren), tijdens het lezen (woordbetekenissen afleiden), en na het lezen (samenvatten en verbanden leggen). Bij non-fictie-teksten gaat er ook aandacht naar de tekststructuur. Gemotiveerde lezers. Volgens één review in onze overview is het beloftevol om oog te hebben voor motivatie. In alle effectieve taaltrajecten worden de leerlingen geëngageerd om op een betrokken manier heel veel te lezen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door vanuit een relevant thema te werken, teksten te kiezen die hiermee samenhangen, aan te sluiten bij de culturele achtergrond, een antwoord te geven op een centrale vraag, in te gaan op een bepaalde stelling of voort te bouwen op voorkennis die reeds werd aangeboden. Bij de tekstkeuze wordt er bewaakt dat de teksttypes (fictie, non- fictie) voldoende variëren en dat er ook variatie is de complexiteit van de teksten. Het engagement wordt ook verhoogd door leerlingen te laten samen lezen of door vervolgactiviteiten te organiseren waarin de teksten verder verwerkt worden, bijvoorbeeld in de context van zaakvakken. Ook integratie in de zaakvakken komt, net als aandacht voor socio-emotioneel leren, als beloftevol naar voren uit de overview. In de delphi-studie vermelden ook de praktijkexperten voor secundair onderwijs en OKAN de transfer naar zaakvakken en de keuze van relevante thema’s als voorbeelden om de motivatie van leerlingen te verhogen. Laat schrijfopdrachten het lezen (en spreken) versterken Volgens de overview kan schrijven de leesvaardigheid versterken. In alle effectieve taaltrajecten met oudere leerlingen (vanaf het derde leerjaar) worden dan ook schrijfopdrachten verwerkt, vaak naar aanleiding van debatten die de leerlingen voerden. Ook spellinginstructie blijkt belangrijk volgens de overview, zelfs bij oudere leerlingen. 1.3.4 Monitoring Monitor jouw leerlingen en stem je onderwijs hierop af De reviews vermelden monitoring en feedback als essentiële elementen van effectieve interventies, maar ontbreken meer specifieke informatie. In alle effectieve taaltrajecten worden leerkrachten aangemoedigd om de leerlingen goed te monitoren. Vaak gebeurt dat door een combinatie van geplande evaluatiemomenten en tussentijdse observaties of inzage in leerlingportfolio’s. In de meeste taaltrajecten worden concrete leerdoelen in het programma gemonitord, bijvoorbeeld de kennis van de doelwoorden die aangeboden werden, of de narratieve doelen die vooropgesteld werden. Op deze manier kan de instructie hierop verder afgestemd worden. Monitoring gaat niet alleen over de leeruitkomsten, maar bijvoorbeeld ook over de betrokkenheid van de leerlingen, de wijze waarop leerlingen samenwerken, of hun socio-emotionele vaardigheden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=