Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

53 Hoofdstuk 3. Verzamelingsmethode Vlaamse goede praktijken Vlaamse praktijkvoorbeelden zijn verzameld door middel van een online enquête die breed verspreid werd in het Vlaamse onderwijswerkveld. In dit hoofdstuk bespreken we de methode van verzameling en gaan we ook in op de screening die gebeurde in functie van de praktijkgids. 3.1 Opzet enquête Aan de hand van 21 vragen toetst de enquête naar de componenten uit het analytisch schema (zie Figuur 1). Deelnemers mogen daarbij de keuze maken of ze focussen op het schoolniveau, op het leerlingniveau of beide. Wanneer ze voor het schoolniveau kiezen, gaan ze aan de hand van open vragen uitgebreid in op het taalbeleid en de schoolcultuur, professionalisering en kwaliteitsbewaking. Wanneer ze voor het leerlingniveau kiezen, gaan ze aan de hand van open vragen uitgebreid in op de didactische bouwstenen van het taaltraject. Daarnaast beschrijven ze vormelijke kenmerken van het taaltraject, meer bepaald de intensiteit van het taaltraject, de groepsselectie en -samenstelling, en de uitvoerders. Dat gebeurt met meerkeuzevragen die telkens de mogelijkheid voorzien om een alternatief antwoord te geven (tenzij bij tijdsinschattingen). Uiteraard komen ook de taaldoelen aan bod die centraal staan in het taaltraject en de wijze waarop vorderingen gemonitord worden en kwaliteitsbewaking gebeurt. 3.2 Verspreiding oproep De oproep om deze enquête in te vullen werd in de week van 11 januari 2021 verspreid via de nieuwsbrieven van Klasse, Schooldirect en via Klascement. Daarnaast werd deze oproep via e-mail verstuurd naar pedagogisch begeleiders, koepels en netten, lerarenopleidingen, lokale overlegplatforms, stadsdiensten en onderwijsinspectie. Verder werden expertisecentra zoals DocAtlas in Antwerpen, Foyer Brussel, de Nederlandse Taalunie, het Centrum voor Taal en Onderwijs (KULeuven), Steunpunt voor Diversiteit en Leren (UGent) ingelicht en netwerkorganisaties aangesproken zoals het Netwerk Meertaligheid en Leren of de Vlaamse Vereniging van Logopedisten. Ten slotte werd de oproep ook verspreid via sociale media (vb. Facebook Community Leerkracht-Leeskracht, Facebook Community Zorg in de kleuterklas, LinkedIn, Twitter). De verzameling van gegevens en verwerking hiervan verliep volgens de geldende privacywetgeving, artikel 4, 8 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Zo tekenden de onderzoekers een overeenkomst dat ze de persoonsgegevens niet zouden gebruiken of verspreiden buiten het project, en werd afgesproken dat alle data enkel in de gemeenschappelijke werkfolder verzameld en verwerkt zouden worden. Ook was het mogelijk om een databeheerder te contacteren. 3.3 Screening van inzendingen Na de verwijdering van onvolledige inzendingen bleven 58 inzendingen behouden, waarvan 28 inzendingen enkel focussen op het leerlingniveau, 9 inzendingen enkel op het schoolniveau en 21 inzendingen op beide. De kwaliteit van deze inzendingen werd gescreend aan de hand van acht indicaties van zwakke kwaliteit. Let wel, het gaat hier om een screening van de kwaliteit van de antwoorden in de enquête, niet om een screening van de werkelijke taaltrajecten. We bekijken de inzendingen vanuit de aanbevelingen voor een effectief taaltraject, wat niet betekent dat de individuele praktijken niet van waarde zijn voor de klaspraktijk. Hierbij komen alle componenten van het analytisch schema uit Deel 1 aan bod. De eerste twee indicaties verwijzen naar de mix van taaldoelen die nodig zijn voor onze doelgroepen. De derde indicatie verwijst naar de vorm van het taaltraject, meer bepaald de duur en intensiteit van het traject. De vormelijke kenmerken groepsselectie en -samenstelling en uitvoerders zijn niet geëvalueerd omdat de reviews hier veel variatie toelaten. De inhoudelijke kenmerken van het taaltraject (didactische bouwstenen, monitoring, professionalisering, kwaliteitsbewaking, taalbeleid en schoolcultuur) komen aan bod in indicaties 4 tot en met 8. 1. Enkel mondelinge of enkel schriftelijke taalvaardigheid Uit de overview in Deel 2 blijkt dat heel wat doelgroepen baat hebben bij een goede mix van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid. Bijvoorbeeld bij kleuters gaat het om de combinatie van beginnende geletterdheid en mondelinge taalvaardigheid. Bij oudere leerlingen wordt in een leesinterventie vaak aandacht ingebouwd voor de ontwikkeling van de (schooltaal)woordenschat in mondelinge en schriftelijke activiteiten. Wanneer een taaltraject

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=