MUA43

36 MAGAZINE UNIVERSITEIT ANTWERPEN 43.2022 TOTAALPLAATJE “Vroeger nam je de bus, vandaag kies je voor een deelstep: heb je dan minder impact op het milieu?”, vraagt Gwenny Thomassen. nen tegenwoordig bijvoorbeeld kiezen voor een dienst als Poppy: doen ze dat zodat ze geen tweede wagen (meer) nodig hebben, of gebruiken ze nu een deelwagen waar ze de verplaatsing voordien met de fiets of het openbaar vervoer maakten? In die laatste optie maken de deelwagens de totale autovloot net groter.” “Vroeger nam je de bus, vandaag kies je voor een deelstep: heb je dan minder impact op het milieu? Je bent ook geen eigenaar van die step. De kans is dus reëel dat je er minder goed zorg voor zal dragen, waardoor het product sneller aan vervanging toe is. Ook dat heeft natuurlijk weer een impact op het milieu.” Dewit knikt. Veel huidige deelsystemen botsen vandaag de dag op hun limieten. “Kijk bijvoorbeeld naar die elektrische deelstep. Dat product is eigenlijk niet gemaakt om te delen, om gebruikt te worden door heel veel verschillende mensen. Ze worden fout gebruikt: mensen rijden op en af trottoirs, kruipen met twee op een step, … Gevolg: na pakweg zes maanden is de step stuk en aan vervanging toe, terwijl zo’n step na zes maanden echt nog niet zijn volledige levensduur doorlopen heeft.” Recyclage Dat moet beter kunnen, aldus de productontwikkelaars van UAntwerpen. “Wij werken aan een step 2.0, eentje die ontworpen wordt om te kunnen delen. Denk bijvoorbeeld aan iets grotere wielen, maar ook aan gewichtssensoren in het apparaat. Zo past de step bepaalde parameters meteen aan, als de sensoren vaststellen dat de nieuwe gebruiker een stuk meer of minder weegt dan de vorige.” Aanbieders focussen volgens de onderzoekers al te vaak op het product, op het voorwerp. De rest lijkt dan bijzaak te zijn, terwijl het om het geheel gaat. Dewit: “We hebben het hier over product-service systems of PSS. De service en de systems achter het product zijn essentieel. Daar moet minstens evenveel aandacht naar gaan als naar het product zelf. Producenten moeten ernaar streven de gebruiker het gevoel te geven dat het product van hem of haar is, ook al is dat dan maar van korte duur.” Gwenny Thomassen kijkt ook naar de producenten als het om recyclage van producten gaat. “Wat gebeurt er met zo’n step, als die na zes maanden uit roulatie wordt genomen? Vandaag wordt er nog onvoldoende nagedacht over dat probleem. Design for disassembly zou de norm moeten zijn.” Informele netwerkjes Afsluiten doen beide wetenschappers met een sociologisch vraagstukje. “Het belang van kleine, informele netwerkjes om te delen mag niet onderschat worden”, zegt Thomassen. “Waarom zou ik een boormachine aankopen, als ik weet dat mijn broer en mijn vader er al eentje hebben liggen? Je kent de vorige ‘eigenaar’ immers. En als ik hen de vraag stel, komen ze het klusje bovendien misschien meteen ook uitvoeren.” (lacht) “Persoonlijk deel ik liever met mensen die ik niet ken”, stelt Dewit. “Beeld je in dat er iets stuk gaat. Als je dan naar een familielid of een vriend moet stappen om het uit te leggen…” DOSSIER DEELECONOMIE De service en de systems achter het product zijn essentieel. Daar moet minstens evenveel aandacht naar gaan als naar het product zelf. Ivo Dewit

RkJQdWJsaXNoZXIy MTg3Nzk=