Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

31 Structurele kenmerken Een opvallende vaststelling is dat verschillende structurele factoren geen significante bijdrage leveren aan het effect van een interventie. Moderatoren als groepsgrootte (tot maximum acht leerlingen), de dosering van de interventie en de uitvoerder ervan (een leerkracht, paraprofessional of onderzoeker, telkens met uitgebreide ondersteuning) blijken het resultaat van de door Richards-Tutor et al. (2016) onderzochte leesinterventies niet te beïnvloeden. Leeftijd Interventies voor NTL’s hebben gemiddeld zowel voor jongere als voor oudere leerlingen een positief effect. In twee reviews heeft de leeftijd van de leerlingen echter een invloed op het effect van de interventie. Voor NTL’s met leesmoeilijkheden van het vierde leerjaar tot en met het tweede jaar secundair is de impact van de door Richards-Tutor et al. (2016) onderzochte leesinterventies minimaal. We geven twee mogelijke verklaringen mee. Ten eerste focussen enkele van deze interventies voor oudere lezers (onder andere) op leesvloeiendheid, een deelvaardigheid die voor NTL’s bijzonder moeilijk te trainen blijkt (zie boven). Ten tweede valt op dat de enige interventie met een positief effect voor leerlingen van deze leeftijdsgroep een interventie in luistervaardigheid is die volledig aan het niveau van de doelgroep aangepast is. Deze verklaring sluit aan bij de opmerking van de auteurs dat veel van de onderzochte interventies voor oudere NTL’s niet wezenlijk verschillen van interventies voor hun eentalige leeftijdsgenoten. Kortom, er bestaat een kans dat de inhoud van de onderzochte interventies niet afgestemd is op de noden van oudere NTL’s met leesmoeilijkheden. Ook hier is meer onderzoek nodig. Hoewel coöperatief leren in haast alle onderzoeken voor verschillende leeftijdsgroepen als een effectieve didactische bouwsteen genoemd wordt, komt Cole (2014) voor een beperkt leeftijdsbereik tot een tegenstrijdige conclusie: op leerlingen in de eerste graad van het secundair hebben de door hem onderzochte peer-mediated-interventies geen significant effect, in tegenstelling tot op hun collega’s in de lagere school en in de hogere jaren van het secundair. Een analyse van de door Cole ingesloten primaire studies leert dat de meeste interventies voor deze leeftijdsgroep zich in een context van vreemdetalenonderwijs in Azië afspelen. Meer onderzoek in andere onderwijscontexten is nodig. 2.3.2 Leerlingen met een lage SES Tabel 10. Kenmerken van interventies voor leerlingen met een lage SES. Review Methodologische kwaliteit Aantal studies Context Chambers et al. (2016) Gemiddeld 36 VS Kleuter Dietrichson et al. (2017) Hoog 101 Diverse landen Kleuter, lager, secundair Krowka et al. (2017) Hoog 18 VS Lager, secundair Mol et al. (2009) Hoog 31 Diverse landen Kleuter National Early Literacy Panel (2008b) Hoog 33 Geen info Kleuter Shenderovich et al. (2016) Hoog 15 Diverse landen Kleuter, lager Turner et al. (2018) Hoog 4 VS Kleuter, lager, secundair

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=