Taalintegratietrajecten Praktijkgids

34 3. Investeer bewust in mondelinge taalvaardigheid Hoe kom je tot een rijk gesprek? Het is best een opdracht om tot een rijk gesprek te komen waarin leerlingen uitgebreid aan het woord komen én uitgedaagd worden om in schooltaal te spreken. Wat als de leerling verlegen is of zich nog niet goed kan redden in de onderwijstaal? Wat als tien andere leerlingen zitten te popelen om aan het woord te komen? Wat als je merkt dat de leerling-op-leerling-gesprekken ook niet willen vlotten? Enkele concrete tips: Investeer in een begrijpelijk en tegelijk prikkelend taalaanbod. Gebruik een uitdagende woordenschat met o.a. school- en vaktaal en verduidelijk nieuwe woorden. Zet hierbij voorwerpen, afbeeldingen en beeldfragmenten in. Doe voor en verwoord je handelingen en denkpro- ces ondertussen. Spreek langzaam, duidelijk en rustig. Richt je lokaal op een slimme manier in. Ook een bewuste inrichting van je lokaal zorgt voor visuele ondersteuning en lokt interactie uit. In kleuter- groepen wordt vaak gewerkt met een thematafel. Zo’n tafel kan je ook in het lager onderwijs gebruiken, bij- voorbeeld bij een les wetenschappen en techniek. Vraag je leerlingen bijvoorbeeld om iets toe te voegen aan de tafel en erover te vertellen. Ook een nieuwsbord met foto’s en krantenartikels, bijvoorbeeld vanuit de verschillende thuiscontexten, kan uitnodigen tot gesprek. Voor leerlingen in het secundair kan je dan weer werken met een Twitter- of Instagram-muur waarop leerlingen over een bepaald thema ‘posten’ wat er leeft in de klas (bijvoorbeeld kennismakingsportretten bij het begin van het schooljaar, een fotoverslag van de sportdag, maar evengoed een reflectie over een lastig onderwerp). Inkijkje “Wij hebben een interactieve muur of spreekbord waarop kleuters kunnen duwen om het juiste woord te horen, zowel in het Nederlands als Jiddisch. Deze muur is samen met de kinderen gemaakt en prikkelt ze tot een gesprek.” Stel vragen die het denken stimuleren. Vaak stellen we vragen als “Wat zie je daar?” “Wat gebeurt er hier?” om iets te benoemen of te beschrijven. Het is zonde om hierop niet verder te bouwen. Met een vervolgvraag kan je de leerling laten voorspellen, bijvoorbeeld “Wat gaat er nu gebeuren?” of redeneren, bijvoorbeeld “Wat is anders dan …?” Een leerling kan zich ook hier met gebaren en handelingen uitdrukken terwijl jij het denken verwoordt. Uitgelicht

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=