Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

28 resultaat met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Hier spelen mogelijk ook methodologische factoren. Zo hebben de door Cheung & Slavin (2012b) onderzochte interventies voor kleuters en lagereschoolkinderen een strakker methodologisch design dan de onderzochte interventies in het secundair onderwijs. Aangezien uit de analyse van diezelfde auteurs blijkt dat de studies met een sterker design een kleiner effect oogsten, zijn leeftijd en studiedesign mogelijke storende factoren. We kunnen dus besluiten dat technologie als effectief hulpmiddel ingezet kan worden om de leesvaardigheid te versterken. Omdat de impact relatief beperkt blijkt in vergelijking met instructie door de leerkracht, kan dit best geen instructietijd met de leerkracht vervangen. In lijn hiermee mogen we een grotere leerwinst verwachten wanneer de technologische applicaties voldoende geïntegreerd worden in het leescurriculum van de leerlingen (Cheung & Slavin, 2012b; Verhoeven et al., 2020). 2.2.5 Socio-emotionele interventies Tabel 8. Kenmerken van socio-emotionele interventies. Review Methodologische kwaliteit Aantal studies Context Corcoran et al. (2018) Hoog 40 Angelsaksische landen Kleuter, lager, secundair De review van Corcoran et al. (2018) onderzoekt of interventies die gericht zijn op het verbeteren van de socio- emotionele vaardigheden een positieve invloed kunnen hebben op (onder andere) de leesvaardigheid van leerlingen van de derde kleuterklas tot en met het derde jaar secundair. De achterliggende idee van dit type interventies luidt als volgt: socio-emotionele vaardigheden dragen bij tot sterkere schoolse vaardigheden en kennis, een ondersteunende leeromgeving en betere opvattingen over de school, zichzelf en de anderen, en dit leidt op zijn beurt tot minder probleemgedrag, minder emotionele stress, beter sociaal gedrag en een sterker gevoel van eigenwaarde. Precies deze laatste factoren dragen dan weer bij tot betere schoolse prestaties in de klas. Corcoran et al. (2018) brengen het effect in kaart van interventies met een focus op één (of een combinatie) van de kerncomponenten van sociaal-emotioneel leren: zelfbewustzijn, zelfmanagement (self-management), sociaal bewustzijn, relationele vaardigheden en het verantwoord nemen van beslissingen (responsible decision making). Dergelijke interventies hebben op korte termijn een invloed op lezen, wiskunde en wetenschappen voor leerlingen van de derde kleuterklas tot en met het derde jaar secundair. Effecten op lange termijn zijn niet onderzocht door de auteurs. Hoewel Corcoran et al. (2018) opmerken dat niet alle interventies even effectief zijn, kunnen deze auteurs niet ontrafelen welke factoren het effect van de interventies beïnvloeden. Wel is duidelijk dat de leeftijd en de SES van de leerlingen geen rol spelen en dat intensievere interventies van minstens 75 minuten per week niet tot een grotere leerwinst leiden dan minder intensieve interventies. Verder stippen de auteurs aan dat het niet noodzakelijk de populairste en meest geëvalueerde programma’s zijn die de sterkste effecten kunnen voorleggen. 2.3 Doelgerichte interventies per doelgroep 2.3.1 Nederlandsetaalleerders (NTL) Ingesloten studies Gezien de aanhoudende toename van het aantal NTL’s in diverse onderwijscontexten is het opvallend dat onze uitgebreide overview slechts vier studies oplevert die specifiek op deze doelgroep focussen. Bovendien beperken alle reviews zich tot Engelsetaalleerders (English Language Learners) en wordt het taalvaardigheidsniveau van de leerlingen in geen enkele review meegenomen. We hebben dan ook weinig zicht op interventies die specifiek voor anderstalige nieuwkomers werken.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=