Taalintegratietrajecten Praktijkgids

68 6. Monitor je leerlingen en laat je ondersteunen • Schenk niet alleen aandacht aan inhoudelijke vorde- ringen, maar ook aan (vooruitgang in) de betrokken- heid van je leerlingen en hun socio-emotionele vaar- digheden. Merk je op dat je leerlingen problemen ondervinden op dit vlak, dan is het een goed idee om hierin te investeren. Dit heeft op zijn beurt een impact op de doeltreffendheid van jouw onderwijs. De achter- liggende idee is dat socio-emotionele vaardigheden bijdragen tot een ondersteunende leeromgeving en betere opvattingen die een leerling heeft over school, zichzelf en anderen. Lukt het om deze vaardigheden te versterken, kan dit leiden tot minder probleemgedrag, minder emotionele stress, beter sociaal gedrag en een sterker gevoel van eigenwaarde. En dat zijn factoren die op zijn beurt een positieve impact kunnen hebben op schoolse prestaties. Kortom: een doordachte monitoring van het leerproces van je leerlingen helpt jou te bepalen of je je instructie of onderwijs moet aanpassen. Jouw leerlingen hebben deze informatie dan weer nodig om hun leerstrategie te bepalen of doorheen het proces aan te passen. Door je leerlingen de kans te geven om stapsgewijs te leren en te werken, versterkt hun geloof in hun eigen kunnen. Dat kan op zijn beurt hun motivatie verhogen om de onderwijsdoelen te bereiken. Daarnaast kan het staps- gewijs werken ook bijdragen aan hun langetermijnleren en activeer je je leerlingen om hun eigen leerproces in handen te nemen. Inkijkje “Zoals vele scholen werkten we in onze lagere school al jaren met AVI-niveaus en oefenen we individueel of in kleine groep- jes met leesplezier als belangrijk overkoepelend doel. Maar hoe langer hoe meer zagen we dat de kloof tussen kinderen die moeite hadden met technisch lezen en dus ook met begrijpend en studerend lezen en kinderen die een vloeiende evolutie maakten in technisch lezen, groter werd. Het leesplezier, hoe sterk we daar ook op inzetten, daalde bij de eerste groep. Logisch, want iets wat je niet goed kan, doe je ook niet zo graag. De zwakkere lezers zijn bijna hoofdzakelijk leerlingen met een lage SES of leerproblematiek. De toenmalige aanpak miste zijn doel voor deze groep. Vorig schooljaar stuurden we dit bij en startten in het tweede leerjaar met een circulair systeem in vijf stappen: • Stap 1 : we delen de doelen met de kinderen, maken duide- lijk waar ze naartoe werken [feedforward] en bepalen het niveau. We evalueren de prestatie op letter-, woord- en tekstniveau en observeren onze leerlingen. We lijsten de resultaten goed op. • Stap 2 : we maken een foutenanalyse. Aan de hand van de observaties en resultaten per leerling bekijken we waar het precies misloopt (bijvoorbeeld te veel analyse, leesrichting, meenemen van letters van vorige woord, te weinig automa- tisering van de letters). We bedenken bij welke werkvorm of aanpak de leerling het meest gebaat zou zijn en geven tijdens oefeningen veel directe feedback. Ook wat goed gaat, beklemtonen we. • Stap 3 : we maken een plan van aanpak. We bedenken hoe we elke leerling kunnen laten oefenen met lezen op de manier die hij/zij nodig heeft, die ook het leesplezier bevor- dert én haalbaar is voor de leerkracht. We gebruiken ver- schillende leeswerkvormen, voor een deel van de leerlingen in een leescarroussel, voor een deel van de kinderen in kleine groep onder mijn begeleiding [laag 2] en voor de kin- deren die nog meer intensieve oefening nodig hebben onder individuele begeleiding van de zorgleerkracht [laag 3]. We houden bij het maken van het plan van aanpak en van de groepjes rekening met de noden van de kinderen. • Stap 4 : we voeren het plan van aanpak uit en delen met de kinderen waar ze naartoe werken. Als ze bijvoorbeeld een tekst lezen dan spreken we samen af waarop ze letten bij het lezen (hapjes lucht, leestekens, aangenaam tempo enz.) en kunnen ze in een kleine groep elkaar hierop feedback geven [peer-feedback]. We nemen hun leesmomentjes soms ook op als ze individueel lezen zodat ze zichzelf kunnen herbe- luisteren en we samen op basis van de afgesproken criteria kunnen nagaan hoe het ging en wat ze kunnen doen om het nog te verbeteren [feed-up]. Bij elke vordering die ze maken, hoe klein ook, bekrachtigen we hen positief. • Stap 5 : we bepalen het niveau opnieuw. We visualiseren de leerwinst van onze leerlingen zodat ze begrijpen dat oefenen met lezen leerwinst oplevert en ze zichzelf zien vorderen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=