Taalintegratietrajecten Wetenschappelijk rapport

20 De sample van ingesloten studies telt vijf systematische reviews en 29 meta-analyses. In wat volgt gebruiken we, met het oog op de helderheid van dit rapport en in lijn met andere overviews, consequent de overkoepelende term ‘review’. De grote meerderheid van de opgenomen reviews verscheen in een peer reviewed tijdschrift. Daarnaast nemen we ook enkele onderzoeksrapporten en (hoofdstukken uit) doctoraatsthesissen mee. De kwaliteit van de reviews is opvallend hoog: meer dan de helft kreeg het label ‘hoge kwaliteit’ na onze kwaliteitscontrole. We herinneren eraan dat de reviews met een lage kwaliteit in de tweede fase van de selectieprocedure automatisch uitgesloten werden. De meeste reviews onderzoeken interventies bij leerlingen over twee of drie onderwijsniveaus heen, waarbij het aantal voor de niveaus kleuter-lager iets lager is dan voor lager-secundair en kleuter-secundair. Vijf reviews focussen specifiek op kleuters en twee op leerlingen in het secundair onderwijs. De meest onderzochte doelgroep vormen de leerlingen met leesmoeilijkheden, goed voor bijna de helft van de reviews, gevolgd door leerlingen met een lage SES, English language learners (~NTL’s) en een mix van verschillende risicoprofielen. Eén review onderzoekt leesinterventies bij leerlingen met spellingmoeilijkheden. Verder nemen de reviews interventies op die in verschillende landen uitgevoerd zijn. Het hoeft niet te verbazen dat de grote meerderheid van de interventies in Angelsaksische landen plaatsvindt, maar ook landen die niet het Engels als onderwijstaal hebben, zoals Duitsland, Frankrijk, Nederland, Noorwegen, Spanje en Zweden, zijn vertegenwoordigd. Wanneer we bekijken welke soort interventies de reviews bestuderen, zien we in lijn met de meest onderzochte doelgroep een sterk overwicht van reviews die focussen op lezen. Liefst 24 van de 34 reviews onderzoeken interventies die op de een of andere manier het lezen van leerlingen met nood aan taalsteun willen verbeteren. Binnen deze leesinterventies maken we verder een onderscheid tussen, gerangschikt van meest naar minst voorkomend: • interventies die een bepaalde aanpak voor lezen onderzoeken (vb. interactief voorlezen bij kleuters, inzetten op strategieën voor leesbegrip, een geïntegreerde aanpak van lezen en schrijven), • interventies met een focus op instructie in een deelvaardigheid van lezen (vb. instructie in fonemisch bewustzijn, in leesbegrip of in phonics), • interventies die vertrekken vanuit een bepaalde bouwsteen (vb. peer mediated leesinterventies, interventies in kleine groep), • interventies die één of meerdere bestaande leesprogramma’s onderzoeken, • algemene interventies (die inzetten op een waaier aan deelvaardigheden zonder expliciete focus op een bepaalde aanpak of bouwsteen). Naast deze grote groep leesinterventies vinden we nog twee interventies rond spelling, één interventie rond woordenschat, drie niet-talige en vier andere interventies. Met niet-talige interventies bedoelen we interventies die de taalvaardigheid van de leerlingen willen verbeteren door in te zetten op een niet-talige aanpak zoals sociaal-emotioneel leren of het onderzoeken van een bepaald type school of lerarenopleiding. In de restgroep van overige interventies, tot slot, zitten twee reviews die een waaier aan interventies (zowel talige als niet-talige, zowel rond lezen als andere vaardigheden) met het oog op het verbeteren van de schoolse prestaties van leerlingen met nood aan taalsteun onderzoeken en één review die de impact van de onderwijstaal op de leesvaardigheid van NTL’s nagaat. Tot slot brengen we ook nog de taaldoelen in kaart op basis waarvan het effect van een interventie in de verschillende reviews gemeten wordt. Merk op dat de meeste reviews verschillende taaldoelen meenemen bij het meten van de resultaten. Opnieuw valt een contrast op tussen mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Terwijl leesbegrip en technisch lezen (incl. leesvloeiendheid) in respectievelijk twintig en vijftien reviews een uitkomstmaat zijn, worden mondelinge taalvaardigheid (spreken, luisteren en taalbeschouwing) en woordenschat opvallend minder gemeten (resp. zeven en zes keer). Ook beginnende geletterdheid, inclusief klankbewustzijn en fonemisch bewustzijn, is een frequent gemeten taaldoel. Hoewel alle opgenomen reviews tussen 2000 en 2020 gepubliceerd zijn, is de tijdspanne waarbinnen ze interventies rekruteren erg verschillend (zie Figuur 3). Enkele reviews includeren uitsluitend interventies die na 2000 of soms zelfs na 2005 uitgevoerd zijn, terwijl een kleine minderheid van reviews erg ver teruggaat in de tijd en ook studies van voor 1970 opneemt. Ook het aantal geïncludeerde studies verschilt sterk van review tot review: het gemiddelde aantal is 40, met vier als minimum- en 101 als maximumwaarde.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=