Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

22 2.2.1 Leesinterventies met een focus op technisch lezen Tabel 4. Kenmerken van leesinterventies met een focus op technisch lezen. Review Methodologische kwaliteit Aantal studies Context Ehri et al. (2001a) Hoog 38 Geen info Kleuter, lager Ehri et al. (2001b) Gemiddeld 52 Geen info (diverse onderwijstalen) Kleuter, lager National Early Literacy Panel (2008a) Hoog 83 Geen info Kleuter Kleuters Interventies met een focus op (voorbereidende) technische leesvaardigheden (code related skills) van kleuters in de tweede en derde kleuterklas hebben niet alleen een impact op het verwerven van deze vaardigheden, maar ook op de mondelinge taalvaardigheid en enkele cognitieve vaardigheden (vb. geheugen en snel benoemen). Tot deze conclusie komt het onderzoeksrapport van het National Early Literacy Panel (2008a) dat hoofdzakelijk interventies meeneemt die in kleine groep of één-op-één uitgevoerd zijn. De positieve effecten van interventies die kleuters erop voorbereiden om de alfabetische code te leren kraken, gelden verder voor verschillende leeftijden (tweede vs. derde kleuterklas), niveaus van voorkennis, bevolkingsgroepen, SES-indicatoren, onderwijsaanpakken en soorten interventies, al tonen interventies die alleen het klankbewustzijn trainen en dus geen aandacht besteden aan geschreven taal logischerwijs minder invloed op schriftelijke uitkomsten zoals letterkennis. Kleuter en lager Het belang van een vroege aandacht voor technisch lezen, ook voor kinderen met een risicoprofiel, wordt bevestigd door de twee reviews van Ehri et al. (2001a, 2001b). In een eerste review onderzoeken Ehri et al. (2001b) het effect van interventies met instructie in fonemisch bewustzijn. De auteurs vergelijken leerlingen die instructie in fonemisch bewustzijn krijgen met leerlingen die het reguliere programma volgen of een andere interventie krijgen. Ze stellen vast dat de eerste groep leerlingen gemiddeld sterker scoort op het vlak van fonemisch bewustzijn, lezen (een gecombineerde uitkomstmaat met o.a. technisch lezen, leesbegrip en leesvloeiendheid) en spelling. Een tweede review van dezelfde auteurs (Ehri et al, 2001a) spitst zich toe op systematische phonics-instructie: een systematische manier om te leren lezen waarbij alfabetische kennis centraal staat (essentiële vaardigheden zijn: letterkennis, fonemisch bewustzijn, decodeervaardigheid). Deze review toont aan dat dit type instructie een positief effect heeft op verschillende leesmaten zoals technisch lezen (van woorden en pseudowoorden), het lezen van onregelmatige woorden, het hardop lezen van een tekst, leesbegrip en spelling. De grootste invloed toont systematische phonics-instructie op het technisch lezen van nieuwe, klankzuivere woorden. In beide reviews is het effect niet alleen meteen zichtbaar na de interventie, maar ook op lange termijn. Het effect van systematische phonics-instructie zwakt op lange termijn wel af, maar blijft in elk geval bestaan, al is hier door het lage aantal primaire studies (n=6) voorzichtigheid geboden (Ehri et al., 2001a). Ook de invloed van instructie in fonemisch bewustzijn blijft bij follow-up bestaan (Ehri et al., 2001b). Op middellange termijn (na 2-15 maanden) toont instructie in fonemisch bewustzijn nog steeds een invloed op dit bewustzijn en op lezen. Op lange termijn (7-36 maanden) komt hier ook nog spelling bij. Ook hier zijn de effecten bij follow-up kleiner dan meteen na de interventie. Voor beide interventies geldt dat ze een invloed hebben gedurende de hele basisschoolloopbaan en dat de effecten het sterkst zijn bij de jongste leerlingen (kleuters voor fonemisch bewustzijn, kleuters en eerste leerjaar voor phonics). Wetende dat dit precies de jaren zijn waarin leerlingen fonemisch bewustzijn ontwikkelen en de code leren kraken, is het niet verrassend dat deze sterkere effecten te vinden zijn bij kleuters en beginnende lezers. Naast leeftijd speelt ook de doelgroep een rol. Voor instructie in fonemisch bewustzijn is het effect, zeker op (middel) lange termijn, bijzonder sterk bij jonge leerlingen met een risico op leesproblemen. Denk aan kleuters en kinderen uit het eerste leerjaar met een laag fonemisch bewustzijn en/of beperkte technische vaardigheden (Ehri et al., 2001b). Na een interventie rond fonemisch bewustzijn verbetert niet alleen dit bewustzijn, maar ook de algemene leesvaardigheid en spelling van deze leerlingen. Voor (oudere) leerlingen met een reeds vastgestelde leesstoornis zijn interventies in fonemisch bewustzijn nog effectief om het lezen en fonemisch bewustzijn te bevorderen, al boeken deze leerlingen minder snel vooruitgang. Op het vlak van spelling is bij deze doelgroep geen effect zichtbaar. Leerlingen met een lage SES

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=