Taalintegratietrajecten Praktijkgids

60 5. Verzorg de kwaliteit van je instructie 5.2 Laat leerlingen van en met elkaar leren Het leerproces expliciet begeleiden is belangrijk. Wil je dat je leerlingen meer kansen krijgen om zich de geleerde kennis, vaardigheden en strategieën eigen te maken, dan moeten ze daarnaast ook veel leren van en met elkaar. Tal van studies tonen immers aan hoe belangrijk samenwer- kend leren is voor leerlingen met nood aan taalsteun. De samenwerking tussen leerlingen maakt dat leerlingen ac- tiever deelnemen aan een opdracht, en bewuster naden- ken. Bovendien vinden leerlingen dit doorgaans een fijne manier van leren omdat ze met leeftijdsgenoten in interac- tie gaan, wat de motivatie verhoogt. Inkijkje In een buitenlands taaltraject voor taalarme leerlingen met een lage SES (vierde leerjaar tot eerste jaar secundair) kregen leerlingen eerst instructie over de doelwoorden in teksten en lazen ze teksten onder begeleiding van de leer- kracht. Daarna gingen ze in kleine groep verder oefenen om de doelwoorden in te zetten in een gesprek. De leerkracht moedigde de leerlingen ook aan om tijdens het groepswerk technieken toe te passen die bij de instructie aan bod waren gekomen (bijvoorbeeld interpreteren en zich verplaatsen in standpunten). De inhoud van de lessen en suggesties voor vragen waren uitgewerkt in de lesvoorbereiding zodat de leerkracht maximaal kon inzetten op de interactie met leer- lingen en de interactie tussen leerlingen onderling. Waar hou je het best rekening mee bij samenwerkend leren? Enkele concrete tips: • Voordat je je leerlingen laat samenwerken, controleer je eerst of ze de opdracht voldoende begrepen hebben begrepen. • Blijf groepswerk met leerlingen met nood aan taal- steun begeleiden of monitoren . • Geef je leerlingen ook regelmatig de kans om zowel op klasniveau met alle leerlingen als tijdens verlengde instructie in tweetallen of in groepjes van vier of vijf samen te werken aan opdrachten voor mondelinge of schriftelijke taal. Laat leerlingen met leesmoeilijkhe- den bijvoorbeeld na jouw instructie in groep hardop overleggen over hoe ze de betekenis van een doel- woord achterhalen in de tekst en ondersteun hen hierbij. Zo krijg je als leerkracht ook zicht op de manier waarop ze aan de slag gaan, kan je het proces beter monitoren en je feedback hierop afstemmen. • Hou er rekening mee dat je het werken in kleine groep- jes met klassikaal werken afwisselt . • Probeer opdrachten te geven waarbij de inbreng van verschillende leerlingen nodig is. Denk bijvoorbeeld aan een schrijfopdracht waarbij leerlingen eerst op zoek gaan naar informatie in een tekst en de informa- tie van elke leerling ertoe doet. • Moedig NTL’s aan om tijdens het lezen aantekeningen te maken en vragen te stellen aan hun groepsgenoten zowel over de inhoud van de tekst, de discussievragen als over de verschillende taalaspecten (woordenschat, school- en vaktaal) en laat ze hierbij ook de thuistaal inzetten. • Wacht niet met het inzetten van werkvormen waarbij leerlingen van en met elkaar leren. Ook kleuters vinden het erg fijn om bijvoorbeeld een oplossing te ‘schrijven’ op de rug van hun maatje of in tweetallen klanken uit te spreken en voelen. Na instructie en ver- kennen van een nieuwe letter, kunnen kleuters op basis van een uitgewerkt voorbeeld in een groepje on- derzoeken of ze in eerder besproken voorwerpen zoals ‘sok’ de doelklank horen: “Hoor je k in sok?” • Wissel af tussen verschillende vormen van samenwer- kend leren. Welke vorm je kiest, lijkt namelijk minder belangrijk te zijn dan de mate waarin je erin slaagt om het samenwerkend leren te integreren in je activiteit of les. De boodschap is dus om verschillende vormen van instructie af te wisselen én deze vormen op elkaar af te stemmen. - coöperatief leren: hierbij stuur je het groepswerk sterk en geef je elke leerling een duidelijke rol. - collaboratief leren: hierbij laat je leerlingen zelf als groep bepalen hoe ze een bepaalde taak aan- pakken. - peer tutoring: hierbij werken oudere leerlingen (tutors) en jongere leerlingen (tutees) samen en leren ze van elkaar. • Zorg voor een goede voorbereiding . De grootte van de groepjes blijkt niet zo belangrijk zolang je duidelijke doelen vooropstelt voor je je leerlingen laat samen- werken. Kies je bijvoorbeeld voor peer tutoring, dan hou je best in het achterhoofd dat deze vorm het meest effect heeft wanneer zowel de tutor als de tutee voorbereid en begeleid worden. Monitor en evalueer de opbrengsten zowel voor de tutor als de tutee, want die zijn niet noodzakelijk dezelfde.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=