Taalintegratietrajecten Praktijkgids

61 Inkijkje In een buitenlands taaltraject op klasniveau met NTL’s werkten kleuters en leerlingen uit het vierde leerjaar samen om hun verhaalbegrip te stimuleren en hun kennis van school- en vaktaalwoordenschat uit te breiden. Centraal stonden de avonturen van een sprekende hond Martha, die samen met haar mensen- en dierenvrienden verschillende STEM-thema’s verkent (bijvoorbeeld milieu, wonderlijke uitvindingen om je heen). Wekelijks kwam één avontuur aan bod in de vorm van een leestekst of een video, die door- genomen werd gedurende een voorbereidende sessie met de klasleerkracht en een buddysessie waarin de leerlingen samenwerkten. • In de voorbereidende sessie voor de kleuters (30 min.) bekeek de klasleerkracht een video of tekst met de kleuters en bracht doelwoorden uit het verhaal of de tekst aan. Daarna gingen de kleuters verder met een schrijf- of tekenactiviteit. • In de voorbereidende sessie voor de tutors van het vierde leerjaar (45 min.) legde de klasleerkracht uit hoe de tutors de kleuters konden begeleiden tijdens het bekijken van de video of het beluisteren van het verhaal. De doelwoorden werden ook in deze groep uitgelicht. Ook leerden de tutors technieken aan om nieuwe woorden te verklaren en interactie op te wekken zoals vragen stellen, luisteren en uitbreiden van antwoorden, afbeeldingen laten aanwijzen, uit- beelden enz. • Na deze voorbereiding werkten de kleuters (tutees) en tutors van het 4e leerjaar samen in een buddyses- sie (45 min). De tutors gebruikten een checklist om de kleuters te begeleiden bij de activiteiten. Bij het bekij- ken van de video met een verhaal of het voorlezen van een informatieve tekst werden ze bijvoorbeeld ge- vraagd om aandacht te schenken aan de titel en om- schrijving, om achtergrondkennis op te roepen, en om te stoppen op belangrijke plekken in de tekst om vragen te beantwoorden of te stellen of passages met belangrijke informatie samen te vatten. Naast ver- haalbegrip pasten ze ook toe wat ze leerden over het aanbrengen van doelwoorden: het laten uitspreken van de woorden, het achterhalen van de betekenis van woorden (via context, gebruik van verwante woorden enz). Ook de begeleiding van de aansluitende activi- teiten (schrijven/tekenen) kreeg de nodige aandacht. De leerkracht bleef alle sessies monitoren en de ge- vormde koppels opvolgen. Over een periode van veertien weken kwamen vier STEM-thema’s aan de hand van veertien verschillende avonturen aan bod. Het effect hiervan was duidelijk zicht- baar op de woordenschatontwikkeling van de kleuters, ook van de NTL’s. Leerlingen in het vierde leerjaar boekten eveneens vooruitgang op de doelwoorden en de strategieën die aan bod kwamen tijdens de interventie. Uit interviews met de leerkrachten en tutors bleek bovendien dat ze het traject erg motiverend vonden en de woorden en strategie- ën ook in andere lessen gingen inzetten.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=