Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

33 focussen op de bouwsteen tutoring en hiervoor stellen de onderzoekers wel een duurzaam effect vast. Tot slot gaan Dietrichson et al. (2017) ook na of de dosering een invloed heeft op het effect van de interventie. De auteurs stellen vast dat enkel de duurtijd van de interventie bijdraagt tot de grootte van het effect, maar niet de intensiteit of frequentie ervan (ten minste indien deze drie factoren in rekening gebracht werden). Hierbij blijken langere interventies iets minder goed te scoren. Of dit komt doordat langere interventies daadwerkelijk minder nut hebben of doordat langere interventies vaak gericht zijn op leerlingen met sterkere leerproblemen die doorgaans minder (snel) leerwinst boeken, moet verder onderzoek uitwijzen. Dat interventies met tutors een positieve invloed kunnen hebben op de leesvaardigheid van leerlingen met een lage SES bevestigt ook de review van Shenderovich et al. (2016). Wel verschilt de omschrijving van tutoring per review. Dietrichson et al. (2017) definiëren tutoring als instructie door een betaalde volwassene (een leerkracht, logopedist, psycholoog, onderwijsassistent of een andere paraprofessional in het onderwijs) aan maximaal vijf leerlingen, terwijl Shenderovich et al. (2016) naar interventies in duo’s of kleine groepjes met een oudere, niet-betaalde tutor zoals oudere leerlingen, ouders, studenten of vrijwilligers verwijzen. Bovendien gaat het bij Shenderovich et al. (2016) om interventies van minstens twaalf weken en dit bij kinderen van de derde kleuterklas tot en met het zesde leerjaar. De onderzochte interventies hebben over het algemeen een positief effect op lezen wanneer leesuitkomsten voor verschillende deelvaardigheden samengeteld worden. Wanneer we naar de verschillende leesuitkomsten afzonderlijk kijken, zien we een positief effect op technisch lezen en op leesbegrip, maar niet op leesvloeiendheid, schrijfvaardigheid en algemene leesvaardigheid (op basis van een algemene leestest). Opnieuw stellen we een grote variatie vast tussen de effecten van verschillende studies. Belangrijk hierbij is het gevonden onderscheid tussen sterk gestructureerde versus zwak gestructureerde tutorprogramma’s, waarbij het eerste type een sterker effect heeft. Bij sterk gestructureerde tutorprogramma’s zijn de tutorlessen uitgeschreven en is er specifiek materiaal voorzien of ligt de tijd per deelopdracht vast. Deze programma’s zetten ook uitgebreid in op het trainen van de tutors. Zwak gestructureerde programma’s daarentegen geven doorgaans enkel wat algemene richtlijnen mee aan de tutors en kennen verder geen afgelijnde opbouw of materialen. Tot slot zijn er geen verschillen vastgesteld in het effect van universiteitsstudenten, volwassen vrijwilligers en oudere leerlingen als tutors, hoewel die laatste in slechts twee studies opgenomen zijn. Ook voor de invloed van de dosering van een tutorprogramma is geen evidentie. Professionalisering leerkracht Turner et al. (2018) onderzoeken de rol van een goede selectie en doelgerichte lerarenopleiding. Meer specifiek gaan de onderzoekers het effect na van het Amerikaanse opleidingsprogramma Teach for America (TFA). Dit programma is een verkorte vorm van de lerarenopleiding in de VS. Het ontstond als antwoord op het decennialange lerarentekort in public schools met een hoge populatie leerlingen met een lage SES. TFA rekruteert en selecteert zelf leerkrachten en leidt ze vervolgens op, eerst tijdens een intensief zomerprogramma en vervolgens tijdens de eerste twee jaar van hun leraarschap (in-service training). Turner et al. (2018) bekijken de impact van TFA-leerkrachten op onder andere de leesvaardigheid van hun leerlingen vanaf de kleuterklas tot het tweede jaar secundair. Door het lage aantal studies dat aan de door Turner en collega’s vooropgestelde kwaliteitscriteria voldoet, kunnen de onderzoekers maar weinig geplande analyses uitvoeren. De resultaten voor leesvaardigheid zijn dan ook op slechts twee studies gebaseerd. Voor de leesvaardigheid van leerlingen in het lager onderwijs vinden de onderzoekers geen significant effect. Leerlingen die les krijgen van een TFA-leerkracht halen in de onderzochte interventies geen betere resultaten dan leerlingen met een niet-TFA-leerkracht. Schoolbeleid en visie Naast een specifiek opleidingsprogramma wordt soms ook een specifiek type school ontworpen om leerlingen met een lage SES extra kansen te geven. Krowka et al. (2017) analyseren de impact van een dergelijk schooltype in de VS, de No Excuses charter schools. Deze scholen zijn publieke scholen met een grote populatie leerlingen met een lage SES en zijn er in de eerste plaats op gericht de prestatiekloof tussen deze leerlingen en hun leeftijdsgenoten te dichten. Typerend voor No-Excuses-scholen zijn de hoge schoolse verwachtingen voor alle leerlingen, een sterke nadruk op discipline, verlengde leertijd op school, intensieve professionalisering voor leerkrachten en structurele aandacht voor ouderbetrokkenheid. De aanpak van No Excuses charter schools met bovenstaande vijf kenmerken levert een klein positief effect op de leesvaardigheid bij leerlingen in het lager en secundair onderwijs met lage SES en/of een andere thuistaal op, vergeleken bij traditionele publieke scholen. Ondanks de zorgvuldige selectie van studies kunnen Krowka et al. (2017) niet uitsluiten dat de resultaten van sommige studies vertekend zijn door sampling bias. Verschillende studies rapporteren immers belangrijke kenmerken van het sample niet: het percentage leerlingen met recht op ondersteuning uit het buitengewoon onderwijs (special education services), het percentage attritie en de grootte van de school. Hierdoor is er een mogelijke interferentie van andere factoren die vaak voorkomen bij interventies die zeer zichtbaar zijn voor leerkrachten, leerlingen en ouders. Bijvoorbeeld: sterk gemotiveerde leerlingen of leerlingen met sterk betrokken ouders zullen zich misschien

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=