Taalintegratietrajecten Praktijkgids

20 1. Vertrek vanuit een meerlagig ondersteuningsmodel Uitwerking (b) gericht op eigen leerlijn in laag 2 in kleine groep en/of individu- ele begeleiding op laag 3 Een alternatief is dat je in je traject al vanaf de tweede laag kiest voor andere inhouden, bijvoorbeeld wanneer je je bij beginnende NTL’s richt op het opbouwen van een basiswoordenschat. Je bouwt dan aan een eigen leerlijn met inhouden die los staan van de klasaanpak, maar wel op elkaar voortbouwen. De ondersteuning op laag 2 vindt plaats in kleine groep en eventueel individueel op laag 3. Hoe dan ook richt je je op de speci- fieke onderwijsbehoeften van de leerling(en). Inkijkje In een Amerikaans project werkten leerkrachten met Engelsetaalleerders van het vierde en vijfde leerjaar in kleine groepen van vier tot zes leerlingen om hen te ondersteunen bij het ontwikkelen van school- en vaktaal alsook leesbegrip. De leerlingen hadden Portugees en Spaans als thuistaal en beheersten de onderwijstaal Engels boven het beginnersniveau, maar konden ook extra ondersteuning gebruiken. De interventie in kleine groepen werd begeleid door een ondersteunende leerkracht in een aparte ruimte of door de klasleerkracht in de klas zelf. De aanpak stond los van het klasprogramma, maar had een eigen rode draad en verliep op basis van een specifiek programma. Dat gebeurde op basis van teksten rond een bepaald thema, die werden ingezet bij begeleid lezen en gericht werken rond leesbegrip. Daarnaast kregen de leerlingen expliciet instructie over woordenschat, school- en vaktaal, was er veel aandacht voor interactie rond de teksten via groepsgesprek- ken, debat en schrijfopdrachten waarin leerlingen hun standpunt vertolkten. Engelsetaalleerders die deze specifieke interventie kregen, lieten een vooruitgang zien op hun school- en vaktaal in vergelijking met leerlingen die dit programma niet volgden. In weer andere uitwerkingen zie je dat er voor de meeste leerlingen in de klas op laag 2 in kleine groep wordt gewerkt met inhouden die aansluiten bij de klasaanpak (uitwerking a) en er voor andere leerlingen zoals beginnende NTL’s wordt gekozen voor een eigen leerlijn die ofwel in een aparte groep of individueel wordt begeleid (uitwerking b). Inkijkje Leerlingen met nood aan taalsteun kunnen door de klasleerkracht worden aangemeld voor extra ondersteu- ning bij het Nederlands. De zorgleerkracht ondersteunt deze leerlingen een aantal uren per week in een kleine taalklasgroep (apart voor elk leerjaar). De zorgleerkracht laat de inhoud tijdens de taalklas zoveel mogelijk aansluiten bij de lesinhoud van de klasleerkracht (bijvoorbeeld het herhalen van bepaalde leerin- houden die besproken werden binnen wetenschappen en techniek), maar focust zich bij jonge leerlingen (eerste leerjaar) vooral op het uitbreiden van hun basiswoordenschat. Indien deze ondersteuning in de taal- klasgroep niet volstaat, kunnen leerlingen die daar nood aanhebben een beroep doen op individuele zorgu- ren waarbij specifiek op bepaalde leerinhouden wordt geoefend (bijvoorbeeld woordverklaringen binnen een wereldoriënterend thema, extra verklaring bij zelfstandige naamwoorden). Uitwerking (c) combinatie

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=