Taalintegratietrajecten Praktijkgids

46 4. Schriftelijke vaardigheden: ga voor een vroege start en blijf inzetten op technisch lezen en leesbegrip • Merk je dus dat je leerlingen ondanks een basisaanbod met expliciete aandacht voor fonemisch bewustzijn en koppelingen tussen klanken en letters moeite hebben met het spelen met klanken, omgaan met letters en snel benoemen (bijvoorbeeld plaatjes van bekende woorden vlot benoemen), intensiveer dan je aanpak in kleine groep (zie Bouwsteen 1). • Houd naast voorgaande onderzoeksinzichten reke- ning met de leeftijd en de beginsituatie en stem je materialen en taken hierop af. • Maak er geen geïsoleerde activiteiten van, maar plaats ze in een betekenisvolle context en hou bij de uitwer- king rekening met de eigenheid van jonge kinderen die ontdekken en leren in spel. Voor kleuters die een verhoogd risico op leesproblemen hebben, toont onderzoek aan dat het effectief kan zijn om deze leerlingen ook een voorsprong te geven op leesin- structie. Ze kunnen bijvoorbeeld extra intensief oefenen met klanken, letters en fonemisch bewustzijn, experimen- teren met schrijven. Op basis van aangeleerde klanken en letters kunnen ze letters op allerlei manieren leren gebrui- ken en klankzuivere woorden maken. Tot slot is het niet alleen belangrijk om vroeg genoeg te beginnen, maar ook om lang genoeg vol te houden. Blijf in een doorgaande lijn expliciete en systematische aandacht besteden aan de koppelingen tussen klanken en letters. Studies die een traject uitwerken rond geletterdheid vanaf de tweede kleuterklas tot de eerste jaren van het lager on- derwijs laten een positieve invloed zien doorheen deze jaren. Andere studies rapporteren dat een traject op jongere leeftijd pas zin heeft wanneer het de daaropvolgen- de jaren structureel wordt verdergezet. Gun je risicolezers dus een betere leesstart: start vroeg en zet door. Hoe werk je aan beginnende geletterdheid bij kleuters? Fonemisch bewustzijn en letterkennis blijken belangrijke voorspellers voor het latere leesproces. Vroeg hierop inzetten is zeker voor risicolezers van belang. Maar hoe pak je dit aan op een manier die past bij jonge kinderen? Op basis van effectieve buitenlandse taaltrajecten en praktijkvoorbeelden verzamelden we enkele concrete tips: Start met een betekenisvolle context voor je activiteiten. Die prikkelt kinderen om op onderzoek uit te gaan naar klanken en letters zoals een verhaal of een rollenspel. Je activiteiten kunnen hierop aansluiten. Creëer een rijke geletterde omgeving in je klas met veel letters en geschreven teksten. Vraag de kinderen om materialen mee te brengen van thuis. Een klanklettertafel of -wand kan hierin ook een plek krijgen. De kinderen kunnen de materialen met opschriften in verschillende talen onderzoeken. ”Zie je op het drankkarton van Aleksander ook de letter ‘a’ [spreek uit als de klank en niet de alfabetnaam]?” Klanken en letters zijn immers overal. Uitgelicht

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=