Taalintegratietrajecten Praktijkgids

48 4. Schriftelijke vaardigheden: ga voor een vroege start en blijf inzetten op technisch lezen en leesbegrip Inkijkje “Voor onze kleuters hebben we aanbevelingen van een onderzoekswebsite rond het fit maken voor leren lezen vertaald naar onze klaspraktijk. Met een hanteerbaar plan integreerden we de tips in ons woordenschatbeleid en de ‘letter in de kijker’. Dit traject staat nog in zijn kinderschoenen, maar lijkt echt te werken. We zien de kleuters zichtbaar stappen zetten die vroeger veel moeizamer gingen.” Inkijkje “In onze klas hebben we één gemeenschappelijke taal want niemand heeft Nederlands als moedertaal. We zetten in ons traject in op taalbewustzijn en klankervaring aan de hand van korte spelletjes. Dit doen we zowel klassikaal als in kleine groep. We schenken veel aandacht aan de klanken omdat die verschillen in vele talen. Dit doen we door duidelijk te articuleren en er in spelling ook veel aandacht aan te besteden door ar- ticulatie. Soms zetten we hierbij ook gebaren in.” Schenk ook aandacht aan de vorm. De vorm van de letter verkennen, of in het eerste leerjaar de letter schrijven , draagt bij aan de koppeling tussen teken en klank. Beperk je zeker niet enkel tot medeklinkers maar varieer. • Pas deze tip zeker toe op tweetekenklanken zoals ‘ui’ of ‘ei’. Lezers met leesmoeilijkheden en NTL’s hebben dikwijls moeite met tweetekenklanken die minder vaak voorkomen in woorden en, specifiek voor NTL’s, in de thuistalen van veel leerlingen. Door deze letters al vroeg aan te bieden in een speelse, be- tekenisvolle context waar ze de letters nog niet moeten beheersen, gun je risicolezers meer kansen. Werk stapsgewijs. Bied niet te veel taken tegelijk aan wanneer je intensief inzet op fonemisch bewustzijn. Bouw dit stapsgewijs op. • Je kan starten met spelletjes die focussen op het uitluisteren van een klank in een woord bijvoorbeeld met voorwerpen en afbeeldingen “Hoor je p in aap?” Vraag door waar ze de doelklank horen en bouw op naar de vraag “Welke klanken hoor je in aap?” Weer later kan je spelletjes aanbieden waarin ze de klanken manipuleren. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld van Tom Tim maken door o te veranderen in i. • Hou er rekening mee dat sommige klanken door coarticulatie moeilijker te herkennen zijn op de ene dan op de andere plek (bijvoorbeeld een ploffer zoals t is makkelijker in voet dan in teen). • Het is geen probleem dat een kind bij de start niet meteen mee is. Als die zich door jouw voorbeeld of door dat van andere kinderen laat leiden, is dat ok. Blijf voordoen, begeleid en bouw op. Ontdekt een kind al de ‘klank’ ‘voe’ in ‘voet’, dan is dat een goede opstap. • Geef veel feedback (zie ook Bouwsteen 5).

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=