Taalintegratietrajecten Praktijkgids

47 Laat kinderen ook experimenteren met ‘schrijven’. Doe dit bijvoorbeeld door een boodschappenlijstje te maken bij het spelen van winkeltje of een brief naar elkaar te schrijven. Ook zonder ‘lettertekens’ kunnen deze schrijfsels veel vertellen (bijvoorbeeld leesrich- ting, spaties tussen krabbels als woorden enz.). Schrijf zelf ook bewust en vertel hardop waarom je iets op- schrijft (bijvoorbeeld om niet te vergeten). Inkijkje “We zorgen ervoor dat kleuters in onze klas veel letters zien en ermee in aanraking komen: woorden staan bij de woordenschatkaartjes, we zorgen voor een gevarieerd aanbod boeken in de klas, de leerkracht schrijft regelmatig zichtbaar voor de kleuters en leest het daarna weer voor, we laten kleuters zelf een verhaal bij hun tekening ‘schrijven’/tekenen of we schrijven mee terwijl ze vertellen. Als we merken dat kleuters onze ge- schreven woorden willen kopiëren, schrijven of typen we in leesletters. Anders gebruiken we een variatie aan lettervormen (verbonden schrift, hoofdletters, leesletters enz.).” Prikkel het klankbewustzijn van jonge kinderen. Doe dit aan de hand van spelletjes waarin ze samen grotere klankeenheden ontdekken in woorden zoals rijmen (bijvoorbeeld bij plaatjes met woorden rijmparen uitzoeken), woorden verdelen in klankgroepen (bijvoorbeeld klankgroepen springen in ‘voeten’ als ‘voe’ - ‘ten’). De relatie tussen klankbewustzijn met grotere eenheden is minder sterk dan met fonemen maar kan een opstapje zijn. Je kan de moeilijkheidsgraad opbouwen. Ga van klankgroepen in ‘voet-bal’, naar ‘voet-je’ naar ‘voe-ten‘ of bepaal welke woorden rijmen. Dat is een stuk makkelijker dan zelf een rijmwoord bedenken. • Hou bij NTL’s rekening met de eigenheid van de thuistaal en het schoolverleden. Niet alle kinderen hebben ervaring met rijm. Sommige kinderen kennen bijvoorbeeld geen eindrijm (bijvoorbeeld Ko- reaans) terwijl de Nederlandse taal, liedjes en versjes doordrongen zijn van rijm. Met een bewust aanbod in je klas zorg je ervoor dat kinderen hiermee vertrouwd raken zodat ze kunnen genieten van taal. Want ook hier gaat het om: spelen met en genieten van taal. Combineer werken aan fonemisch bewustzijn met een aanbod van letters. Als je een woord zegt, gebruik je klanken maar dit is iets heel anders dan klanken in een woord te kunnen benoemen, wat ook nodig is bij het lezen. Dat komt omdat fonemen eigenlijk abstracte taalkundige eenheden zijn. Ze komen niet in losse pakketjes. In een woord gaan alle klanken over in elkaar als één geheel (coarticu- latie). Ook als je een losse klank uitspreekt, blijft het vluchtig. Letters daarentegen zijn zichtbaar en duidelijk te onderscheiden. Letterkennis helpt kinderen daarom om de klanken vast te houden en ermee te spelen. Laat klanken bewust uitspreken. Om de koppeling te versterken laat je kinderen de klank ook bewust uitspreken. Ook klanken en letters lenen zich perfect tot onderzoek (Hoe gaat dat als je mmm zegt?) en dat past bij de eigenheid van jonge kinderen. • Dit is des te belangrijker voor NTL’s. Sommige klanken komen in bepaalde thuistalen immers niet voor (bijvoorbeeld geen ‘aa’, ‘oo’ maar enkel ‘a’ en ‘o’ in Slavische talen zoals het Pools of geen onderscheid tussen ‘b’ en ‘p’ door afwezigheid van de ‘p’ in het Berbers en Arabisch). Het leren van deze klank-teken- koppelingen vraagt om extra aandacht.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=