Taalintegratietrajecten Praktijkgids
15 Vertrek vanuit een meerlagig ondersteuningsmodel 1. De eerste laag in je traject is een brede basislaag van sterk, onderzoeksgebaseerd taalonderwijs voor alle leerlingen. Vanuit deze klasaanpak investeer je in het best mogelijke onderwijs voor alle leerlingen, waaronder leerlingen met nood aan taalsteun. 2. Voor leerlingen voor wie deze eerste laag niet volstaat, voorzie je een tweede laag van ondersteuning in kleinere groepen gericht op preventie en bijkomende instructie. 3. Voor sommige leerlingen moet je nog een derde laag met extra ondersteuning en remediëring inbouwen op individueel niveau. 4. En voor enkele leerlingen moet je op zoek gaan naar buitenschoolse ondersteuning. Deze meest intensieve vorm van ondersteuning gebeurt met professionele hulp van buitenaf en situeert zich op een eventuele vierde laag. Buitenschoolse ondersteuning Extra ondersteuning: ook individueel Intensivering van ondersteuning: in kleinere groepen Brede basisondersteuning: effectieve klasaanpak Figuur 3: een meerlagig ondersteuningsmodel Hoe kan je een taaltraject het best organiseren? Werk je beter in kleine groepen, individueel of start je vanuit je klasaanpak? Is het voldoende om een uurtje per week in te plannen of bereik je meer met een intensiever traject? En hoe kom je aan voldoende tijd om die ondersteuning te bieden? Op die vragen wil je liefst een pasklaar antwoord wanneer je een taaltraject wil uitwerken. Onderzoek naar effectieve taalondersteuning maakt echter duidelijk dat er niet één maar verschillende mogelijkheden zijn. Leerlingen met nood aan taalsteun kunnen namelijk in uiteenlopende organisatievormen vooruitgang boeken. Welke vorm je kiest, zal onder andere afhangen van de beginsituatie van je school, de doelgroep, de beschikbare tijd en middelen. Daarom raden we je aan om te werken vanuit een meerlagig ondersteuningsmodel (zie Figuur 3) met een volgende opbouw: 1 4 3 2
RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=