Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport
69 Als de randvoorwaarden meer gegroepeerd en dus gereduceerd zouden worden na een eerste delphi-ronde (bijvoorbeeld nog maar één randvoorwaarde rond ‘integratie in curriculum’ overhouden), vermoeden we dat er sneller en een betere consensus bekomen had kunnen worden. Echter, dit was niet het opzet van deze studie, want door deze methode toe te passen, verliezen bepaalde randvoorwaarden hun specificiteit en eigenheid (je kan een aparte interventie bijvoorbeeld wel verankeren in het taalbeleid en dus gaat randvoorwaarde op plaats 2 nog een stap verder). Ook is het duidelijk dat de achterliggende redenering vaak eenzelfde gedachtegang volgt en dat argumenten bij de ene randvoorwaarde mooi bij de andere aansluiten. Met andere woorden: we merken een grotere consensus in de redenering (kwalitatief) dan in de effectieve cijfers (kwantitatief). Dit is niet onlogisch aangezien veel randvoorwaarden samenhangen (bijvoorbeeld structureel tijd vrij maken is verbonden aan de professionalisering van het team). Net zoals voor het kleuteronderwijs kunnen we hier ook besluiten dat het geen ‘extra’ kortdurend project of interventie mag zijn maar wel een duurzame inbedding van werkzame principes in het bestaande curriculum en (taal)beleid van een school. Opnieuw zal vooral de context van een school bepalen wat zal werken. Conclusie Samengevat, in deze expertgroep met zowel pedagogisch begeleiders als leraren lager onderwijs komt een duurzame verankering van een taaltraject in het taalbeleid én bestaande curriculum van een school als belangrijkste voorwaarde uit de bus. Men verwacht dus niet de zoveelste vernieuwing of een extra project, maar wel een inbedding in wat al is en verwacht wordt van een lagere school. Op deze manier ontstaat er een mooie opbouw en doorlopende leerlijn voor alle leerlingen. Daarvoor geven de deelnemers aan dat er wel gedragenheid van het team nodig is, aangezien iedereen geprofessionaliseerd moet worden. Ook kan een taalexpert of taalcoördinator dan handig zijn om het taalbeleid uit te voeren, op te volgen en te evalueren. Vanzelfsprekend zijn er middelen nodig om dit alles te kunnen uitvoeren. Ook mag expliciete instructie, naast andere belangrijke didactiek, niet vergeten worden. 2.3 Secundair onderwijs Tabel 25 geeft de top 10 rangschikking weer voor de expertgroep van leraren secundair onderwijs na elke online ronde. Alle leraren secundair onderwijs (n=8) namen deel aan alle online rondes en de overeenkomst met betrekking tot de 10 hoogst gerangschikte randvoorwaarden steeg van heel zwak tot zwak.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=